Diverse factoren kunnen onze modellen over de verspreiding van het coronavirus bedreigen. Hoe moeten we als samenleving omgaan met die onvoorspelbaarheid? Psycholoog Vittorio Busato vindt een antwoord in ‘vervelende overschatting’.
‘Als ik iets weet, kan ik iets voorspellen; kan ik niets voorspellen, dan weet ik niets.’
Dat was het adagium van Adriaan de Groot (1914-2006), zonder twijfel Nederlands invloedrijkste psycholoog. Generaties van studenten sociale wetenschappen zijn opgevoed met zijn empirische cyclus van wetenschappelijk onderzoek die hij beschreef in zijn boek Methodologie uit 1961.
Die cyclus begint met observatie: empirisch feitenmateriaal systematisch verzamelen en hypothesen vormen. De tweede fase is die van inductie: de hypothesen preciezer formuleren. Dan volgt de fase van deductie: toetsbare voorspellingen afleiden.
Die voorspellingen worden vervolgens getoetst aan nieuw empirisch materiaal. De uitkomsten worden daarna, als vijfde fase, geëvalueerd op theoretische geldigheid. Waarna de cyclus opnieuw begint.
Zo verloopt wetenschappelijk onderzoek idealiter als de wereld rustig is. In tijden van corona gaat dat vele malen hectischer. Waar politieke leiders landsgrenzen sluiten, hebben wetenschappers die grenzen haast volledig opengebroken, aldus The New York Times. Nog nooit hebben zoveel experts uit zoveel landen zich in alle openheid zo massaal gestort op één onderwerp als covid-19. Er staat ook wel iets op het spel: de wereld moet worden gered. Eigen onderzoek en publicatielijst kunnen dan schijnbaar even wachten.
Hans Heesterbeek, hoogleraar theoretische epidemiologie aan de Universiteit Utrecht, is in een interview met het kennisplatform Scienceguide lovend over die openheid. Tegelijk waarschuwt hij voor het huidige stadium zonder peerreview. Niet-experts kunnen wetenschappelijke publicaties heel lastig op waarde schatten.
Heesterbeek, een autoriteit in onderzoek naar pandemieën, promoveerde in 1992 op het proefschrift R0. Die titel staat voor het getal dat de verspreiding van besmettelijke ziekten uitdrukt. Het is een maat die met het uitbreken van de coronacrisis inmiddels tot ons collectieve bewustzijn behoort.
Nauwkeurig en ver vooruit voorspellen hoeveel besmettingen, ziekenhuisopnames en sterfgevallen het coronavirus precies zal eisen, is onmogelijk. ‘Dat ligt niet aan de modellen,’ stelt Heesterbeek, ‘maar aan de complexiteit van een dergelijk systeem en van de samenleving.’
‘Natuurlijk versimpelen modellen de werkelijkheid. Maar ze moeten geen schijnwerkelijkheid voorspiegelen’
Zoals een gefotoshopt model een bewerking is van iemands pure schoonheid, zo is ook een wetenschappelijk model een bewerking van de realiteit. Geen van die beide modellen is perfect. Zo kreeg Doutzen Kroes nogal felle reacties toen ze op 21 maart via Instagram haar miljoenen volgers meedeelde: ‘Wees dankbaar, blijf bewust, dingen zullen nooit meer hetzelfde zijn! Bedankt coronavirus.’ Het was niet haar bedoeling geweest te kwetsen, verontschuldigde het topmodel zich al snel in een wiedergutmachungs-video. Ze had mensen juist licht en inspiratie willen geven.
Ook wetenschappelijke modellen kunnen onjuiste aannames maken. Zo liggen de rekenmodellen over het coronavirus van het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu dat de Nederlandse regering adviseert, sinds eind maart extra onder vuur.
Het RIVM veronderstelde dat een coronapatiënt gemiddeld tien dagen op de intensive care ligt. In werkelijkheid blijken dat er 23 te zijn. De IC’s lopen dus veel eerder vol, en dat brengt ook niet-coronagerelateerde intensieve zorg logistiek in gevaar. Wetenschappelijke modellen versimpelen per definitie de werkelijkheid, maar ze moeten vanzelfsprekend geen schijnwerkelijkheid voorspiegelen.
Een uitbraak willen en kunnen beheersen van een virus waarover nog veel onbekend is, lijkt een illusie. Binnenkort zal zich waarschijnlijk nog wel meer manifesteren in de coronacijfers dat zich nu latent houdt.
Zo lees ik pas op moment van dit schrijven een nieuwsbericht dat het kabinet terugkerende Nederlanders uit Amerika adviseert veertien dagen in thuisquarantaine te blijven. Dat is op eigen verantwoordelijkheid – het is niet verplicht en wordt evenmin gecontroleerd. Vluchten van en naar China, Italië en Spanje waren al enige tijd gecanceld, die van en naar New York, momenteel ‘s werelds grootste coronabrandhaard, dus nog niet.
En zo zijn er meer factoren denkbaar die de gemodelleerde werkelijkheid van de regering kunnen bedreigen. Wat bijvoorbeeld als de communicatie van de overheid ambigu blijft? Of als burgerlijke ongehoorzaamheid toeneemt omdat effecten van genomen maatregelen uitblijven? Wat als mensen het hebben gehad met hun schraal gewassen handen? Wat als een internetstoring thuiswerken langdurig bemoeilijkt? Of als we dagen niet contactloos kunnen betalen?
Mijn ontdekking pas op Twitter is Bert Slagter – zelfbenoemd nerd, wiskunde-, risico- en onzekerheidsstudent en medeoprichter van kennisplatform LekkerCryptisch. Wegens onzekerheid over onder meer de verspreiding van het coronavirus is beslissen met een model of gemiddelden ‘zonder dikke vette marge’onverstandig en roekeloos, aldus Slagter.
Wijsheid is: niet redeneren over getallen, maar over dynamiek. De enige zinnige reactie is dan een wellicht vervelende overschatting van het risico en niet een potentieel dodelijke onderschatting.
Al op 24 februari, een week voordat de eerste coronapatiënt in Nederland überhaupt was gediagnosticeerd, pleitte Slagter voor maatregelen op gebied van social distancing, persoonlijke hygiëne, thuiswerken en ziekenhuiscapaciteit. Het duurde tot zondagavond 15 maart voordat Premier Mark Rutte die ook werkelijk afkondigde.
Ik weet niet veel, maar voor Doutzen Kroes kan de modelmatige realiteit er weleens rauw gaan uitzien. Bert Slagter, daarentegen, die voorspel ik een gouden toekomst.