Iedereen heeft wel eens een minder vrolijke dag, maar bij drie procent van de bevolking in de noordelijke delen van Europa, Amerika en Azië gaat het ook echt om een seizoensafhankelijke depressie. In medische termen: seasonal affective disorder of SAD.
Om te spreken van seizoensafhankelijke depressie, moet de patiënt er al twee jaar op rij last van gehad hebben. Wie lijdt aan SAD zal ook buiten het winterseizoen depressieve periodes kennen, maar het vallen van de blaadjes is de sterkste stimulans voor hun depressie. SAD gaat gepaard met veel slaap en een verlangen naar koolhydratenrijke voeding.
Tien tot vijftien procent van de bevolking heeft last van een vorm van SAD die niet ernstig genoeg is om te spreken van een echte depressie: een winterdipje.
Wie is er het meest vatbaar voor?
De winterdip komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Een Schotse studie van dit jaar bevroeg meer dan 150.000 Britten van middelbare leeftijd, op verschillende momenten tijdens het jaar. Uit de analyse blijkt dat vrouwen zich vaker lusteloos en een slecht gehumeurd voelen naarmate de dagen korten.
Ook eerder onderzoek meldde dat depressies die de seizoenen volgen, vaker voorkomen bij vrouwen. In de winter worden er ook meer vrouwen met een depressie in het ziekenhuis opgenomen, maar niet meer mannen.
Komt het door een gebrek aan licht?
Waarschijnlijk wel, maar daar bestaat nog geen zekerheid over. Een onderzoek uit 2016 wees uit dat het aantal uren zonlicht meer invloed heeft op ons humeur dan de (gevoels)temperatuur, de luchtvervuiling, de windsnelheid en de hoeveelheid regen. Lichttherapie verlicht bovendien de symptomen. In het recentste onderzoek echter, bleek ook de temperatuur een goede manier om een dip te voorspellen.