In 1993 bleek uit een experiment dat studenten die naar Mozart hadden geluisterd, beter scoorden op een taak die het visuele voorstellingsvermogen meet. Bij de zogenoemde paper-folding-and-cutting task zie je hoe een papiertje opgevouwen wordt en hoe daar vervolgens gaatjes in geknipt worden. De vraag is hoe het papiertje eruitziet als het weer is uitgevouwen. De studenten die eerst naar Mozart luisterden, waren daar dus iets beter in dan de deelnemers die vooraf geen muziek te horen kregen.
Veel media besteedden vervolgens aandacht aan dit experiment. Zo werd het Mozart-effect geboren: naar Mozart luisteren maakt je slimmer. Maar die conclusie kan je op basis van dit experiment niet trekken. Sterker nog, het Mozarteffect wordt door sommigen gezien als een van de grootste misvattingen uit de psychologie.
Ten eerste scoorden de proefpersonen direct na het beluisteren van de muziek beter op het taakje, maar het effect bleef niet langer dan een kwartier hangen. Ten tweede is het maar de vraag of de paperfolding-and-cutting task nu echt meet hoe slim je bent. Het is immers geen intelligentietest, hij meet maar een specifiek onderdeel van intelligentie. Tot slot blijkt niet alleen de muziek van Mozart zo’n effect teweeg te brengen. Ook de boeken van thrillerauteur Stephen King, de rocknummers van Blur en kinderliedjes kunnen dat. Met Mozart heeft het Mozarteffect dus weinig te maken.
Mozart, Blur en Stephen King maken ons blij en alert, maar niet slimmer
Mozart, Blur, Stephen King en kinderliedjes blijken een soort opwinding te veroorzaken: je wordt er blij van. Daardoor word je alerter en scoor je waarschijnlijk net iets beter op zo’n taakje. Wetenschappers kwamen daarachter door het experiment uit 1993 te herhalen met verdrietige muziek van de barokcomponist Tomaso Albinoni. Wat bleek? Deelnemers scoorden minder goed in de paper-cutting-and-folding task.
Uit weer een andere studie bleek dat wie de voorkeur geeft aan luisterboeken van Stephen King vooral beter scoort na het beluisteren van een van zijn boeken. En wie Mozart verkiest boven King, gaat er juist na het beluisteren van deze muziek op vooruit.
Het is dus leuk om voor je pasgeboren baby Mozart op te zetten, maar veel intelligenter zal hij er hoogstwaarschijnlijk niet van worden. Baby’s kunnen bovendien nog niet direct alle structuren en harmonieën herkennen in muziek. Ze kunnen overigens wel opgewekt raken van muziek, omdat ze veel aspecten van muziek, zoals het ritme, wel kunnen horen.
Naar muziek luisteren of zelf muziek maken heeft hoe dan ook genoeg positieve effecten. Het kan je humeur beïnvloeden, emoties reguleren en het zorgt voor verbinding met anderen. Ik sluit niet uit dat je van muzieklessen een klein beetje intelligenter kan worden, maar dat blijkt lastig te onderzoeken. Bovendien zal het geen wonderen verrichten. Er komen immers niet alleen maar genieën van het conservatorium.
Fleur Bouwer is postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam. Ze onderzoekt onder meer hoe onze hersenen muzikale ritmes verwerken en voorspellen. Wetenschapsjournalist Anouk Bercht legde haar deze vraag voor en tekende haar antwoord op.