Zijn dementie en alzheimer synoniemen?
Nee. Dementie is eigenlijk een verzameling van symptomen, en die kunnen veroorzaakt worden door meerdere aandoeningen. De symptomen zijn cognitieve problemen (last met geheugen, aandacht, taal, de weg vinden …), gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen en moeite met dagdagelijkse activiteiten, zoals koken of aankleden.
In zeven van de tien gevallen is de ziekte van Alzheimer de oorzaak van dementie. Andere achterliggende aandoeningen zijn frontotemporale, vasculaire en lewy-body-dementie. Maar ook de ziekte van Parkinson kan gepaard gaan met dementie.
Wat gebeurt er in de hersenen bij alzheimer?
Bij de ziekte van Alzheimer veranderen de eiwitten bèta-amyloïd en tau van vorm en structuur. Ze klitten samen en slaan neer in het brein. Het eiwit bèta-amyloïd is het hoofdbestanddeel van amyloïde plaques, die zich tussen de neuronen in nestelen. Het eiwit tau maakt deel uit van het 'skelet' van neuronen. Nadat het van structuur verandert, vormt het neerslagen onder de vorm van kluwens in de hersencellen zelf. Die eiwitneerslagen tasten niet het volledige brein aan, maar vooral bepaalde gebieden, die bijvoorbeeld belangrijk zijn voor het geheugen of de persoonlijkheid.
Wat oorzaak is en wat gevolg, is nog een beetje onduidelijk. Maar uiteindelijk sneuvelen bij alzheimer steeds meer verbindingen tussen neuronen en ook de hersencellen zelf sterven af. Het brein krimpt. Aan het eind van zijn leven houdt een alzheimerpatiënt een brein over dat met een derde is geslonken.
De neerslagen van bèta-amyloïd beginnen al tien à twintig jaar voordat je symptomen van alzheimer gaat vertonen. “Wie dement wordt op zijn 75ste heeft wellicht op zijn 50ste al eiwitneerslagen in de hersenen”, zegt neuroloog Sebastiaan Engelborghs (UZ Brussel). “Dat lijkt een afschrikwekkend beeld, maar het is eigenlijk ook hoopgevend. Als we een goed medicijn vinden, dan kunnen we dat al toedienen in die lange preklinische fase en de ziekte afhouden.”
Welke medicatie bestaat er tegen alzheimer?
Geen enkel medicijn dat vandaag op de markt is, kan alzheimer genezen of voorkomen. In België wordt de terugbetaling van alzheimermedicatie daarom mogelijk binnenkort stopgezet. “Nochtans kan de medicatie wel tijdelijk bepaalde symptomen uitstellen”, zegt Engelborghs. “Ik vind die stopzetting moeilijk te begrijpen – dat hebben we ook vanuit het Belgian Dementia Council gecommuniceerd.”
Engelborghs: “Tot een aantal jaren geleden was ik erg optimistisch over alzheimermedicatie. Maar nu het merendeel van de klinische studies die op amyloïde hebben gewerkt, hebben gefaald, ben ik een stuk pessimistischer. Nu is er wel het medicijn adecanumab, waarbij klinische studies met hoge doses wel hoopgevende resultaten zouden geven. Hoe dan ook doorgronden we de ziekte van Alzheimer nog steeds niet volledig. We hebben dus meer fundamenteel wetenschappelijk onderzoek nodig. Pas dan komt er mogelijk zicht op nieuwe medicijnen.”
Wat kun je doen om alzheimerdementie te vermijden?
Niet veel. Het enige wat zou kunnen helpen om de symptomen uit te stellen is een gezonde levensstijl hanteren: een dagelijkse wandeling, niet roken, gezond eten (met minder vlees en meer noten, vis, fruit en groenten) en mentaal actief blijven. Al hoeft daarom niet elke 60-plusser plots in de kruiswoordraadsels of sudoku’s te vliegen. “Als je dat nooit graag gedaan hebt, is het geen goed idee om jezelf dat plots op te leggen. Dat hou je toch niet vol”, zegt Engelborghs. “Ga je graag naar het theater of de opera, of kom je graag onder de mensen: blijf dat dan vooral doen.”
“Er is enig wetenschappelijk bewijs dat wie minstens vanaf middelbare leeftijd gezond leeft, de symptomen met enkele jaren kan uitstellen.”
Ook je nachtrust verzorgen, is belangrijk voor je brein. Vanaf een jaar of zestig, zeventig een middagdutje doen, raad Engelborghs zelfs aan. “Er zijn aanwijzingen dat je tijdens je slaap afvalstoffen – ook bèta-amyloïd – uit het brein afvoert.”
Hoe zie je het verschil tussen gewone vergeetachtigheid als je ouder wordt en het beginstadium van alzheimer?
Dat is alleszins niet eenvoudig. Iedereen die wat ouder wordt, vergeet wel eens wat, en ook de aandachtsspanne neemt af. Engelborghs: “Merk je dat je meer vergeet dan leeftijdsgenoten, of dat je in de problemen komt, bijvoorbeeld doordat je herhaaldelijk vergeet rekeningen te betalen of afspraken na te komen, dan ga je het best langs bij de huisarts.”
Dat bezoek kan best meevallen, trouwens. Ook schildklierproblemen of een vitaminetekort kunnen tot geheugen- en aandachtsproblemen leiden. En die zijn makkelijk te behandelen.
Behalve cognitieve problemen kunnen ook gedragsveranderingen eerste tekenen zijn van de ziekte van Alzheimer. “Een eerste depressie op oudere leeftijd, zomaar, out of the blue, gaat gepaard met een hoger risico op alzheimer”, zegt Engelborghs. “Het kan de eerste uitdrukking zijn van de ziekte. Je voelt dat er iets verandert, dat de wereld je ontglipt. Dan kan je angstig, onzeker en depressief maken.”
Heeft het zin om je, nog voor je symptomen hebt, te laten testen op je risico op alzheimer?
Nee, tenzij je familieleden hebt die erg jong de ziekte hebben gekregen – namelijk voor hun 65ste. Dan spreken we van jongdementie en dan is de kans op een erfelijke oorzaak groter. Erf je een defect gen dat alzheimer of een aanverwante hersenziekte veroorzaakt, dan ben je ‘voorbestemd’om de ziekte te krijgen. Al hoef je je daarom niet per se te laten testen – want een behandeling is er niet. “Sommige mensen willen het toch weten. Omdat ze dan kunnen beslissen minder hard te werken, of nog een aantal verre reizen te maken. Of omdat ze een kinderwens hebben.”
Heb je familie die pas op oudere leeftijd alzheimer heeft gekregen, dan heeft het geen zin om je preventief te laten testen. Er zijn al enkele genen geïdentificeerd die het risico op alzheimer vergroten, maar dat zijn geen echte voorspellers.
Hoe ga je het best om met iemand die alzheimer heeft?
Engelborghs: “Je moet je zorg afstemmen op de persoon zelf en hem of haar zo persoonlijk en respectvol mogelijk benaderen. Met zijn of haar lievelingsmuziek, bijvoorbeeld, kun je emoties uitlokken die je verloren waande. Heeft de patiënt waanideeën, ga daar dan niet per definitie tegenin. Of begin over iets anders, om hem of haar af te leiden. En als de patiënt niet meer kan praten of geen taal meer begrijpt, dan kun je zeker nog non-verbaal communiceren: via een aanraking, een gelaatsuitdrukking. Dat is zeker zinvol.”
Wil je nog meer informatie over dementie en alzheimer? Luister dan naar onze podcast, waarin hoofdredacteur Liesbeth Gijsel van Eos Psyche&Brein praat met neuroloog Sebastiaan Engelborghs.