Zijn de effecten van Rilatine twijfelachtig?
03 december 2015 door GEWDeense wetenschappers plaatsen vraagtekens bij de werking van Rilatine, een medicijn tegen ADHD.
Deense wetenschappers plaatsen vraagtekens bij de werking van Rilatine, een medicijn dat aan kinderen en jongeren met ADHD wordt gegeven. Rilatine wordt naar schatting tot tien keer vaker voorgeschreven in Vlaanderen dan in Wallonië.
ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) is een syndroom dat gekenmerkt wordt door druk doen, te snel afgeleid zijn en zich moeilijk kunnen concentreren. Het komt vooral voor bij kinderen en adolescenten, vaker bij jongens dan bij meisjes. Er zijn twee mogelijke behandelingen: medicatie en gedragstherapie, die bij voorkeur gecombineerd worden. In Vlaanderen is vooral medicatie populair, terwijl in Wallonië de nadruk ligt op psychotherapie.
Zopas hebben Deense wetenschappers alle studies over de effecten van methylfenidaat, de wetenschappelijke naam voor Rilatine (in België wordt methylfenidaat ook gecommercialiseerd onder andere benamingen: Concerta, Methylfenidaat, Equasym en Medikinet), samengebracht in een overzichtsstudie. Dit overzicht bevat gegevens van meer dan 12.000 kinderen en adolescenten met ADHD met een gemiddelde leeftijd 9,7 jaar. Ze namen ofwel Rilatine, ofwel een placebo, ofwel geen medicijnen. De onderzoekers onderzochten de effecten en het voorkomen van nevenwerkingen(1). Ze kwamen tot de conclusie dat methylfenidaat een lichtjes gunstige werking heeft bij ADHD in vergelijking met placebo en dat het medicijn in één geval op drie aanleiding geeft tot milde nevenwerkingen, vooral slaapstoornissen en een verminderde eetlust. Ernstige nevenwerkingen werden niet gemeld.
De onderzoekers besluiten dat artsen het nut van dit medicijn geval per geval moeten afwegen: het beperkt effect moet worden afgewogen tegen de mogelijke nevenwerkingen.
Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?
Het gaat hier om een zeer grondig uitgevoerde analyse van zeer veel studies over methylfenidaat (Cochrane Review). De kwaliteit van deze overzichtsstudie is echter afhankelijk van de kwaliteit van de afzonderlijke studies, en die was meestal erg laag. Het zou interessant zijn om te weten welke groepen het meest gebaat zijn met medicatie en welke met andere vormen van therapie, waarover deze overzichtsstudie geen uitsluitsel kan geven. De kennis over de nevenwerkingen is niet nieuw: die staat duidelijk in de bijsluiter(2).
De voorbije week maakte Minister van Volksgezondheid Maggie De Block bekend dat in 2016 een project wordt opgestart waarbij in iedere Belgische provincie een ADHD-expert (huisarts of psycholoog) wordt aangesteld. Deze moeten zorgen voor een betere diagnosestelling, een meer gestroomlijnde behandeling en goede informatie aan ouders en leerkrachten. Nu bestaan er grote verschillen in de aanpak van ADHD. In België zou 2% van de schoolgaande kinderen en jongeren het medicijn slikken.
Meer informatie over ADHD vindt u op de website van Centrum Zit Stil (www.zitstil.be). Dit centrum heeft een ADHD-consultatielijn waar u iedere donderdagvoormiddag met al uw vragen terecht kan(3).
Conclusie
Een grondige overzichtsstudie over het gebruik van ADHD-medicijnen (vooral Rilatine) stelt dat deze middelen slechts een matig effect hebben op ADHD, maar vaak wel hinderlijke nadelen bij kinderen en jongeren.
Referenties
(1) Storebø OJ, Ramstad E. Krogh HB, et al. Methylphenidate for children and adolescents with attention deficit hyperactivity disorder (ADHD). Cochrane Database of Systematic Reviews. Published online November 25 2015
(2) Bijsluiter Methylfenidaat
(3) Informatie over ADHD: Centrum Zit Stil (www.zitstil.be)