Eos Blogs

Zorgverleners à la carte

Patiënten hebben in België het recht om hun zorgverlener vrij te kiezen. Het is immers belangrijk dat elke patiënt zich comfortabel voelt in de behandelrelatie. In de praktijk zien we dat patiënten hun keuzes vaak maken op basis van het gender, de afkomst of de religie van hun behandelend zorgverlener. 

Pascale ligt in het ziekenhuis met een gebroken schouder en moet gewassen worden. Stef, de verpleegkundige van dienst, stapt de kamer binnen, maar Pascale is er niet mee gediend. ‘Ik word liever niet door een man verzorgd, kan je er een andere verpleegkundige bij halen?’ Stef schrikt hier niet van, dit gebeurt wel vaker. Hij verlaat de kamer en zoekt een vrouwelijke collega die tijd heeft om Pascale te wassen. In de gang komt hij zijn collega Josy tegen. Ze vraagt of Stef haar patiënt wil overnemen omdat die niet behandeld wou worden door een zwarte zorgverlener.

Kunnen patiënten zomaar vragen om een andere zorgverlener? Het antwoord is kortweg: ‘ja’. In België hebben wij de Wet Patiëntenrechten. Deze wet is een verzameling van patiëntenrechten die de patiënt, doorgaans in een kwetsbare positie, moeten beschermen. Zo heb je bijvoorbeeld het recht op informatie over je gezondheidstoestand, of een recht tot inzage in je patiëntendossier. In de Wet Patiëntenrechten staat ook het recht op ‘vrije keuze van gezondheidszorgbeoefenaar’. Dit houdt in dat je je zorgverlener vrij mag kiezen, en dus ook kan afwijzen. Er bestaan momenteel geen regels rond de redenen waarvoor je een zorgverlener mag kiezen of afwijzen. Dit heeft onder meer te maken met het recht op fysieke integriteit: je mag zelf kiezen wie er aan je lichaam komt. Dat is bijzonder relevant in de zorg.

Afwijzingen door patiënten frustreren en demotiveren 

Patiënten wijzen geregeld zorgverleners af om hun gender, hun huidskleur, hun afkomst of hun religie, zo blijkt uit onze interviewstudie. Dit leidt weleens tot grote frustratie bij zorgverleners, om verschillende redenen. Die verzoeken zorgen ten eerste voor organisatorische problemen, terwijl er al een prangend personeels- en tijdstekort is in de zorg. Het is immers niet altijd evident om patiënten onderling te wisselen. Verder is het niet altijd duidelijk voor zorgverleners hoe ze op zulke verzoeken moeten reageren. Tenslotte kunnen deze verzoeken erg kwetsend zijn voor zorgverleners, en hun motivatie om in de zorg te staan doen kelderen. Wanneer een patiënt je afwijst om wie je bent, doen je capaciteiten en diploma er niet meer toe. Je wordt als het ware gereduceerd tot je uiterlijke kenmerken. 

Er kunnen verschillende redenen zijn voor deze verzoeken, en dit speelt ook een rol. Zo kan het bijvoorbeeld dat patiënten zich liever door iemand van hun gender worden verzorgd, zeker voor intiemere behandelingen. Religieuze of culturele overwegingen kunnen hierin meespelen. Hier hebben zorgverleners doorgaans ook begrip voor. Ook kan het dat patiënten zich meer begrepen voelen door zorgverleners met een zelfde etnische achtergrond of die hun moedertaal spreken.

De verzoeken zorgen voor organisatorische problemen

Helaas blijken ook negatieve vooroordelen geregeld een rol te spelen. Patiënten en hun familieleden deinzen er niet altijd voor terug zorgverleners met een migratieachtergrond of een donkere huid af te wijzen. Vaak gaan deze afwijzingen gepaard met verbaal geweld en microagressies, zoals racistische beledigingen, het negeren van de zorgverlener, de zorg tegenwerken, en de competenties van de zorgverlener voortdurend in vraag stellen. Het verbaast niet dat dit een hoge emotionele tol kan eisen, en ervoor zorgt dat sommigen geheel gedemotiveerd uit het zorgberoep stappen.

Wie beschermt de zorgverlener?

Bestaan er dan echt geen grenzen? Wanneer een vrouwelijke patiënt liever een vrouwelijke gynaecoloog heeft, is dit dan vergelijkbaar met een witte patiënt die liever niet behandeld wordt door een zwarte zorgverlener? Voorlopig wordt er juridisch alleszins geen onderscheid gemaakt. Als een patiënt vraagt om een andere zorgverlener, is dat volgens de huidige wetgeving in geen enkel geval discriminatie. De zorgverlener bevindt zich immers in een sterkere positie dan de patiënt en zou daarom geen bescherming nodig hebben. 

De patiënt wordt daarentegen wel beschermd tegen discriminatie door de zorgverlener. Wanneer een patiënt geen behandeling van mannelijke zorgverleners wilt, is het géén discriminatie, maar wanneer een zorgverlener geen mannelijke patiënten wil behandelen is het wél discriminatie. Het is een complexe balans die niet altijd even fair lijkt. Zorgverleners blijven vrijwel zonder enige bescherming achter in de ziekenhuiskamer, en patiënten krijgen (afhankelijk van de zorginstelling) vrij spel. 

Wanneer een patiënt geen behandeling van mannelijke zorgverleners wilt, is het géén discriminatie, maar wanneer een zorgverlener geen mannelijke patiënten wil behandelen is het wél discriminatie. 

Hoe moeten zorgverleners en zorginstellingen dan omgaan met deze verzoeken? Helaas hebben ziekenhuizen hier vaak geen regeling rond, waardoor zorgverleners het zelf moeten oplossen. Ze vinden meestal wel steun bij hun collega’s of oversten, maar wanneer zelfs die ontbreekt, kan dit een grote emotionele tol eisen. Dit is zeker het geval bij verzoeken die racistisch of xenofobisch gemotiveerd zijn. Hoewel de wetgeving alle gevallen over eenzelfde kam scheert, kennen zorgverleners immers vaak wel de redenen achter het verzoek.

Als je hierover spreekt met zorgverleners, merk je al gauw dat het tijd is voor verandering. Het type verzoek en de redenen erachter zouden kunnen en moeten leiden tot een verschil in de reactie erop. Hoe ruimer patiënten hun recht op vrije keuze begrijpen en gebruiken (of misbruiken?), hoe minder ruimte er overblijft voor de zorgverlener. Wellicht is het businessmodel van ‘de klant is koning’ niet echt gepast voor een zorginstelling, waar mensen zich dag in dag uit wijden aan zorg. 

Het recht en het intern beleid van zorginstellingen schieten dus voorlopig tekort in de bescherming van zorgverleners. Toch kan alleen een maatschappelijke mentaliteitsverandering deze problematiek echt aanpakken. Als de COVID-pandemie ons iets moet hebben geleerd (buiten het belang van handhygiëne), is het dat zorgverleners de ruggengraat van onze samenleving zijn. Het minste dat wij als zorgvragers kunnen doen, is onze zorgverleners het nodige respect bieden. Deze mentaliteitsverandering op grote schaal is helaas een werk van lange adem, maar begint simpelweg bij elke patiënt, bij u en bij mij.