40 jaar Skylab, Amerika’s eerste woonst in de ruimte
14 mei 2013 door MADeze week is het precies 40 jaar geleden dat de VS hun eerste ruimtestation in een baan om de aarde brachten.
Deze week was een belangrijke week voor de ruimtevaart. Niet alleen omdat expeditie 35 net terugkeerde van het ISS, maar ook omdat het precies 40 jaar geleden is dat de VS hun eerste ruimtestation in een baan om de aarde brachten.
Op 14 mei 1973 vertrok Amerika’s laatste Saturn-V-raket naar een baan om de aarde. Aan boord: Skylab. Het Skylab-project kwam voort uit Wernher von Brauns drang om een ruimtestation te bouwen, en de zoektocht naar een nieuw doel voor de duizenden werknemers van NASA nadat de Apollo-missies afgeblazen werden.
De lancering van Skylab verliep allesbehalve vlekkeloos. Een deel van het zonneschild scheurde los van het station, samen met één van de zonnepanelen. Op de koop toe beletten brokstukken de ontplooing van het tweede grote zonnepaneel. Skylab bevond zich dan wel in een baan om de aarde, het enorme stroomtekort en de gebrekkige bescherming van de zon maakten Amerika’s eerste ruimtestation onbewoonbaar.
NASA bleef niet bij de pakken zitten en lanceerde elf dagen later, op 25 mei 1973, de SL-2-missie. Astronauten aan boord van de kleinere Saturn IB (One B) moesten de gehavende ruimtestek herstellen voordat de hitte van de zon het station definitief zou vernielen. De reparaties waren een groot succes, en de drie astronauten van SL-2 bleven 28 dagen aan boord van Skylab. Zij werden de eerste Amerikanen die leefden en werkten in een baan om de aarde.
Na SL-2 volgden nog twee missies. De tweede bemanning verbleef 59 dagen aan boord van het ruimtestation, de derde en laatste expeditie duurde 84 dagen. De drie expedities braken telkens het record voor langste Amerikaanse ruimtevlucht, en het laatste record zou liefst twintig jaar stand houden.
Wetenschappelijke erfenis
Skylab had instrumenten aan boord om de zon te bestuderen, een lab voor onderzoek in microzwaartekracht, een medisch lab en materiaal voor aardobservatie. De belangrijkste verdienste van Skylab is de opgedane kennis voor langdurig verblijf in de ruimte. Zo leidde het lab tot de ontwikkeling van speciale douches, toiletten en een keuken die buiten het bereik van de zwaartekracht kon functioneren. Dat laatste was een belangrijke mijlpaal voor de astronauten, die niet bepaald vrolijk werden van wekenlang voedsel uit tubes te moeten eten.
Na het vertrek van de laatste bemanning moest Skylab acht tot tien jaar in z’n eentje door de ruimte zoeven, terwijl NASA zich op de ontwikkeling van de Space Shuttle toespitste. Het plan was om met de Shuttle naar Skylab te vliegen. Zo ver kwam het echter nooit. Het shuttleprogramma liep vertraging op, en de zon, die Skylab zo lang had bestudeerd, besloot zich met het zaakje te moeien. Onverwacht hoge zonneactiviteit deed de atmosfeer van de aarde uitzetten. Niet veel, maar net genoeg om ervoor te zorgen dat wrijving met de ijle lucht Skylab fataal werd.
De baan om de aarde werd steeds kleiner, en op 11 juli 1979 zag NASA zich genoodzaakt Skylab gecontroleerd op aarde te laten neerstorten. Plan was om het ruimtestation te laten uiteenvallen boven zee, zodat brokstukken geen gevaar vormden. Toch kwam een deel van de restanten neer in West-Australië.
Skylab was het enige uitsluitend Amerikaanse ruimtestation ooit gebouwd, maar niet het laatste Amerikaanse ruimtelab. In het tijdperk van de Space Shuttle konden astronauten gebruikmaken van Spacelab, een herbruikbaar lab dat kon meevliegen in het vrachtruim van het ruimtevliegtuig.
Plannen voor een nieuw, groter ruimtestation leidden uiteindelijk tot het ISS, het Internationale Ruimtestation. Toch was Skylab niet het eerste ruimtestation. Die eer gaat naar de Salyut-stations van de Sovjet-Unie. De eerste Salyut werd al gelanceerd op 19 april 1971, al was het maar gedurende 23 dagen bemand.