Dankzij de lange en stevige pees kunnen we hardlopen, iets wat mensapen zoals chimpansees niet kunnen. Maar hoogstwaarschijnlijk hadden onze gezamenlijke voorouders ook al een achillespees.
Moderne mensapen zoals chimpansees, orang-oetans en gorilla’s hebben geen achillespees en dus ook geen slanke enkels, want bij hen lopen de kuitspieren door tot aan het hielbeen. Mede daardoor hebben antropologen de pees altijd als een verworven eigenschap van de moderne mens beschouwd. De achillespees functioneert immers als een elastische veer tijdens het lopen, en zou onze prehistorische voorouders een groot overlevingsvoordeel hebben gebracht.
Volgens Belgische biologen is de achillespees echter toch geen unieke menselijke eigenschap. Op basis van anatomische studies bij tal van apensoorten konden ze concluderen dat de meeste apen een duidelijke achillespees bezitten. Deze wordt echter niet op dezelfde manier gebruikt als bij mensen. Zo zorgt ze bij bijvoorbeeld bij gibbons niet voor een verhoogde efficiëntie tijdens het lopen.
Het nieuwe onderzoek toont aan dat de achillespees een primitief kenmerk is van alle apen, en niet alleen van de mens. In het nieuwe evolutionaire scenario is dus niet de aanwezigheid, maar de afwezigheid van de pees een onafhankelijk verworven kenmerk van chimpansees, gorilla’s en orang-oetans – wat verklaard kan worden door hun specifieke manier van voortbewegen in een bosrijke omgeving.
Tegelijkertijd suggereert het onderzoek dat de gemeenschappelijke voorouders van de mens en de aap sterker leek op kleine aapachtigen zoals bavianen en makaken dan op mensapen zoals chimpansees.