Wetenschappers hebben dankzij een nieuwe methode achttien exoplaneten ontdekt: planeten rond een andere ster dan de zon. Daartussen zit een planeet die 31 procent kleiner is dan de aarde, één van de kleinste ooit.
Een ander exemplaar heeft aan haar oppervlak mogelijk vloeibaar water, en dus leven. Voor de ontdekking gebruikten ze data van de ruimtetelescoop Kepler. Tussen 2009 en 2018 mat die licht van tweehonderdduizend sterren. Bij veel daarvan neemt de helderheid periodiek, bijvoorbeeld om de paar dagen, af. Vervolgens neemt ze weer toe. Doorgaans komt dat door een planeet die rond de ster beweegt. Wanneer ze voor de ster komt, blokkeert ze wat licht.
Bij grote planeten is die dip in de helderheid goed te zien. Bij de kleintjes niet. Die waren dus moeilijker te ontdekken. Een ander probleem was dat de software die vroeger de data van Kepler analyseerde geen rekening hielde met de randen van een ster. Die zijn minder helder dan centraal in de ster. Als een planeet opduikt van achter de ster en de rand passeert, blokkeert ze minder licht dan wanneer ze pal voor de ster staat. Bij kleine planeten is dat effect meer uitgesproken dan bij grote.
Nu is de software bijgewerkt. En dat heeft zijn vruchten afgeworpen. De onderzoekers vermoeden dat ze in totaal honderd nieuwe exoplaneten zullen ontdekken.