Dat volgt uit een combinatie van computersimulaties en een statistische analyse, waarvan de resultaten in de Scientific Reports zijn gepubliceerd.
Ongeveer 66 miljoen jaar geleden boorde zich, voor de kust van het huidige Mexico, een fors object in de aarde. De gebeurtenis had grote gevolgen. Niet alleen ontstond daarbij de ongeveer 150 kilometer grote en 20 kilometer diepe inslagkrater Chicxulub, ook kwam er zoveel stof in de atmosfeer terecht dat het aanzienlijk kouder werd op onze planeet. En als gevolg daarvan stierf bijna driekwart van alle soorten planten dieren uit, waaronder de dinosaurussen.
De nieuwe berekeningen, verricht door student Amir Siraj en astronoom Avi Loeb, laten zien dat onder invloed van de zwaartekracht van Jupiter, de grootste planeet van ons zonnestelsel, geregeld flinke aantallen kometen vanuit de zogeheten Oortwolk zodanig van koers worden gebracht dat ze uiteindelijk in ons deel van het zonnestelsel belandden.
Getijdenkrachten
Wanneer zulke kometen dicht langs de zon scheren, ondervinden ze sterke getijdenkrachten die ertoe kunnen leiden dat ze verbrokkelen. En volgens Siraj en Loeb neemt daardoor de kans dat de aarde door een komeet wordt getroffen met ongeveer een factor tien toe.
Op basis van een statistische analyse komen de beide onderzoekers tot de conclusie dat de resultaten van hun computersimulaties goed overeenkomen met de frequentie waarmee dit soort grote inslagen op aarde plaatsvinden. Als aanvullend bewijs dragen ze aan dat materiaal dat in de omgeving van de Chicxulub-krater is aangetroffen overeenkomsten vertoont met koolstof-chondrieten. Dat maakt het minder waarschijnlijk dat het inslaande object afkomstig was uit de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter, wat de meest populaire verklaring voor de Chicxulub-inslag is.