De kosmos is een uitgestrekte zwarte leegte, met sterrenstelsels op enorme afstanden van elkaar. Maar er zijn uitzonderingen.
De kosmos is voornamelijk een uitgestrekte zwarte leegte, slechts hier en daar verlicht door een glinsterende verzameling sterren. Die sterrenstelsels staan doorgaans enorm ver van elkaar af. Het Androme-dastelsel, de naaste grote buur van ons eigen Melkwegstelsel, bevindt zich bijvoorbeeld op een afstand van 2,5 miljoen lichtjaar.
Maar er zijn uitzonderingen. In 1982 publiceerde de Canadese astronoom Paul Hickson een lijst van honderd compacte groepen van sterrenstelsels – meestal een handvol objecten die elkaar soms bijna lijken te raken. Eén van die compacte groepen is onlangs op de foto gezet door de Hubble Space Telescope, ter gelegenheid van de 32ste verjaardag van de ruimtetelescoop.
Hickson Compact Group 40 staat op zo’n 300 miljoen lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Waterslang. De vijf stelsels in de groep bevinden zich in een gebied van slechts 250.000 lichtjaar groot – tweemaal de middellijn van ons eigen Melkwegstelsel. Met röntgentelescopen is ontdekt dat de stelsels gehuld zijn in een grote wolk van extreem ijl, heet gas. Sterrenkundigen vermoeden dat er daarnaast heel veel onzichtbare donkere materie in de groep aanwezig is.
Door hun onderlinge zwaartekracht zullen de vijf stelsels in de toekomst nog veel dichter op elkaar komen te staan. Uiteindelijk komen ze met elkaar in botsing en versmelten ze tot een gigantisch ellipsvormig sterrenstelsel. Naar schatting gebeurt dat over ongeveer 1 miljard jaar.
Overigens bewegen het Melkwegstelsel en het Andromedastelsel ook op elkaar af. En de twee grote spiraalstelsels hebben al gezelschap van het kleinere Driehoekstelsel. Samen met vele tientallen dwergstelseltjes vormen deze drie spiralen de zogeheten Lokale Groep. Die is nu nog niet bijzonder compact, maar daar komt over een paar miljard jaar dus verandering in.