Onderzoek naar maankraters bracht een nog onbekend bombardement op de aarde door ruimtepuin aan het licht. De bijhorende cijfers zijn ronduit verbijsterend.
Onderzoek doen naar de inslagen van ruimtebrokstukken op de aarde is niet eenvoudig. De sporen die de inslagen hebben nagelaten zijn namelijk onherroepelijk vertekend zijn door de slijtagesporen van de tijd, ook en zelfs de diepste kraters. Of zelfs helemaal verborgen, zoals blijkt uit een zeer bekend voorbeeld. Ongeveer 65 miljoen jaar geleden sloeg het restant van een planetoïdeninslag de iconische Chicxulubkrater in Yucatán (Mexico). Een inslag die (mede)verantwoordelijk geacht wordt voor het einde van het tijdperk van de dinosauriërs. De nochtans 180 kilometer brede krater werd pas in 1991 ontdekt, onder een enorme laag jongere gesteenten die zich in de loop der jaren hadden opgestapeld.
Daarom verlegde een onderzoeksteam verbonden aan de universiteit van Osaka het vizier naar de maan. Om twee logische redenen. Ten eerste omdat daar een aantal natuurlijke en onvermijdelijke wetenschappelijk hinderlijke factoren niet spelen. Er is zo goed als geen erosie en geen vulkaanwerking, om maar een paar geologische processen te noemen.
En ten tweede, net zoals voor een aantal andere aspecten moeten we de aarde en de maan ook wat inslagen betreft als één systeem beschouwen. Want als de ene getroffen is door een stenenregen uit de ruimte, dan geldt dit met meer dan aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ook voor de andere.
Aan de hand van gegevens doorgestuurd door de in een baan om de maan cirkelende SELENE (Selenological and Engineering Explorer) analyseerde het team van prof. Kentaro Terada 59 grote maankraters, waaronder de iconische Copernicus en zijn omliggende relatief kleinere inslagkraters. Dit resulteerde onder meer in de conclusie dat…
1. het aarde-maansysteem 800 miljoen jaar geleden geconfronteerd werd met een ruimtebombardement van…
2. een asteroïde met een diameter van 100 kilometer…
3. én meteroïden met een gezamenlijke massa van 30 tot 60 keer meer dan bij de Chicxulubkrater.
De waarschijnlijkheid van een asteroïde-inslag van deze gigantische omvang op aarde, wordt geschat op één keer in de 100 miljoen jaar.