In de nacht van donderdag 12 op vrijdag 13 augustus vindt het jaarlijkse maximum van meteorenzwerm de Perseïden plaats. Tegen het einde van de nacht, tussen 3 en 4 uur, zijn er tot zeventig meteoren per uur te verwachten. Ook in de nachten voor en na het maximum kunnen, vanaf onbewolkte donkere plekken, tot wel vijftig ‘vallende sterren’ per uur zichtbaar zijn.
Vallende sterren zijn lichtflitsen die af en toe aan de sterrenhemel verschijnen. De flitsen hebben echter niets met sterren te maken. Ze worden veroorzaakt door ruimtepuin, vaak niet groter dan een zandkorrel, dat ongeveer 100 kilometer boven ons hoofd in de aardatmosfeer terechtkomt. Door de hoge snelheden wordt de lucht vóór zo'n gruisdeeltje gecomprimeerd, verhit en aan het gloeien gebracht, wat wij zien als een flitsje. De Perseïden kenmerken zich door hun helderheid en hoge snelheid, en incidenteel nalichtende sporen.
De Perseïden zijn vernoemd naar het sterrenbeeld Perseus, waar de vallende sterren vandaan lijken te komen. Dit sterrenbeeld staat bij ons ’s nachts hoog boven de noordoostelijke horizon. De meteorenzwerm bestaat uit achtergelaten puin van de komeet Swift-Tuttle. Doordat de aarde in haar baan om de zon door de puinwolk beweegt, zien wij deze meteorenzwerm ieder jaar rond dezelfde datum. De eerste Perseïden van dit jaar zijn overigens al op 3 augustus gesignaleerd.
De Perseïdenzwerm valt dit jaar gunstiger dan gemiddeld. Dit komt volgens Van der Sluys doordat het maximum slechts twee uur vóór het optimale tijdstip in de ochtend plaatsvindt, en doordat de maan nauwelijks verlicht is, waardoor deze niet stoort. Dit gebeurt gemiddeld eens in de tien jaar. De laatste keer dat de astronomische omstandigheden zo gunstig waren, was in 1997; de volgende keer is over acht jaar. Om de meteoren zelf waar te nemen is geen speciale apparatuur nodig; het blote oog, een heldere hemel en een donkere waarneemplaats volstaan.