Wordt de maan het Wilde Westen van de 21ste eeuw? Zonder duidelijke spelregels zou dat zomaar eens kunnen.
Het is een krachttoer die vijftig jaar na datum nog tot de verbeelding spreekt. De eerste voetstappen van Neil Armstrong en Buzz Aldrin op het maanoppervlak, vergezeld van de historische woorden ‘One small step for man’. Ze behoren tot het collectieve geheugen. De maanlanding in de zomer van 1969 was de culminatie van de ruimtewedloop tussen Amerikanen en Russen, met als inzet technologische superioriteit. De verwachtingen na Apollo 11 waren hooggespannen, Mars zou snel volgen. De realiteit is dat sinds 1972 geen mens nog de satelliet van de aarde bezocht.
De ruimtevaart stond de afgelopen halve eeuw niet stil, maar de maan verdween als studieobject wat uit de belangstelling. Amerikaans oud-president George W. Bush kondigde in 2004 nog een ambitieus programma aan om via een maanbasis naar Mars te reizen, maar zijn opvolger Barack Obama kieperde het plan in de prullenbak. Het was te duur en te weinig innovatief.
Vandaag liggen de kaarten anders. De machtsverhoudingen zijn gewijzigd. Begin januari landde de onbemande Chinese ruimtesonde Chang’e 4 op de fameuze achterkant van de maan. Een tweede Chinese lander volgt later dit jaar, net als de Indiase missie Chandrayaan-2.
Beide missies zetten koers naar de poolgebieden, en dat is geen toeval. In het zomernummer van Eos lees je hoe een achterpoortje in het Ruimteverdrag van de Verenigde Naties de nervositeit onder de ruimtevarende landen en commerciële organisaties aanwakkert. Het verdrag uit 1967 stipuleert dat er geen claims op hemellichamen mogen worden gelegd. Tegelijk stelt het dat ruimtemissies om veiligheidsredenen niet in elkaars buurt mogen landen. Wie als eerste op een plek neerdaalt, kan daar de facto voor een poos een stukje territorium innemen.
Het wordt de komende jaren sowieso druk op de maan, met al voorbereide onbemande missies van Rusland en Japan en plannen voor bemande vluchten van China en de VS. Ook privébedrijven roeren zich. Het zou kunnen leiden tot een nieuwe internationale wedloop, een vooruitzicht dat ESA-directeur-generaal Jan Wörner zorgen baart. Hij promoot al langer de Moon Village, een project waarbij zowel landen als privébedrijven wetenschappelijke en commerciële activiteiten kunnen ontplooien.
‘We moeten af van competitie en prestige’, zegt hij in ons zusterblad Scientific American. ‘De maan is de perfecte plaats om op grote schaal samen te werken. Ik zie het maandorp als een open concept met vele partners. Iedereen kan bijdragen wat hij wil, van transport over mijnbouw tot toerisme of wetenschap. We moeten niet terug naar de maan, maar voorwaarts naar de maan.’
In het zomernummer van Eos focussen we uitgebreid op de historische maanlanding, het onderzoek sinds de landing en de nieuwe plannen.