Tientallen dieren maakten een ruimtereis, nog voordat Joeri Gagarin dat in 1961 als eerste mens deed. De meeste dieren overleefden het niet.
Laika stierf al een paar uur na de lancering stierf door stress, oververhitting en uitdroging
Foto: Aap Ham krijgt een appel nadat hij levend is teruggekeerd van een ruimtereis (NASA)
Waar was u op 12 april 1961, toen Joeri Gagarin als eerste mens in de ruimte – dus: honderd kilometer boven het aardoppervlak – een rondje om de aarde maakte? Met die prestatie stak de Sovjet-Unie Amerika de loef af in de prestigieuze strijd om de ruimte. Maar Gagarins reis kwam er niet zomaar. Tientallen dieren gingen hem voor, waarvan de meeste de reis niet overleefden. Enkele van die dieren zijn blijven hangen in het collectieve geheugen.
Al in 1946 sturen de Amerikanen in een omgebouwde V2-raket vuurvliegjes de ruimte in om de invloed van verhoogde straling op het organisme na te gaan. Het gaat om een suborbitale vlucht, waarbij de raket in de ruimte wordt geschoten en nadien weer naar beneden valt, zonder rond de aarde te draaien. In 1949 schiet de VS apen naar de ruimte, in 1950 volgt een eerste muis. En jawel, het diertje overleeft de vlucht. Zijn opvolgers hadden echter minder geluk. Geen enkele andere muis zou levend terugkeren. Een jaar later lanceert de Sovjet-Unie twee hondjes, die de vlucht evenmin overleven.
In 1957 begint het serieuze werk. Ter ere van de veertigste verjaardag van de Oktoberrevolutie wil Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov een eclatant succes in zijn ruimteprogramma. Precies op 7 november moet de eerste orbitale vlucht met een dier aan boord een feit zijn. Russische ingenieurs werken volop aan een meer geavanceerde spoetnik, maar halen de deadline niet. Daarom grijpen ze terug naar een geëvolueerd model van de spoetnik 1, maar die capsule is niet gebouwd om ongeschonden terug te keren naar de aarde.
De astronomen besluiten om een hond mee te sturen. Het dier moet slim zijn en een grote overlevingsdrang bezitten. Daarom vangen ze enkele stugge straathonden in Moskou. De hondjes zijn een paar jaar oud en hebben dus al wat barre Moskouse winters weten te overleven. De dieren moeten allerlei proeven ondergaan. Zo worden ze dagenlang in een kleine ruimte opgesloten, want ook in de capsule is de plaats beperkt. Ze raken gewend aan vloeibaar voedsel en worden geconfronteerd met de omstandigheden bij de lancering. Uiteindelijk valt de keuze op een Samojeed-hond, een verre afstammeling van de poolhond. Het teefje krijgt de roepnaam Laika, wat ‘blaffer’ betekent. De ruimtecapsule is zo ontworpen dat Laika er kan liggen, zitten en staan. Ze krijgt allerlei sensoren die haar hartslag, temperatuur en bloeddruk meten en de resultaten doorsturen naar het vluchtleidingscentrum.
Dood door oververhitting
De lancering vindt plaats op de raketbasis Bajkonoer in Kazachstan. Als de gewenste baan bereikt is, moet de kunstmaan zich losmaken van de raket. Maar dat verloopt niet zonder moeilijkheden, en de capsule verliest een deel van haar thermische bescherming. Daardoor loopt de temperatuur op tot veertig graden Celsius. Laika houdt het maar enkele uren vol.
De Sovjet-Unie spreekt natuurlijk van een succes en beweert dat Laika nog dagen in leven bleef, maar in 2002 maakt Dimiti Malashenkov, een wetenschapper van Spoetnik 2, bekend dat Laika al een paar uur na de lancering stierf door stress, oververhitting en uitdroging. Bij de lancering verdubbelde de hartslag van het hondje, wat niet ongewoon is, maar de hartslag zakte niet meer terug naar het normale niveau.
Maar al bij al kon Laika niet klagen. Het was immers nooit de bedoeling om haar levend terug te halen. De Spoetnik is niet ontworpen om ongeschonden te landen, en wetenschappers hadden voorzieningen getroffen om Laika na enkele dagen te euthanaseren. Uiteindelijk brandt de Spoetnik op in de atmosfeer na een vlucht van 162 dagen. Desondanks levert de onderneming van Laika belangrijke informatie op: het is wel degelijk mogelijk om een lancering en gewichtsloosheid te overleven. Alleen nog de kinderziektes wegwerken en een terugkeercapsule ontwerpen, en de eerste mens kan de ruimte in.
In 2008 wordt in de buurt van het onderzoeksinstituut in Moskou, waar de missie van Laika destijds werd voorbereid, een monument onthuld ter ere van het hondje. Na Laika lanceert de Sovjet-Unie nog minstens tien honden, alvorens in 1961 de eerste mens, Joeri Gagarin, in een baan rond de aarde wordt gebracht. In tegenstelling tot de meeste van zijn viervoetige voorgangers, overleeft hij de reis wel.
De eerste apen
Terwijl de Russen het liefst met honden werken, opteren de Amerikanen al vroeg voor apen. Begin 1949 wordt de resusaap Albert met een V2-raket de ruimte ingeschoten. Maar die bereikt een hoogte van slechts 63 kilometer: te weinig om van een echte ruimtereis te spreken. Een half jaar later bereikt zijn opvolger Albert II een hoogte van 163 kilometer. Zo is hij de eerste primaat in de ruimte. Helaas weigert de parachute te werken en na een vlucht van zes minuten stort Albert II te pletter. Ook het doodshoofdaapje Gordo geeft in 1958 zijn leven voor de wetenschap.
Pas na de landing krijgt de aap de naam Ham. Als de missie slecht zou aflopen, wordt enkel een anonieme aap geslachtofferd
In 1959 en 1960 worden apen de ruimte ingestuurd die wel heelhuids terugkeren. Tijd dus voor de ultieme proef: op 31 januari wordt Kameroense chimpansee Ham gelanceerd met de Mercury MR-2. In 1959 koopt US Air Force de toen tweejarige aap aan en brengt hem van Afrika over naar het Holloman Aerospace Medical Centre (‘Ham’) in de staat New Mexico. Daar wordt de aap samen met 39 andere chimpansees getraind om tijdens de vlucht simpele opdrachten te volbrengen. Die opdrachten moeten in de exacte volgorde en op het juiste moment uitgevoerd worden op commando’s die gegeven worden via licht en geluid. Chang is de uitverkorene. Hij wordt de ruimte ingestuurd als #65 en keert terug onder de naam Ham. Als de missie slecht afloopt, wordt enkel een anonieme aap geslachtofferd. Qua propaganda scheelt dat een flinke slok op een borrel.
Maar de vlucht verloopt dus vlekkeloos. De capsule bereikt een hoogte van 240 kilometer. Ham voert zijn opdrachtjes perfect uit en blijft zesenhalve minuut gewichtsloos. De raket haalt een maximale snelheid van 9.000 kilometer per uur en komt uiteindelijk neer in de oceaan op honderd kilometer van het reddingsschip. Na een medische keuring krijgt #65 een naam en wordt hij meteen een nationale held.
De reis met Ham is de laatste test vooraleer de VS het erop waagt om een mens in de ruimte te brengen. Vier maanden later wordt Alan Shepard de eerste Amerikaan in de ruimte, helaas een maand te laat. De Russen waren hun Amerikaanse concurrenten te snel af.
Felix de kat
Andere landen, die technologisch wat achterop hinken, brengen in de jaren zestig ook dieren in de ruimte. Muizen, kikkers en zelfs varkens worden richting het luchtledige geschoten. Frankrijk brengt de eerste rat in de ruimte, en zelfs een kat genaamd Felix. In de jaren zeventig worden ook planten, vissen en spinnen in een baan om de aarde gebracht. De kruisspinnen Arabella en Anita weven het eerste web in de ruimte.
Al die tests moeten vooral nagaan of een langer verblijf in de ruimte mogelijk is als voorbereiding op een permanent ruimteschip. Dat is inmiddels al lang een feit. Tegenwoordig tasten ruimtewetenschappers de mogelijkheden af van een permanente emigratie weg van de aarde. Zover zijn we nog lang niet, maar de mens is gemaakt om te dromen, en om die dromen waar te maken.