Help astronomen planeten ontdekken

04 februari 2016 door EE

Astronomen hebben een luxeprobleem. Hun telescopen, satellieten en ruimtesondes leveren steeds meer gegevens af, en het verwerken van al die data is een enorme klus. Als liefhebber kan je een handje toesteken door thuis sterrenstelsels te identificeren, planeten op te sporen en nog veel meer.

Astronomen hebben een luxeprobleem. Hun telescopen, satellieten en ruimtesondes leveren steeds meer gegevens af, en het verwerken van al die data is een enorme klus. Als liefhebber kan je een handje toesteken door op het internet sterrenstelsels te identificeren, planeten op te sporen en nog veel meer. Wij testten alvast vier interessante projecten uit.

1. Sterrenstelsels kijken

Galaxy Zoo, opgestart in 2007, is een van de succesvolste astronomische citizen scienceprojecten. De opzet is eenvoudig: je helpt bij het classificeren van sterrenstelsels. Dat is minder triviaal dan het lijkt: vooral verre stelsels zien er op het eerste gezicht nogal wazig uit. Of een stelsel spiraalvormig, elliptisch of simpelweg vormeloos is, blijkt pas bij nadere inspectie.


Het onderzoeksmateriaal bestaat uit miljoenen afbeeldingen van sterrenstelsels, afkomstig van sterrenwachten op aarde en sinds kort ook van de Hubble-ruimtetelescoop. Daarnaast zijn er ook geavanceerde computersimulaties, om te toetsen hoe realistisch ze zijn. Om de betrouwbaarheid van de resultaten te waarborgen, wordt elke opname aan vele deelnemers gepresenteerd. Wie weet stuit je op een heel bijzonder object, zoals de onderwijzeres Hanny van Arkel, die in 2007 een reflectienevel ontdekte, die sindsdien de naam ‘Hanny’s voorwerp’ draagt. De resultaten van het project worden voor allerlei (vervolg)onderzoeken gebruikt. Het uiteindelijke doel is om meer te weten te komen over het ontstaan van sterrenstelsels en de manier waarop ze in de loop van miljarden jaren zijn veranderd.


Galaxy Zoo heeft al bijna vijftig wetenschappelijke publicaties opgeleverd. Het is natuurlijk ondoenlijk om de vele duizenden deelnemers in zo’n artikel te bedanken. Maar je (inlog)naam komt wel op de website te staan.

Hoe ga je te werk?
Klik je op de website op ‘Begin Classifying’, dan krijg je enkele oefenvoorbeelden te zien. Daarbij moet je erop letten dat je alleen het stelsel in het midden van de foto classificeert. Via de knop ‘Examples’ kun je vergelijkingsobjecten bekijken.


In eerste instantie moet je aangeven of het getoonde object er rond en gelijkmatig (smooth) uitziet, een duidelijke structuur (features) vertoont of géén sterrenstelsel is (star or artifact). Via een aantal vervolgvragen kom je tot een exactere classificatie – enige kennis van een van de beschikbare talen, waaronder Engels, Duits en Frans, is daarbij wel gewenst. Een Nederlandse versie ontbreekt.

Registreren is voor dit project niet per se nodig. Maar als je je eigen statistieken wilt bijhouden of aan de discussiefora wilt deelnemen, ontkom je er niet aan. (www.galaxyzoo.org)

___________________________________________

2. Zoek kraters op Mars

Bij Planet Four: Craters zoek je naar inslagkraters op Mars. Het aantal kraters vertelt wetenschappers hoe oud het gebied geologisch is. Simpel gezegd: gebieden met veel kraters zijn ouder dan gebieden met weinig of geen kraters.


Het beeldmateriaal is afkomstig van de Mars Reconnaissance Orbiter (MRO), een Amerikaanse ruimtesonde die al bijna tien jaar om de rode planeet cirkelt. Voor de wetenschappers van het MRO-project is het onbegonnen werk om de tienduizenden detailrijke foto’s minutieus te bekijken. En computers zijn nog steeds niet goed in staat om alle kraters op te sporen.

Net als Galaxy Zoo maakt Planet Four deel uit van Zooniverse, een organisatie die al bijna veertig citizen scienceprojecten heeft opgezet, elf daarvan met een astronomisch thema. Als je bij een daarvan bent geregistreerd, kun je jezelf met dezelfde inloggegevens bij de overige projecten aanmelden.

Hoe ga je te werk?
Als je op de website op ‘Start Exploring’ klikt, dan krijg je een korte instructie te zien. Het enige wat je in eerste instantie moet doen, is elke getoonde foto goed onderzoeken op de aanwezigheid van kraters. Die zijn er bijna altijd, want Mars is werkelijk bezaaid met kraters!


Als je kraters ziet, klik je op de knop ‘Craters present’. Als je geen kraters ziet, maar wel een ander interessant detail, klik je op ‘Interesting feature’. Daarna kan je doorgaan naar de volgende foto. Na een tiental foto’s krijg je een extra taak. Via de knop ‘Crater position’ geef je nu het middelpunt van elke krater op de foto aan. Als je dat een aantal keren hebt gedaan, krijg je ook de mogelijkheid om de contouren van de krater in te tekenen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen ronde en ellipsvormige kraters.

Bij kleine kraters is het intekenen van de contouren weliswaar een heel gepruts. Het werkt nog het best om eerst op een krater te klikken, dan direct de cursor opzij te slepen en een (te) grote cirkel of ellips te tekenen. Die kun je nadien goed positioneren en de juiste grootte geven.


Via Planet Four: Craters leer je spelenderwijs de rode planeet kennen – de planeet die het volgende doelwit is van een bemande ruimtereis. Het project is beschikbaar in tien talen, waaronder het Engels, Frans en Duits. (craters.planetfour.org)

___________________________________________

3. Breng lichtvervuiling in kaart

Globe at Night heeft een ander opzet dan de drie overige projecten die we uittestten. Hier moet je wél naar buiten – ’s avonds zelfs. Doel is het in kaart brengen van de lichtvervuiling – de nachtelijke duisternis is op veel plekken verdwenen door straatlicht en andere kunstmatige verlichting. Dat licht is niet alleen hinderlijk voor (amateur)astronomen, maar heeft ook een negatieve invloed op de gezondheid van mens en dier, door de verstoring van het dag-nachtritme.


Om de omvang van dit probleem vast te stellen, kijken mensen uit meer dan honderd landen op gezette tijden naar een bepaald sterrenbeeld. Daarbij let je erop welke sterren van dat sterrenbeeld te zien zijn en welke niet. Hoe minder lichtvervuiling, hoe donkerder de hemel en hoe meer sterren je ziet. Het resultaat van je waarneming kan je via de website van Globe at Night of met een gratis app voor tablet of smartphone doorgeven.

Hoe ga je te werk?
Kijk op de website bij ‘Observe’ welk sterrenbeeld je moet hebben en in welke periode. Van 1 tot 10 januari is dat het sterrenbeeld Orion. Vervolgens kies je de juiste breedtegraad. De kaart die dan verschijnt, toont je waar je Orion kunt vinden. En bij ‘magnitude charts’ zie je welke sterren je – afhankelijk van de hoeveelheid lichtvervuiling – zou moeten zien. Eventueel kun je de kaartjes van tevoren printen – grotere versies vind je bij ‘Activity Guides’.


Ga ruim een uur na zonsondergang naar buiten. De maan mag niet storen en het is belangrijk om je ogen minstens tien minuten aan het duister te laten wennen. Vergelijk dan de aanblik van Orion met de kaartjes, en stel vast welk kaartje het dichtst bij je waarneming komt. Noteer ook of er bewolking te zien is. Jouw waarneming geef je vervolgens door via de website of de app. Op de site van Globe at Night kun je jouw meting vergelijken met die van andere waarnemers. Zo kun je gemakkelijk nagaan hoe erg de lichtvervuiling in je omgeving is.

Heb je een iPhone (4S of hoger), dan kun je ook gebruikmaken van de app Dark Sky Meter (www.darkskymeter.com). Die app doet, met behulp van de ingebouwde camera, een echte meting van de hemelachtergrond. Daarmee bespaar je je het gedoe met vergelijkingskaartjes, en het meetresultaat verschijnt direct op de DSM-kaart. (www.globeatnight.org)

___________________________________________

4. Ontdek planeten

Planet Hunters gebruikt gegevens van Kepler, een Amerikaanse satelliet die heel nauwkeurig de helderheden van sterren meet. Als de helderheid van een ster met regelmatige tussenpozen kortstondig een beetje afneemt, kan dat een teken zijn dat er een planeet omheen cirkelt.


Doorgaans zijn computers heel goed in staat om zulke regelmatige helderheidsveranderingen op te sporen. Maar soms herkent het menselijk oog patronen die geautomatiseerde rekenroutines niet opmerken. Dát zijn de gevallen waar je naar moet zoeken.
Sinds de start van het project, eind 2010, zijn al tal van ‘verdachte gevallen’ opgespoord. Vervolgonderzoek heeft uitgewezen dat bij verscheidene daarvan een nog onbekende planeet in het spel is.

Hoe ga je te werk?
Klik op de website op ‘Start Classifying’ en je krijgt een korte instructie. Het werkmateriaal bestaat uit grafieken waarop honderden meetpunten zijn getekend. Zo’n grafiek laat zien of en hoe de helderheid van een ster in de loop van een maand verandert. Hoe hoger een punt, hoe helderder de ster.


Als er een planeet om de ster cirkelt die tijdens elke omloop voor zijn ster langs schuift, zijn regelmatige, steile ‘helderheidsdipjes’ te zien. Het is de bedoeling dat je de bijbehorende meetpunten markeert. Dat doe je door in de grafiek te klikken en het blauwe kader dat dan verschijnt zo breed te maken dat het de betreffende meetpunten omsluit.


Als de grafiek geen regelmatige dips vertoont, ga je door naar de volgende grafiek. Dat moet heel vaak, maar klik een grafiek ook niet te snel weg: soms blijkt hij bij nadere inspectie toch subtiele dipjes te vertonen. Bovendien laten veel sterren andere regelmatige helderheidsfluctuaties zien: dat kun je melden via de discussiegroep van het project (registratie vereist).


Vergeleken met de andere projecten oogt Planet Hunters abstract. Maar hoe vaak krijg je nu de kans om een planeet op te sporen?  Planet Hunters is alleen beschikbaar in het Engels en het Italiaans. (www.planethunters.org)

Op het platform Iedereen Wetenschapper bundelt Eos wetenschappelijk onderzoek waaraan ook jij kan meewerken. Surf naar www.iedereenwetenschapper.be!