Is het tijd voor een museum in de ruimte?

Het wordt druk in de ruimte, en dat roept nieuwe, onverwachte vragen op. Wat te doen met historisch belangrijke relicten van zeventig jaar ruimtevaart bijvoorbeeld.

De eerste Israëlische maanlander "Beresheet" stortte op 11 april te pletter op de maan. Wat een zachte landing had moeten zijn, liep uit op een crash. Een onderbreking in de communicatielijn maakte dat het remsysteem spaak liep. China bracht het er beter van af. In januari bracht het land de eerste landing op de achterkant van de maan tot een goed einde. Ook de VS nemen de maan opnieuw in het vizier. Binnen vijf jaar wil de NASA een bemande maanmissie realiseren. Een gewaagd voornemen, want het is al van 1972 geleden dat er nog iemand voet op de maan zette.

De ruimtevaart komt op snelheid het laatste decennium, aangedreven door nieuwe technologieën, de wedloop tussen de nationale agentschappen en de komst van ambitieuze commerciële spelers zoals Space X en Blue Origin. Die bedrijvigheid dwingt tot nadenken over hoe om te gaan met alles wat er al eerder door de mens in de ruimte werd gebracht.

Eerste stapjes

De discussie spitst zich vooralsnog toe op het opruimen van ruimteafval. Maar er is meer. Sommige relicten herinneren aan belangrijke momenten in de geschiedenis van de ruimtevaart. De site van de eerste maanlanding bijvoorbeeld, of de Kepler telescoop, die duizenden planeten ontdekte buiten ons zonnestelsel. Het gaat om mijlpalen in de verkenning van de ruimte die verdienen om bewaard te worden. Wat het zou doodjammer, haast misdadig, zijn als een of ander ruimtetuig bij de landing de voetafdruk van Neil Armstrong in het maanstof uitwist.

Tijdens de Apollo 17-missie namen astronauten deze maansteen mee naar de aarde.

Dat is ook de mening van Michelle Hanlon, een van de oprichters van Moonkind, een organisatie die ijvert voor de bescherming van waardevol erfgoed in de ruimte. 'Vergelijk het met de fossiele voetafdrukken in Laetoli te Tanzania, de oudste relicten van rechtop lopende mensen en onschatbaar werelderfgoed. De voetafdrukken van Neil Armstrong en Buzz Aldrin op de maan doen daar niet voor onder. Het zijn de eerste stappen van een mens op een ander hemellichaam dan de aarde, en de maanlandingen behoren tot de grootste technische realisaties van de mensheid.'

De historische waarde van Armstrong's voetafdruk ligt voor de hand, net als die van de landingssite van de Sovjet-Russische maanlander Luna 2,  het eerste door mensen gemaakte object op de maan. Maar hoe erfgoed in de ruimte verder definiëren? 'Dat is inderdaad een open vraag,' verduidelijkt Michelle Hanlon. 'Hoeveel keer kan iets een eerste keer zijn? Voor ons staat de wetenschappelijke vooruitgang die een relict belichaamt centraal, samen met het historisch belang. Zo is de Surveyor 3 bijvoorbeeld een goede kandidaat. Het  was de eerste maanlander die bodemstalen nam, maar ook de eerste en enige die door mensen werd bezocht in de ruimte, met name door de crew van de Apollo 12. Latere Surveyors zijn minder belangrijk'.

Bestuderen of bewaren?

Op zich is de ruimte best een geschikte plek om relicten van de ruimtevaart te bewaren. Roovers, satellieten, sondes en ander ruimtetuig zijn gemaakt om weerstand te bieden aan de vijandige condities van de ruimte. Kosmische straling is een probleem op lange termijn. Het onafgebroken bombardement van energetisch geladen deeltjes afkomstig van de zon en de diepe ruimte tast uiteindelijk het taaiste materiaal aan.  Ook micrometeorieten – kleine stenen die met hoge snelheid inslaan – kunnen hard aankomen. Toch, anders dan op aarde spelen vochtigheid, rotting en vuur geen rol, en blijft het risico op vandalisme tot nader orde miniem.

Er circuleert ondertussen zoveel ruimteafval rond de aarde, dat het tijd wordt voor een opruimactie.

Net het feit dat materialen zo lang aan condities buiten de atmosfeer zijn blootgesteld geeft hen echter een enorme wetenschappelijke waarde. Wetenschappers zouden er veel voor geven om de impact van enkele decennia kosmische condities te bestuderen. Dat schept een spanningsveld tussen bestuderen en bewaren, erkent Michelle Hanlon. 'Iets wat zo lang op de maan heeft gelegen bevat een schat aan informatie. Dat kan botsen met de wens sommige sites en relicten te bewaren zoals ze zijn. Dat is niet anders in de omgang met erfgoed op aarde. Maar we gaan binnenkort terug naar de maan, dus het is nodig een evenwicht tussen beide te vinden.'

Trage rechtsregels

Het bewustzijn dat sommige sites en objecten historische waarde hebben groeit. Maar er wachten nog enkele obstakels vooraleer intenties zich vertalen in een wettelijk bindende bescherming. Tijd bijvoorbeeld, aldus Dimitra Stefoudi, uitvoerend secretaris bij  de International Space Resources Governance Working Group. 'De ontwikkeling van rechtsregels voor de ruimtevaart is complex en gaat tergend traag. Een tweede punt is de definitie van erfgoed in de ruimte. Die staat tot nader orde nergens omschreven. Het huidige wettelijk kader spreekt enkel over gelanceerde objecten, iets als een voetafdruk komt niet voor in de huidige verdragen.'

En dan is er nog een meer fundamentele juridische kwestie, legt Stefoudi uit. 'Het verbod om hemellichamen of delen ervan te claimen, en het principe van toegang tot de ruimte voor iedereen is een fundamenteel aspect van het Outer Space Treaty en andere ruimtewetgeving. De vraag is of het beschermen van objecten en sites als erfgoed hiermee in conflict komt, want je beperkt de toegang en het gebruik ervan. Het is een gecompliceerd thema, want de verdragen dateren uit een tijd dat dergelijke kwesties niet aan de orde waren en met een heel andere politieke constellatie dan vandaag.'

Kosmische parkeerplek

Toch kunnen er vandaag al stappen worden gezet, vertelt Michelle Hanlon van Moonkind. Een gedeelde landingsplek bijvoorbeeld. 'Iedere keer er een ruimtetuig op de maan landt, doet dat stof opwaaien. Omdat er geen atmosfeer is op de maan gaat dat regoliet maar traag weer liggen. Een landing kan dus een wijdere impact hebben. Nu bestaat een project om regoliet af te vangen en te verharden, wat een solide landingsplek oplevert. Als de verschillende spelers dezelfde verharde plek gebruiken, vermindert de impact van landingen sterk. Een kleine stap, maar wel een die samenwerking versterkt, essentieel voor de bescherming van erfgoed in de ruimte.'

Het bewaren van objecten in een baan rond de aarde vraagt een andere aanpak. Zeker in een lage baan trekt de zwaartekracht van de aarde nog altijd aan satellieten, en vallen ze uiteindelijk terug in de dampkring. Om een historisch waardevol object zoals het internationale ruimtestation ISS te bewaren –  een belangrijk symbool van samenwerking – moet het eigenlijk in een baan verder van de aarde gebracht worden, ook om nieuwe satellieten niet in de weg te zitten. Een geschikte locatie om dergelijk erfgoed te parkeren zijn de Lagrangepunten waar de inwerking van verschillende krachten objecten in een stabiele baan houden.

Voorlopig blijft dit nog allemaal toekomstmuziek, en valt het aantal ruimtetoeristen nog op een hand te tellen. Maar de ruimte is een plek voor dromers. Misschien schuiven uw achterkleinkinderen ooit wel aan in de rij om Tranquility Base te bezoeken, terwijl hun kroost zeurt om een ruimte-ijsje. Als we niet nalaten de geschiedenis van de toekomst op tijd te beschermen tenminste.