Moederziel alleen op Mars

01 oktober 2015 door MV

Woensdag 7 oktober gaat The Martian in première. De film over een ruimtevaarder die alleen achterblijft op Mars is gebasseerd op het sciencefictionboek van computertechnicus Andy Weir. Eos sprak met de auteur.

Woensdag 7 oktober gaat The Martian in première. De film over een ruimtevaarder die alleen achterblijft op Mars is gebasseerd op sciencefictionboek van computertechnicus Andy Weir. Eos sprak met de auteur.

'De eerste zes dagen van wat de mooiste twee maanden van mijn leven hadden moeten zijn, zijn nu al veranderd in een nachtmerrie.' Zo begint Mars, een buitengewoon sciencefictionboek dat het verhaal vertelt van een doodgewaande astronaut op de rode planeet. Een vermakelijk horrorscenario misschien, maar dat niet alleen: de bestseller is uitzonderlijk vanwege zijn ongekende wetenschappelijke precisie.

Auteur Andy Weir, in het dagelijks leven computertechnicus, is nog steeds verbaasd over zijn succes. In 2012 maakte hij zijn verhaal gratis toegankelijk voor een schare trouwe volgers van zijn website - hardcore nerds volgens hemzelf. Toen hij vervolgens het boek voor de laagste prijs – 99 dollarcent – op Amazon zette, kwam Mars in no time in de top tien terecht van best verkochte boeken. Inmiddels verzorgde niemand minder dan Hollywoodgigant Ridley Scott (Alien, Gladiator) de verfilming van het boek, die bij ons vanaf 7 oktober in de zalen loopt.


‘Ik had niet gedacht dat zoveel mensen het leuk zouden vinden om een boek te lezen met zoveel berekeningen erin’, zegt Weir. ‘Het is best wel technisch: eigenlijk is het verhaal één lang wiskundig probleem. Maar dan wel praktisch: hoe koers je naar Mars, hoe verbouw je er aardappelen, enzovoort.’


Het hele boek draait om wat je doet als je alleen bent achtergelaten op Mars, in een habitat die gemaakt is om slechts dertig dagen te overleven. Hoe realistisch is dat scenario?
‘Voorlopig zie ik het nog niet snel gebeuren dat mensen naar Mars kunnen reizen. Bovendien zet in mijn boek een storm een noodevacuatie in gang. Ook dat is onrealistisch, want op Mars zijn er niet zulke stormen. Maar dán, als het hoofdpersonage Mark eenmaal in die habitat zit, wordt mijn boek wel heel realistisch: alles wat hij moet doen om te overleven zou in het echt ook mogelijk moeten zijn. Hij mag niet zomaar ergens voedsel vandaan toveren, maar moet echt uitrekenen hoe hij dat gaat doen met de beperkte hulpbronnen die hij heeft. In die zin schreef het verhaal zich bijna vanzelf. Als Mark tegen een probleem aanliep, dan ging ik voor hem uitzoeken hoe hij dat moest oplossen.’

‘Ik verwacht dat grote doorbraken, zoals antikankermedicijnen, gevonden zullen worden door computerbreinen’

Je bent computerprogrammeur. Waar haalde je de kennis vandaan hoe je bijvoorbeeld water maakt uit raketbrandstof?
‘Het is al heel lang m’n hobby om dat soort dingen uit te zoeken. Ik googelde vooral veel, en maakte flink wat sommetjes. Het is geweldig om in een tijd te leven waarin je alles kan opzoeken.’


De hoofdpersoon moet steeds problemen oplossen. Was er altijd maar één oplossing, of zijn er alternatieve manieren om te overleven op Mars?
‘Er waren inderdaad soms alternatieven. Maar soms was er ook helemaal geen oplossing voor een probleem. Dan moest ik technologie introduceren en toevoegen aan eerder geschreven hoofdstukken, om het verhaal te doen kloppen. Dat is een beetje smokkelen natuurlijk ... Soms ook liet ik het nieuw gecreëerde probleem weg, als ik er echt niet uitkwam.’


Intussen weten we veel meer over Mars dankzij de ontdekkingen van Marswagentje Curiosity. Als je het boek vandaag zou schrijven, zou je het dan anders doen?
‘Nee, ik zou niet veel veranderen. De belangrijkste ontdekking van Curiosity die wel invloed zou hebben, is de kwestie over hoeveel water er in de grond zit. Op de plaats waar Curiosity zich bevindt, Mount Sharp, zit zo’n dertig liter water per vierkante meter grond. Dat is veel meer dan iedereen verwacht had. Maar ik vind zelf mijn verhaallijn waarin Mark zijn eigen water moet maken juist heel interessant. Dus ik denk dat ik dan gewoon een paragraaf had toegevoegd waarin Mark uitlegt dat hij in een woestijngebied zit, waar veel minder water in de grond zit dan elders op Mars.’


Zou je zelf naar Mars willen als het kon? Wat denk jij van het Mars One project?
‘Ik neem het Mars One project niet echt serieus. De organisatoren hebben nog lang niet genoeg geld voor alle dure technologie die nodig is. Mars One is een goeie denktank, maar ik denk niet dat het werkelijk mensen naar Mars krijgt. Bovendien moet de kolonie vervolgens zelfvoorzienend worden en zelfs in staat zijn zich uit te breiden. Ik heb zelf schrijvend ontdekt hoe lastig de problemen zijn waar je dan tegenaan loopt.’

‘Nee, zelf zou ik nooit naar Mars gaan of zelfs niet naar de ruimte. Ik schrijf wel over heldhaftige figuren, maar zelf ben ik er geen …’


Sommige wetenschappers vinden de focus op Mars onzinnig: eerst moeten we ons maar wat meer verdiepen in de maan.
‘Daar ben ik het helemaal mee eens. Het is leuk om een boek over Mars te schrijven en ik hoop dat mensen er plezier aan beleven, maar wetenschappelijk gezien kunnen we beter eerst de maan leren kennen. Daar kunnen we ervaring opdoen die ons helpt om in de toekomst op Mars te overleven. De maan is de beste plek voor off-earth survival. Als er een noodgeval is, dan is de aarde maar een paar dagen reizen ver weg. Een Marsbasis heeft die luxe niet.’


Kan sciencefiction ons echt iets zeggen over hoe de toekomst eruit gaat zien?
‘Jazeker! Sciencefictionschrijvers hebben het opmerkelijk vaak goed. Arthur C. Clarke gaf bijvoorbeeld in zijn boeken voor het eerst de suggestie van artificiële satellieten. Nu zouden we niet meer zonder kunnen. Schrijver Isaac Asimov sprak voor het eerst over telefoons die je met je mee kon dragen. Of nog beter: Orson Scott Card schreef in zijn boek Speaker for the Dead voor het eerst over het internet.’


Aan welke voorspelling wilt u zich wagen?
‘Ik denk dat we heel dicht bij het punt zijn waarop computers ons voorbijstreven. Op dat moment zal alles veranderen. Niet dat ons een heel enge toekomst te wachten staat, hoor. Ik denk juist dat het ons leven enorm zal verbeteren. Ik verwacht dat enkele grote doorbraken, zoals antikankermedicijnen, gevonden zullen worden door computerbreinen.’

Andy Weir, Mars, Karakter, 19,95 euro
De verfilming loopt vanaf 7 oktober in de Vlaamse bioscopen.