‘Nu al naar Mars gaan is onverantwoord’

Enthousiasme alom deze week: er is een Belg in de running voor een one way ticket naar Mars. Ruimtevaartexperts zijn minder blij met het Mars One project. 'Een complete aanfluiting van wat ruimtevaart zou moeten zijn.'

Een complete aanfluiting van wat ruimtevaart zou moeten zijn. Zo omschrijft Waelkens het project van het Nederlandse consortium Mars One. ‘Vergelijk het met Columbus die naar Amerika trok. Hij is weliswaar aangekomen, maar de helft van zijn bemanning is onderweg gestorven. En wie wel aankwam, heeft zich daar als een wild beest gedragen. Wij móéten exploreren, dat zit in onze genen. Het determineert mee ons mens-zijn. Maar absoluut binnen de tien jaar naar Mars willen, is waanzin. Ook omdat men er een commerciële operatie van maakt, waarbij kandidaten via televoting geselecteerd zullen worden.'

‘Ik ga daar helemaal mee akkoord', vult Angelo Vermeulen aan. De bioloog-kunstenaar rondde in augustus 2013 een vier maanden durende Marssimulatiemissie af op Hawaï. 'De organisatoren beweren dat de technologie om naar Mars te gaan, er al staat, maar dat is een volstrekte leugen. Ofwel is ze er nog niet, ofwel is ze nog niet voldoende getest. Er zijn geen ruimtepakken voor Mars, er zijn geen landers voor astronauten. Bas Lansdorp (ceo van Mars One, red.) pakt uit met de boodschap dat Lockheed Martin de eerste lander gaat ontwikkelen. Maar eigenlijk betreft het nog maar een conceptstudie. Het is totaal onrealistisch om alles op tien jaar tijd te testen. Tenzij je enorme risico’s neemt. Mars One zal zo misschien verantwoordelijk zijn voor de eerste ramp in de commerciële ruimtevaart. Dan zal er paniek ontstaan, en dat heeft nadelige gevolgen voor de commerciële ruimtevaart.’

'Bovendien vrees ik dat er van een rijke menselijke cultuur in de ruimte, waar ik zoveel belang aan hecht, niets in huis komt met Mars One. Het lijkt me onzin om mensen de rest van hun leven op Mars te laten doorbrengen, bovendien in bijzonder kleine habitats.’

‘Daar komt bij dat Mars One is gekoppeld aan een reality-tv-show. Daarvoor mensen selecteren is totaal iets anders dan voor een ruimtemissie. Als je boeiende televisie wil maken, dan kies je voor mensen die zichzelf belangrijk vinden, die veel klagen en hun problemen voortdurend verbaliseren. Stop je die mensen in isolatie, zoals wij in Hawaï meemaakten, dan wordt dat de hel.’

Waelkens: ‘De grote afstand tot de aarde zal sowieso al zwaar wegen. Uit een psychologische studie blijkt dat astronauten in het ISS heel graag door het raam naar de aarde kijken. Ook astronaut Frank De Winne heeft me al verteld dat dat hem altijd rust verschafte. Bovendien weet je in het ISS dat je de volgende dag naar huis kan als het echt moet. Maar als je naar Mars gaat met Mars One, is de aarde een stipje, en is er geen weg terug. En wie is er psychologisch capabel om voor de rest van zijn leven op Mars te wonen? Mogelijk hebben de Marstronauten na enkele jaren allemaal een zware depressie, of plegen ze zelfmoord.’


Naast het technologische en het psychologische, zijn er nog andere problemen. Voeding, bijvoorbeeld.
Vermeulen: ‘Dat is vooral een kwestie van geld. Je kan op voorhand een voedselvoorraad en ander materiaal naar Mars sturen, wat Mars One ook gaat doen. De jaren die volgen, moet je regelmatig bevoorraden. En daarnaast kan je proberen zelf voedsel te kweken op Mars. In ondergrondse ‘groeikamers’ met ledlicht, bijvoorbeeld. Bovengronds is er te weinig zonlicht en te veel uv-straling.’


Kosmische straling kan dan weer medische problemen veroorzaken, zoals kanker.
Vermeulen: ‘Vooral de kosmische straling tijdens de zeven maanden lange reis naar Mars, bijvoorbeeld na een zonne-uitbarsting, baart zorgen. Dat de Marsreizigers veel kwaaltjes zullen ontwikkelen, is onvermijdelijk.’
Waelkens: ‘Een oplossing die daarvoor soms wordt genoemd, is terravorming: de creatie van een aardse atmosfeer. Dat is nu nog sciencefiction, maar het is niet in strijd met de natuurwetten. Misschien kan het dus ooit wel.’
Vermeulen: ‘Het staat in elk geval vast dat de mens in staat is om het klimaat van een planeet te manipuleren. Denk aan de klimaatverandering op aarde en aan concepten voor geo-engineering om dat tegen te gaan. Uitgaande van dat principe kunnen we wellicht de atmosfeer van een planeet als Mars aanpassen. Of we dat op een gecontroleerde manier zullen kunnen doen, is een andere vraag … Maar moeten we de aardse context wel meenemen? We kunnen de mens ook fysiek aanpassen zodat hij beter in de ruimte kan leven.’
Waelkens: ‘Het zal nog lang duren voor we ons goed kunnen wapenen om in de ruimte te leven. We zijn er wel al in geslaagd technologie space qualified te maken: kijk maar naar de enorme miniaturisatie van ruimtevaarttechnologie. Dat kan niet voor de mens, tenzij we het doen op het niveau van het DNA. We zouden op langere termijn computers de ruimte in kunnen sturen met het menselijk genoom. Zo zouden we alle sterren van ons melkwegstelsel kunnen verkennen en naar planeten zoeken. Als we dan inderdaad een aardse atmosfeer kunnen creëren en uit het genoom weer mensen maken, kunnen we de hele Melkweg koloniseren. Dat is natuurlijk nog heel ver van ons bed, maar het is niet ondenkbaar dat de wetenschap er op lange termijn naartoe gaat.’
Vermeulen: ‘Er zijn vandaag al DNA-printers, dus theoretisch gesproken zouden wij ons beider DNA kunnen laten printen en als we dat injecteren in een cel dan zouden er een soort dubbelgangers moeten ontstaan. Zelf ben ik dat idee niet zo genegen omdat ik net geïnteresseerd ben in menselijke interactie en cultuur. Door de reductie van astronauten tot een DNA-code verlaat je nu net het menselijk lichaam. Maar intellectueel is het een interessant idee.’

Een andere commerciële organisatie, SpaceShipTwo, wil toeristen een ruimtereis bieden. Is dat wel een goede evolutie?
Vermeulen: ‘Ik vind het persoonlijk een mooie evolutie. Het is een democratisering van de ruimtevaart. Voorlopig gaat het wel maar om een paar minuten gewichtloosheid, dus erg spectaculair is het allemaal niet.'


Waelkens: ‘Enerzijds vind ik het belachelijk om zoveel energie en grondstoffen te gebruiken om daarboven te gaan rondhangen. Anderzijds kan de commercialisering van de ruimtevaart ook de overheidsmissies goedkoper maken. Laat de industrie maar doen wat ze kan doen, dan speelt de concurrentie en wordt het goedkoper.’