Omgeving ruimtesonde Voyager verandert snel
07 augustus 2012 door EERuimtesonde Voyager 1 lijkt op het punt de invloedssfeer van onze zon te verlaten, en de interstellaire ruimte te betreden.
Al een tijdje is duidelijk dat ruimtesonde Voyager 1 op het punt staat om de invloedssfeer van onze zon te verlaten, en de interstellaire ruimte te betreden. Twee van de drie indicatoren die naar verwachting het passeren van de 'drempel' zullen verraden, vertonen de laatste tijd grotere veranderingen dan de zeven jaar daarvóór.
De Voyager 1 werd op 5 september 1977 gelanceerd, scheerde langs de planeten Jupiter en Saturnus en is nu, bijna 35 jaar later, nog steeds operationeel. Zijn afstand tot zon en aarde bedraagt inmiddels ruwweg 18 miljard kilometer.
De afgelopen jaren wordt met spanning uitgekeken naar de meetgegevens die de ruimtesonde naar de aarde zendt. Op 28 juli mat hij een sterke stijging van de energierijke kosmische straling die van buiten het zonnestelsel afkomstig is. Nog diezelfde dag daalde het aantal minder energierijke deeltjes dat uit het zonnestelsel zelf kwam met de helft. Drie dagen later waren de meetwaarden weer zo'n beetje op hun normale niveau.
Volgens wetenschappers wijzen zulke sterke fluctuaties erop dat Voyager 1 de interstellaire ruimte - de ruimte tussen sterren - dicht is genaderd. Als het echt zo ver is, moet ook een derde indicator omslaan: de richting van het magnetische veld in de omgeving van de ruimtesonde.