Naast een hele reeks aan bijwerkingen zoals ruimteziekte, desoriëntatie en bot- en spierafbraak is nu ook aangetoond dat astronauten te kampen krijgen met een verhoogde lichaamstemperatuur tijdens hun ruimtetrip.
Er moet geen tekening bij gemaakt worden: de ruimte is een vijandige omgeving voor het menselijk lichaam.
Er moet geen tekening bij gemaakt worden: de ruimte is een vijandige omgeving voor het menselijk lichaam. Het (virtueel) ontbreken van zwaartekracht, langdurige isolatie, kosmische straling, … Het zijn slechts enkele van de uitdagende factoren waar astronauten mee te maken krijgen tijdens hun trip naar het internationaal ruimtestation (het ISS). Al deze factoren voorzien astronauten van een straffe cocktail aan ‘bijwerkingen’: ruimteziekte (vergelijkbaar met reisziekte hier op aarde), hoofdpijn, desoriëntatie, afbraak van spieren en botten en ga maar door. Een recente studie, geleid door Duitse onderzoekers, heeft nu ook aangetoond dat astronauten te kampen krijgen met een verhoogde lichaamstemperatuur tijdens hun ruimtetrip, ruimtekoorts zeg maar.
Mensen zijn warmbloedige wezens, met andere woorden: we produceren zelf warmte om zo een relatief constante lichaamstemperatuur van 37 °C aan te houden. Er kunnen uiteraard schommelingen zijn, zoals bijvoorbeeld tegen het einde van de dag, maar in normale omstandigheden slagen we er goed in om deze temperatuur stabiel te houden. Althans, onze hersenen slagen erin, meer bepaald een kleine kern in de hypothalamus (voor de liefhebbers: de preoptic nucleus). Deze regulatie en het relatief constant houden van onze lichaamstemperatuur is erg belangrijk. Denk maar eens even terug aan de laatste keer dat je 38° kon aflezen op de thermometer. Algemene malaise, zweten, rillen, vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn. En dat allemaal door een inwendige temperatuursverhoging van één luttele graad Celsius. Een constante lichaamstemperatuur is dus echt wel een voorwaarde voor het optimaal functioneren van zowel ons lichaam als onze geest. Hoe verder de lichaamstemperatuur afdwaalt van die 37°C, hoe ernstiger de gevolgen, met levensbedreigende situaties aan de uiteinden van de afwijking.
Wat heeft dit nu allemaal met astronauten te maken? Wel, de onderliggende processen die betrokken zijn voor het reguleren van de lichaamstemperatuur (gerelateerd aan warmtetransfer), worden enorm uitgedaagd tijdens een ruimtereis. De unieke situatie van het ontbreken van zwaartekracht zorgt er immers voor dat deze processen suboptimaal verlopen; zweten is geen evidentie in de ruimte (er wordt immers niet aan de zweetdruppels ‘getrokken’ door de zwaartekracht, waardoor ze ter plaatse blijven) en ook warmtetransfer verloopt niet zoals het hoort. Gevolg? Verhoogd risico op het oplopen van de lichaamstemperatuur en dus hyperthermie (een te hoge lichaamstemperatuur). En het wordt nog grimmiger: dit alles wordt nog gevaarlijker tijdens het sporten. En laat dat nu net een belangrijk aspect van ruimtereizen zijn. Astronauten doen aan sport bij wijze van spreken op voorschrift, om hun spierafbraak tegen te gaan.
Elf astronauten werden regelmatig getest voor, tijdens en na hun langdurige ruimtevlucht. Verdict van de studie: de lichaamstemperatuur in rust loopt gemiddeld 1°C op en dit verhoogt wanneer astronauten fysiek actief zijn, wat bij sommigen onder hen overeenkomt met een lichaamstemperatuur van meer dan 40°C. Het moet niet gezegd zijn dat dit nefaste gevolgen kan hebben op hun gezondheid en op hun functioneren, om nog maar te zwijgen van het handelen in hoge stresssituaties. Het positieve nieuws is wel dat deze verhoogde lichaamstemperatuur terugkeert naar baseline wanneer de astronauten retourneren naar hun thuisplaneet, al duurt dit wel een tiental dagen.
Vooral met het oog op toekomstige ruimtemissies en meer exotische missies naar Mars is dit heel belangrijk. We willen uiteraard dat gezonde mensen voet zetten op de Rode Planeet en bovendien ook dat ze gezond blijven.
Ruimtekoorts, een nieuwe bijwerking op de bijsluiter voor ruimtereizen?