Vlaanderen heeft een kleine, maar bloeiende ruimtevaartsector. Met een nieuw impulsprogramma wil de Vlaamse regering het onderzoek stimuleren en de ruimtevaartindustrie verder laten groeien. Want investeringen in de ruimtevaart leiden ook tot innovaties in andere sectoren, zegt bevoegd Vlaams minister Hilde Crevits.
Vlaams minister Hilde Crevits beleefde een kleine aha-erlebnis toen een medewerkster vertelde dat een raketlancering haar zoon had aangezet om wetenschappen te studeren. Ze was net begonnen aan een nieuwe legislatuur en kreeg voor het eerst wetenschap en innovatie bij haar bevoegdheden. De ruimte, en alles wat daar gebeurt en mogelijk is, zo besefte Crevits, zet jonge mensen aan tot dromen. Het is een ideaal instrument om ze warm te maken voor wetenschap en technologie. Maar er waren nog meer redenen om een eigen beleid rond ruimtevaart te ontwikkelen.
‘Er was al langer een lacune. Vlaanderen wil sterk inzetten op innovatie, en ruimtevaart is een hypertechnologische sector waarin ook lokale bedrijven actief zijn. Maar een aangepast beleid ontbrak. Zowel vanuit de onderzoekswereld als het bedrijfsleven klonk de vraag daarnaar steeds luider. Het was hoog tijd om iets te ondernemen.’
‘Aan ruimtevaart hangt veel technologie vast die in andere domeinen toepasbaar is. En die hebben we nodig om grote uitdagingen als klimaatverandering en mobiliteit aan te pakken. Denk aan satellietdata of aardobservatiegegevens die veranderingen in het aardoppervlak rapporteren of die we kunnen gebruiken voor navigatie, telecommunicatie of meteorologie. Ruimtevaartdata bieden een grote meerwaarde voor tal van sectoren, van landbouw tot defensie.’
‘Als je kijkt naar de maatschappelijke en economische return van ruimtevaart in Wallonië, dat hierin historisch sterker staat, dan mochten we echt niet te lang meer wachten. Vlaanderen heeft weinig natuurlijke grondstoffen, maar beschikt wel over een rijk ecosysteem van kennisinstellingen en innovatieve bedrijven. Het komt erop aan dat maximaal te benutten.’
Het Vlaamse ruimtevaartimpulsprogramma focust op vijf domeinen: de verdere ontwikkeling van Flanders Space, het zoeken naar talent voor ruimtevaartonderzoek, het opzetten van een gunstig ondernemingsklimaat, het succesvol maken van Vlaamse spelers in internationale ruimtevaartprogramma’s en wetenschapscommunicatie.
Flanders Space heet het netwerk dat kennisinstellingen, bedrijven en overheidspartners moet ondersteunen om met ruimtevaartdata effectief en efficiënt aan de slag te gaan. Het is het bindmiddel tussen de vijf luiken, en wordt vertegenwoordigd door de Vlaamse Ruimtevaart-industrie (VRI), ondernemerskoepels UNIZO, VOKA en AGORIA, het departement EWI, FWO Vlaanderen en VLAIO. Het ruimtevaartimpulsprogramma voorziet 11 miljoen euro voor de komende vijf jaar.
Ruimtevaart is in België een federale aangelegenheid. Leidt het Vlaamse initiatief niet tot extra spanning?
‘Ruimtevaartonderzoek wordt beheerd door BELSPO (acroniem van het Federaal Wetenschapsbeleid, red.), maar ik wil het ook inbedden in het Vlaamse wetenschapsbeleid. Het is niet omdat de sector klein is, dat hij geen grote impact heeft. Ik vind dat we vanuit andere sectoren met een Vlaamse bril naar ruimtevaart moeten kijken. Veel bevoegdheden zijn federaal, maar economie én wetenschapsbeleid zijn dat niet. Er is dus geen enkele reden om de krachten niet te bundelen. Eigenlijk willen we complementair zijn en de kansen voor onze bedrijven vergroten om mee te dingen in belangrijke Europese projecten. Het niet de bedoeling om een Vlaamse BELSPO op te richten.’
Waarin staan de Vlaamse bedrijven sterk?
‘Heel wat bedrijven en instituten zijn met hun producten, kennis of diensten Europees of wereldleider. Ze zijn nichespeler in robotica, instrumentatie, camera’s, monitoring van de aarde en life sciences. Het Zaventemse bedrijf Space Applications Services, bijvoorbeeld, maakt kleine kubusjes voor de minilabs, die in het internationaal ruimtestation ISS worden gebruikt. De koppelingsmechanismen van het ISS werken met technologie van het Vlaamse QinetiQ Space. Datzelfde bedrijf, het vroegere Verhaert, ontwierp begin deze eeuw de eerste Europese satelliet PROBA. Het nucleaire onderzoekscentrum SCK CEN in Mol ontwikkelt stralingsmodellen voor astronauten die buiten het ISS werken. Het laat daarvoor metingen en bloedanalyses uitvoeren. SCK CEN werkt ook mee aan de Europese ruimtepakken.’
‘Ik kijk uit naar de eerste vrouw op de maan, en het zou fantastisch zijn mocht dat een Vlaamse zijn’
‘Soms zijn er eerder onverwachte links. De VRI, de organisatie die de ruimtevaartindustrie overkoepelt, werkt samen met Flanders Food. Met als resultaat een project van voedingsproducent Puratos en een start-up om tarwe onder de grond te laten groeien, wat het geschikt moet maken voor toekomstige Marsmissies (zie ook ‘Een bakkerij op 400 miljoen kilometer van de aarde’, pg. 84). Ruimtevaart is extra aantrekkelijk omdat het een boost kan geven aan eerder klassieke sectoren. We stoppen 11 miljoen euro in dit impulsprogramma, we moeten er nu voor zorgen dat meer bedrijven mee kunnen surfen op de ruimtevaarthausse.’
Is er genoeg talent in Vlaanderen? Hier is geen technische universiteit. Wie voor ruimtevaartingenieur wil studeren moet naar Delft, waar de plaatsen beperkt zijn.
‘Bij ons is alle universitair onderwijs academisch, niet technisch. Ik denk dat onze opleidingen, bijvoorbeeld burgerlijk ingenieur, sterk genoeg staan om ruimtevaartonderzoek naar een hoger niveau te tillen. Om dat verder te stimuleren lanceren we zestien onderzoeksbeurzen, de zogenaamde Frank De Winne-mandaten, om jonge onderzoekers te laten doctoreren in domeinen die met ruimtevaart te maken hebben. Aanvullend kunnen bij VLAIO, de Vlaamse economie-administratie, vier postdocs terecht om hun onderzoek te laten valoriseren in samenwerking met de bedrijfswereld. Dat moet resulteren in spin-offs, start-ups en meer dynamiek in de ruimtevaartindustrie. Als je studenten warm wil maken voor de sector, moet je er ook budget voor vrijmaken. Er is overigens veel interesse in deze mandaten.’
De voorbije jaren kwam ruimtevaart voor een stuk in privéhanden, van ‘ruimtecowboys’ als Jeff Bezos of Elon Musk. Ook de mondiale digitalisering wordt gestuurd door big tech-bedrijven. Wat kunnen kleine spelers in Vlaanderen, of zelfs Europa, hier tegenover stellen?
‘New space is een ontwikkeling waar we niet omheen kunnen. Voor gevestigde spelers die het gewoon waren om via programma’s van ESA of NAVO te werken, is dit een nieuwe situatie. Maar er zijn ook kansen en mogelijkheden, bijvoorbeeld voor start-ups die dankzij hun resultaten buitenlandse investeerders aantrekken of die snel overgenomen worden.’
‘Het zou goed zijn als er Europese regels zouden komen voor ruimtevaartontwikkeling. Binnen de Europese Unie lopen er discussies over de strategische autonomie van onze bedrijven. Op het gebied van ruimtevaart is er Europese eensgezindheid nodig om ons als blok te presenteren. In se is de ruimte niet verschillend van de aarde. We kennen genoeg voorbeelden waar we het door een gebrek aan regels over organisatie en ontginning moeilijk maken voor onze toekomstige generaties.’
‘Ruimtevaartdata bieden een meerwaarde voor tal van sectoren, van landbouw tot defensie’
Ruimtevaart leidt tot aardse toepassingen, die ons leven hier beter kunnen maken. Maar nu ruimtereizen eindelijk realiteit zijn leeft het idee weer op dat we maan en Mars moeten koloniseren. Gaat u daarin mee?
‘De grote meerwaarde zit voorlopig in ontwikkelingen als gps, telecommunicatie, voedselvoorziening en andere alledaagse toepassingen die ons leven vergemakkelijken. Ik richt me nu vooral op die concrete technologische innovaties. Maar in ruimtevaart moet je per definitie ver in de toekomst durven kijken en volop dromen. Dat maakt het zo aantrekkelijk voor jongeren. Hun fantasie wordt geprikkeld met wat in de ruimte nog allemaal mogelijk is. Het is wel niet mijn bedoeling om als Vlaams minister ruimtereizen te organiseren.’
De laatste missie van astronaut Frank De Winne dateert intussen uit 2009. Waar blijft de volgende generatie Vlaamse astronauten?
‘Ik herinner me nog goed toen de eerste Belg naar de ruimte ging. Wat Dirk Frimout en later Frank De Winne gepresteerd hebben spreekt nog altijd tot de verbeelding. Iedereen kent hen. Nu zoekt ESA voor het eerst in twaalf jaar nieuwe astronauten. En er zijn ook twee Vlaamse vrouwen kandidaat: Barbara Versyck en Hetty Helsmoortel! Bij de vorige oproep in 2008 waren er tienduizend kandidaten voor zes plaatsen. Dat is ontnuchterend. De tickets zijn duur, en de gevraagde capaciteiten zeer groot.’
‘Ik kijk wel uit naar de eerste vrouw op de maan, en het zou fantastisch zijn mocht dat een Vlaamse zijn. We kunnen daar weinig lobbyen, maar wel sensibiliseren en zoeken naar nieuwe rolmodellen. Vandaar het belang van wetenschapscommunicatie, die een onderdeel vormt van het impulsprogramma. We ondersteunen het KNAL!-festival in Leuven, en meer bepaald de ruimtevaartdagen (op 3 en 4 december 2021, red.) waar het brede publiek kan kennismaken met de Vlaamse ruimtevaart. Hopelijk komen daar veel jongeren op af die zich laten verleiden tot een wetenschappelijke opleiding.’
Beeld: IDAgency