Saturnusmaan Enceladus heeft een verborgen oceaan
04 april 2014 door EENieuwe resultaten van de ruimtesonde Cassini, die al tien jaar om de planeet Saturnus cirkelt, bevestigen dat er onder de korst van de kleine ijsmaan Enceladus een diepe oceaan schuilgaat.
Nieuwe resultaten van de ruimtesonde Cassini, die al tien jaar om de planeet Saturnus cirkelt, bevestigen dat er onder de korst van de kleine ijsmaan Enceladus een diepe oceaan schuilgaat. Dat blijkt uit nauwkeurige metingen van het zwaartekrachtsveld van deze maan die zijn gedaan op momenten dat Cassini op minder dan honderd kilometer langs het oppervlak scheerde (Science, 4 april).
De metingen laten zien dat er een duidelijk ‘overschot’ aan massa zit rond de zuidpool van Enceladus. De ijskorst in dat gebied bevat namelijk te weinig massa om de zwaartekrachtsaantrekking ter plaatse te kunnen verklaren. Volgens het internationale onderzoeksteam dat de Cassini-metingen heeft geanalyseerd moet de extra massa voor rekening komen van iets dat zwaarder is dan ijs, en dat is vrijwel zeker simpelweg vloeibaar water.
Om de afwijkende zwaartekracht rond de zuidpool van de Saturnusmaan te kunnen verklaren, moet zich onder de dertig tot veertig kilometer dikke ijskorst een laag water bevinden die zich uitstrekt tot halverwege te evenaar. Deze ‘ondergrondse’ oceaan zou op het diepste punt tien kilometer diep zijn.
Dat er onder het oppervlak van Enceladus een voorraad vloeibaar water schuilgaat werd al een tijdje vermoed. In 2005 ontdekte Cassini dat er aan de zuidpool van deze maan fonteinen van waterdamp en ijsdeeltjes ontsnappen. Het lijkt er nu dus op dat de bron van deze ijsfonteinen bij een diep gelegen oceaan moet worden gezocht. Maar het is nog onduidelijk hoe het water daarvan door het tientallen kilometers dikke ijs omhoog weet te sijpelen.
Voor het feit dat het oceaanwater in Enceladus vloeibaar blijft bestaat al wel een verklaring. Dat is deels te danken aan de daarin oploste zouten. De wisselende getijkrachten die het ongeveer vijfhonderd kilometer grote maantje ondervindt doordat zijn afstand tot Saturnus varieert doen de rest: die veroorzaken spanningen en wrijvingen in de dikke ijskorst, waarbij warmte vrijkomt.