De ESA Gaia ruimtetelescoop heeft ons in het afgelopen jaar maar liefst honderdduizend nieuwe sterren bijgegeven wiens variabiliteit door een stertrilling verklaard kan worden. Dat is voor sterrenkundige Conny Aerts (KU Leuven) de prestatie van 2022.
De ESA Gaia ruimtetelescoop heeft ons in het afgelopen jaar maar liefst honderdduizend nieuwe sterren bijgegeven wiens variabiliteit door een stertrilling verklaart kan worden. De vraag of het instrument daarin slaagt, want het is daar absoluut niet voor gebouwd, werd zo positief beantwoord. Voor elk van deze sterren wachten we nu met spanning op meer langdurige metingen van de Gaia en TESS satelliet. Daarna kunnen we hun interne rotatie achterhalen. We zullen daarvoor de hulp nodig hebben van artificiële intelligentie, omdat we dit niet meer ster per ster kunnen doen. De codes worden alvast ontwikkeld.
Vraag voor 2023 - Welk effect heeft de Lorentzkracht op stertrillingen?
‘Nu we de interne rotatie van sterren stilaan onder de knie krijgen, moeten we die andere verwaarloosde kracht in de theorie van sterevolutie implementeren: de Lorentzkracht (de kracht die wordt uitgeoefend door een elektromagnetisch veld, red.). Tot nu toe is er enkel observationeel bewijs voor een inwendig magneetveld in een paar oude sterren, maar dat magneetveld heeft effecten sinds de geboorte van elke ster en die steken ook niet in de theorie van sterevolutie. Eens we een goede inwendige rotatiemeting hebben, kunnen we proberen om het minieme effect van de Lorentzkracht op de stertrillingen observationeel te zoeken. Wij hopen dat dit lukt voor jonge sterren die aanzienlijk zwaarder zijn dan de zon in de loop van 2023, door een combinatie van Gaia, Kepler en TESS ruimtewaarnemingen te analyseren.’
In het januarinummer van Eos Wetenschap kan je een interview met Conny Aerts lezen.