Vlak na haar ontstaan zou de maan levensvatbaar zijn geweest, en zouden er simpele micro-organismen kunnen geleefd hebben.
Een van de theorieën over het ontstaan van het leven op aarde is dat de vroegste bouwstenen afkomstig zijn van ingeslagen meteorieten, vier miljard jaar geleden – kort na het ontstaan van onze planeet dus. Volgens Amerikaanse wetenschappers kan hetzelfde scenario zich afgespeeld hebben op de maan, vlak nadat die zich had gevormd uit brokstukken van de aarde (en mogelijk van een andere, nog onbekende planeet).
Ze hebben in de geschiedenis van de maan twee perioden gevonden waarin de maan wellicht levensvatbaar was – lees: er was vloeibaar water en iets dat lijkt op een atmosfeer. Ze situeren die perioden vier miljard jaar geleden (dus vlak na het ontstaan) en 3,5 miljard jaar terug. Volgens de onderzoekers spoten er tijdens beide perioden gigantische hoeveelheden heet gas uit de kern van de maan naar het oppervlak. De dampen zouden een atmosfeer kunnen gevormd hebben, en de waterdamp zou neergeslagen zijn in poelen van vloeibaar water. Het zou miljoenen jaren geduurd kunnen hebben vooraleer alles weer was opgedroogd.
Dat er water is op de maan, is allang geen nieuws meer. In 2009 vonden wetenschappers grote hoeveelheden ijs vlak onder het maanoppervlak. En men gaat ervan uit dat er ook water zit in het binnenste van de maan.
Daarnaast denken de vorsers dat de vroege maan ook een magnetisch veld kan hebben gehad. Dat zou mogelijke maanbewoners kunnen beschermd hebben tegen de schadelijke straling van de zonnewind.
Als er ooit leven is geweest op de maan, ging het waarschijnlijk om oerversies van cyanobacteriën, die op aarde de oudste fossielen vormen van de levensstamboom.