Column
Ruimte

Wat astronomen kunnen afleiden uit röntgenringen

Echo’s van een gasexplosie, vastgelegd door NASA’s ChandraX.ray Observatory, leren iets over de samenstelling van stof in het Melkwegstelsel.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

Waren onze ogen maar gevoelig voor röntgenstraling. Dan zouden we hoog aan de hemel, in het sterrenbeeld Zwaan, een verzameling gloeiende ringen zien, ongeveer zo groot als de volle maan. De röntgenringen zijn hier in beeld gebracht door NASA’s Chandra X-ray Observatory, de satelliet die al ruim twintig jaar in een langgerekte baan om de aarde draait. De Chandra-waarnemingen zijn gecombineerd met een ‘gewone’ foto van het betreffende deel van de sterrenhemel, gemaakt door de Pan-STARRS-telescoop in Hawaï.

De bijzondere ringen zijn zogeheten lichtecho’s. In het centrum van de ringen, op 7.800 lichtjaar afstand van de aarde, bevindt zich een onopvallend sterretje (V404 Cygni geheten), dat eens in de 6,5 dagen rond een zwart gat cirkelt. Het zwarte gat, dat ongeveer negen keer zo zwaar is als de zon, zuigt materie van de ster op. Heel af en toe leidt dat tot een korte uitbarsting van energierijke röntgenstraling. Dat gebeurt wanneer een grote hoeveelheid gas sterk wordt verhit vlak voordat het in het zwarte gat verdwijnt. Zo’n uitbarsting werd voor het laatst waargenomen op 5 juni 2015.

Hoewel die uitbarsting zelf niet lang duurde, hebben sterrenkundigen in de periode daarna vele maanden lang uitdijende lichtecho’s waargenomen: röntgenstraling van de explosie, weerkaatst door kosmische stofwolken die zich tussen het zwarte gat en de aarde in bevinden. Het verschijnsel is vergelijkbaar met het narommelen van de donder na een verre bliksemontlading in een berggebied. De korte donderslag wordt weerkaatst door dichterbij gelegen berghellingen, en gedurende enkele seconden komt het geluid met enige vertraging bij de waarnemer aan, uit verschillende richtingen.

Door het ontwerp van de detectors van de Chandra­telescoop zijn de röntgenringen niet compleet afgebeeld. In werkelijkheid zijn ze volledig rond. De metingen leveren niet alleen informatie op over de verdeling van stof in het Melkwegstelsel, maar ook over de samenstelling ervan. Uit het feit dat de minder energierijke röntgenstraling is geabsorbeerd, leiden astronomen af dat de wolken microscopisch kleine grafiet- en silicaatdeeltjes moeten bevatten.

V404 Cygni vertoonde eerder explosies in 1938, 1956 en 1989. Het zal waarschijnlijk nog wel even duren voordat het zwarte gat opnieuw zo’n röntgenuitbarsting te zien geeft.