Exact vijf jaar geleden ontdekte de Kepler-ruimtetelescoop de 1000ste exoplaneet. Intussen zijn het er ruim 4000. Waarom is er dan toch nog steeds geen spoor van buitenaards leven? En wanneer zet de mens voet op een tweede aarde?
Wat is een exoplaneet?
Het wetenschappelijke antwoord is genuanceerder dan een planeet die draait om een andere ster dan de zon. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA omschrijft het zo: ‘Een planeet buiten ons zonnestelsel, meestal draaiend om een ster. Ze bestaan in uiteenlopende varianten: van gasreuzen groter dan Jupiter tot rotsachtige planeten van het formaat aarde. Het kan er zo heet zijn dat metaal aan de kook blijft of zo koud dat alles permanent bevroren is. Sommige zweven zonder zon in volslagen duisternis. Andere cirkelen zo dicht rond een ster dat een aardjaar er niet langer duurt dan een paar dagen, en nog andere draaien om twee zonnen.’
Hoeveel exoplaneten zijn er?
De eerste, 51 Pegasi b, werd in 1995 ontdekt door Michel Mayor en Didier Queloz, die daarvoor vorig jaar de Nobelprijs voor Natuurkunde kregen. ‘Ik ben blij dat de studie van exoplaneten hiermee erkend is,’ gaf Queloz fijntjes mee, op de website van Cambridge University. Nogal wat critici lachten zijn primeur destijds namelijk weg en stelden dat exoplaneten niet bestonden.
Quod non, dus. Precies 5 jaar geleden, op 6 januari 2015, maakte de NASA de ontdekking bekend van drie nieuwe exoplaneten: Kepler-438b, Kepler-442b en Kepler-440b. Daarmee werd de kaap gerond van 1000 exoplaneten waarvan het bestaan aangetoond is door minstens twee methodologieën. En het gaat razendsnel: vandaag, bij de vijfde verjaardag van die mijlpaal, staat de NASA-teller al op 4104.
Zet de mens ooit voet op een exoplaneet?
Zeker niet op korte termijn omdat we technologisch nog niet ver genoeg staan. De dichtstbijzijnde, Proxima Centauri b, ligt op 4 lichtjaren. Vooralsnog veel te ver voor een bemande missie. Dat is extra frustrerend voor zowel de wetenschap als het grote publiek. Want uitgerekend de relatief minst onbereikbare exoplaneet werpt de meest fascinerende vraag op.
Aan de ene kant lijken factoren als zonnevlammen leven op Proxima Centauri b uit te sluiten. Maar ze ligt anderzijds wel in het zogenoemde Goudlokjegebied: de zone rond een ster waarin leven zoals op aarde mogelijk is omdat water er alvast niet bevroren blijft of verdampt. ‘Een tweede aarde hebben we nog niet ontdekt,’ stelt de in deze zoektocht gespecialiseerde planetologe en astrofysicus Sara Seager (MIT). ‘Maar we komen wel steeds dichter bij de ontdekking van een andere bewoonbare wereld.’
Hoe zit het met buitenaards leven?
Seager is er zeker van: ‘We staan op de drempel van een gigantisch moment: de ontdekking van leven elders dan op aarde. Ze ligt binnen ons bereik, qua middelen en technologie.’ William Borucki, hoofdonderzoeker bij de Kepler-missie, is voorzichtiger: ‘Pas wanneer we veel planeten zoals de onze ontdekken, zullen we weten dat wij waarschijnlijk niet de enige intelligente levensvorm zijn in het universum.’
Wat is de eerstvolgende stap?
De lancering van de James Webb-ruimtetelescoop. Een van zijn kernmissies is het in kaart brengen van de chemische en fysische samenstelling van sterrenstelsels en het peilen naar mogelijk leven. Die lancering is al een paar keer uitgesteld, maar volgens de laatste berichten zou het nog voor dit jaar zijn.
Hoelang moeten we dan nog wachten?
Nobelprijswinnaar Queloz gaat ervan uit dat we binnen de 30 jaar de technologie kunnen ontwikkelen om vanuit de ruimte biochemische indicaties van leven op een exoplaneet op te sporen. ‘En ik ben er zeker van dat we vanop de aarde binnen de 100 jaar buitenaards leven zullen detecteren.’