125 jaar geleden steelt Nikola Tesla de show op de Wereldtentoonstelling in Chicago met zijn veelbesproken ei van Columbus. Gaat het om louter spektakel van een pseudowetenschapper, of om grensverleggende technologie van een pionier?
Het ei van Columbus gaat al mee sinds de Italiaanse historicus Girolamo Benzoni het verhaal voor het eerst aanhaalt in 1565, in zijn boek Historia del Nuevo Mundo. Bij zijn terugkeer na de ontdekking van Amerika wordt Christoffel Columbus uitgenodigd op een galadiner, waarop hij van sommige hoge heren te horen krijgt dat dit allemaal toch niet zo moeilijk is, continentjes ontdekken. Columbus ontwijkt de discussie en vraagt zijn tafelgenoten of zij een ei zonder enige steun rechtop kunnen zetten. Waarop hij een ei neemt, één kant van de schaal plattikt en het rechtop zet. Quod erat demonstrandum: iemand moet nu eenmaal voordoen hoe het moet, met dat ei én met die ontdekkingsreizen.
‘Mocht Tesla nu leven, dan zou hij in de marge van de wetenschap belanden. Eventueel zou hij kunnen werken als zelfstandig consultant’
Meer dan waarschijnlijk is deze anekdote een fabeltje, want precies hetzelfde verhaal doet de ronde met in de hoofdrol Filippo Brunellesschi, de bouwmeester van de Duomo in Firenze, en die overlijdt vijf jaar voor Columbus’ geboorte.In 1893 komt het verhaal opnieuw boven water op de Wereldtentoonstelling in Chicago. Op 1 mei van dat jaar wil Nikola Tesla aantonen dat een ei wel degelijk rechtop kan staan. Het is geen stunt om het spektakel, maar eerder een schoolvoorbeeld van zijn eigengereide manier om de wetenschap en de technologie te innoveren. Hij bewijst namelijk het principe van de inductiemotor met een stalen ei, dat ronddraait met de frequentie van het elektromagnetische veld. Bij hogere frequenties richt het ei zich op en draait het stabiel om zijn punt. Stelling bewezen.
‘Typisch Tesla’, zegt hoogleraar logica en wetenschapsfilosofie Jean Paul Van Bendegem. ‘Iets met motoren! Tesla wordt meer aangeduid als ingenieur dan als wetenschapper. Zijn methodes waren vrij onorthodox als je het vanuit wetenschappelijk oogpunt bekijkt. Het is een beetje wat Kees van Kooten ‘prutselen’ noemt, een combinatie van knutselen en prutsen. Hij wist dat hij ergens naartoe ging, maar niet naar waar.’
Onorthodoxe methodes
Dat fameuze ei in Chicago toont eens te meer de dualiteit van Nikola Tesla aan: speels en serieus, gek en geniaal. In de loop der decennia wordt zijn ernstig wetenschappelijk werk echter helemaal overschaduwd door zijn excentriciteit. Ergens is dat nog begrijpelijk, want zelfs naar de klassieke clichénormen van de geniale maar gestoorde wetenschapper is de Servisch-Amerikaanse uitvinder een vreemde vogel, maar een andere factor speelt daarin wellicht een nog grotere rol.
Tesla heeft geen enkele belangstelling voor het commerciële aspect van het uitvindersvak dat, in het kielzog van de industriële revolutie, almaar dominanter wordt. In tegenstelling tot met name zijn eerste werkgever Thomas Alva Edison, staat hij er geen seconde bij stil hoe hij zijn ideeën in de markt kan zetten en er geld mee kan verdienen. Het gaat Tesla louter en alleen om de vooruitgang. Een idealist, dus.
Vooral in het laatste deel van zijn leven zouden neuroses en obsessies hem parten spelen. Neem nu het getal 3. In religie, wetenschap en wiskunde is dat een heilig getal, maar Tesla is er zo door geobsedeerd dat het zijn leven domineert. Als kind waakt hij er al angstvallig over dat elk aantal stappen dat hij zet deelbaar is door drie. De wiskundige in Jean Paul Van Bendegem kan dat wel smaken. ‘De fascinatie voor het getal is wijder verspreid dan je zou aannemen. Ik doe dat zelf ook. Als ik op de trein stap, kijk ik naar het getal van het compartiment dat boven de deur staat en ik ontbind dat in priemfactoren. Is het resultaat een priemgetal, dan vind ik dat aangenaam.’
Later beweert Tesla met een uitgestreken gezicht onder meer dat zijn zintuigen zo scherp ontwikkeld zijn dat hij een onweer vanop honderden kilometers ver hoort aankomen. En nee, hij praat niet voortdurend tegen zichzelf, zoals iedereen denkt: ‘Ik spreek met mensen die alleen ík kan zien.’ Wat op zich overigens minder van lotje getikt kan zijn dan het in zijn tijd lijkt. Visualiseren en andere begrippen bestaan nog niet, en het is niet uitgesloten dat Tesla de bijbehorende technieken al intuïtief gebruikt.
Wat hoe dan ook vaststaat is, zeker naar de normen van meer dan honderd jaar geleden, dat Tesla een getroebleerd relationeel leven leidde. Sensationele verhalen zijn er bij de vleet. Volgens een ervan zou hij verliefd zijn geweest op een duif. Het klopt dat hij nooit getrouwd is. Er wordt zelfs aangenomen dat hij zijn leven lang maagd blijft, ondanks zijn vele aanbidsters. Homoseksueel, bijgevolg? Specialisten houden het vandaag bij een verklaring die pas jaren na Tesla’s dood een naam en wetenschappelijke erkenning krijgt: aseksualiteit. Zelf zei hij er ooit dit over: ‘Mijn kuisheid hielp me enorm bij mijn wetenschappelijk werk.’ Experimenteren op weduwschap, om het wat oneerbiedig te hertalen.
Van Bendegem houdt het eerder op de theorie van de aseksualiteit. ‘Die is wellicht de meest plausibele. Als je een extreme vorm van smetvrees hebt, is elke lichamelijke interactie uit den boze. En als je dan nog zo’n buitengewone verbeelding hebt als Tesla, dan heb je al genoeg op je bord, denk ik.’
Smetvrees, nog zoiets. Vooral het aanraken van mensenhaar is taboe, maar Tesla is eigenlijk obsessief huiverig voor elk menselijk contact tout court. Al is het opnieuw te kort door de bocht om hem daarom weg te zetten als rijp voor een dwangbuis. Zijn obsessie voor hygiëne is geen loze neurose, laat staan een dwaze gril. Tesla heeft als twintiger namelijk ternauwernood cholera overleefd en wil boven alles voorkomen dat hij nog een keer besmet raakt met een levensbedreigende ziekte.
Bedrogen door Edison
Tesla wordt in de loop der jaren wijzer door schade en schande. Of beter: wantrouwiger. Hij is in 1884 vanuit de Balkan naar Amerika geëmigreerd om zijn grote droom waar te maken: voor de grote Thomas Alva Edison werken. Het wordt een nachtmerrie. Een manager van de Edison Machine Works-fabriek belooft Tesla een bonus van 50.000 dollar als hij een nieuwe machine ontwerpt die de productie opdrijft. Tesla ziet er een unieke kans in. Met dat geld zal hij een nog veel grotere droom kunnen realiseren: een eigen laboratorium, waarin hij erop los kan experimenteren zonder wakker te liggen van commercie en winst maken.
Tesla ontwikkelt niet één, maar vierentwintig verschillende nieuwe machines die Edison fortuinen opleveren. Maar wanneer hij om zijn bonus gaat vragen, klinkt het ijskoud: ‘Dat was maar een grapje, beste man. Het is duidelijk dat je de Amerikaanse humor nog niet begrijpt.’ Van Bendegem: ‘De confrontatie met een zakelijk genie als Edison kon hij niet aan. Die slaagde er wél in zijn bevindingen te verzilveren. Edison luidde de moderne tijd in, met de wetenschapper als onderdeel van een groter geheel. Tesla snapte die moderne tijd niet. Wij staan vandaag, helaas, dichter bij Edison dan bij Tesla.’
Tesla zal later wraak nemen. Bij Edisons dood in 1931 maakt hij hem in een opiniestuk in de New York Times met de grond gelijk: ‘Zijn manier van werken was inefficiënt tot in het absurde toe. Hij liet enorme bergen werk verzetten zonder dat er verder iets van kwam. Tenzij door een dom toeval. Aanvankelijk had ik alleen maar medelijden met hem, omdat ik wist dat een beetje theoretische kennis en rekenwerk hem 90 procent van het werk zou kunnen besparen. Maar hij had alleen maar misprijzen voor boeken en wiskunde.’
Nog voor dat opiniestuk heeft Tesla zijn grote rivaal al een hak gezet, door voor rekening van grote concurrent Westinghouse manieren te bedenken om miljoenen te verdienen aan toepassingen van wisselstroom. Maar weer is Tesla daarbij financieel in de luren gelegd. En wanneer hij vervolgens een eigen bedrijf opricht dat gigantisch floreert, wordt hij er door zijn eigen investeerders uitgewerkt. Hij moet zelfs een tijdje aan de slag als stratenlegger om te overleven. Is het, alles bij elkaar opgeteld, dan zo vreemd dat hij almaar meer verbitterd wordt en zich afkeert van alles en iedereen?
Met Houdini naar Mars
Wat bepaalt uiteindelijk of iets of iemand gek is of geniaal? De geschiedenis en de tijdgeest, in de eerste plaats. Het is voornamelijk dit aspect van zijn werk dat het hardnekkige beeld van Tesla als pseudowetenschapper blijft voeden. Zijn futuristische ideeën liggen aan de basis van de meest waanzinnige science- en andere fiction.
In 1901 duikt hij al voor het eerst op als personage in een roman. In To Mars With Tesla: The Mystery of the Hidden World van jongensboekenschrijver Weldon J. Cobb reist hij samen met, ironisch genoeg, een verzonnen neef van Edison naar de rode planeet. De toon is gezet. Tesla wordt in de loop der jaren als steeds grotesker personage opgevoerd in honderden films, romans, tv-series, en zelfs bordspellen en opera’s. Later komen daar graphic novels, videogames en YouTube-filmpjes bij.
Zelfs voor wetenschappelijk geschoolde auteurs is de verleiding blijkbaar onweerstaanbaar. Geomorfoloog Sesh Heri stuurt hem in zijn sciencefictionroman Wonder of the Worlds (2005) nog een keertje naar Mars. Samen met auteur Mark Twain en ontsnappingskoning Harry Houdini, om een invasie van de aarde te voorkomen. En in 2006 is er de film The Prestige van Christopher Nolan, waarin David Bowie als Tesla een teleportatiemachine ontwerpt.
Jean Paul Van Bendegem plaatst Tesla veeleer in de traditie van het stripverhaal. Denk aan de professoren Barabas, Zonnebloem en Gobelijn. ‘Merkwaardig hoe Tesla op deze figuren lijkt: het zijn altijd individuen, er is geen spoor van een partner, ze zijn onafhankelijk, werken eigenlijk voor niemand en bedrijven wetenschap om de wetenschap. Hun uitvindingen zijn bedoeld om de wereld te verbeteren, en als er iets misloopt, dan komt dat door een externe oorzaak, zoals een waanzinnige politicus of een op winst beluste zakenman. En zo werd Tesla’s echte leven langzaamaan een soort strip, waarin allerlei fantastische uitvindingen aan hem werden toegeschreven. De bekendste is ongetwijfeld de ‘dodelijke straal’.’
Natuurlijk wordt de in 1943 overleden Tesla tijdens zijn leven weggelachen wanneer hij uitlegt dat hij een nieuw wapen in zijn hoofd heeft: ‘Een Straal des Doods waarmee men met één druk op de knop een hele stad vanop afstand van de kaart kan vegen.’ In juli 2017 test het Amerikaanse leger vanop een marineschip het eerste operationeel inzetbare laserwapen: LaWS, kort voor Laser Weapon System. Verder commentaar is overbodig.
Ongewone dingen
Nikola Tesla blijft de verbeelding prikkelen, tot in het absurde. Daardoor wordt hij zelf altijd maar meer personage en freak dan mens en wetenschapper. Het feit dat één blik om ons heen in huis of op kantoor volstaat om talloze blijvende sporen van Tesla’s pionierswerk (zie kaderstuk ‘Wat we aan Tesla te danken hebben’) te zien, is er helemaal bij ondergesneeuwd geraakt.
‘Tesla was een man van zijn tijd’, zegt Van Bendegem. ‘Eind 19de, begin 20ste eeuw veranderde de kijk op wetenschap door de industrialisering. Het is niet geheel ten onrechte dat we vandaag van ‘het wetenschapsbedrijf’ spreken. Wetenschap is een factor in het economische spel geworden. Mocht Tesla nu leven, hij zou zich moeten aanpassen aan dat uitgangspunt, of hij zou helemaal in de marge belanden. Eventueel zou hij kunnen werken als onafhankelijke consultant.’
‘De hedendaagse tijd wordt gekenmerkt door een grote mate van verbondenheid, onder meer via de sociale media, al kun je daar veel kanttekeningen bij plaatsen. Het idee van de eenzaat past daar niet zo in. Nikola Tesla was een excentriekeling, iemand die letterlijk ‘ex-centrum’ leefde. We moeten dwarsliggers koesteren. We moeten hen laten zeggen wat ze te zeggen hebben, ook al wordt het achteraf dan de grond ingeboord. Het gros van de tijd levert het niets op, maar soms krijg je iets geniaals, zoals bij Tesla.’
‘Het kan gek klinken, maar ik plaats hem op hetzelfde pedestal als Isaac Newton: iemand die met het ene been in het oude staat en met het andere in de toekomst. Newton was bezig met theologie en alchemie, en tegelijk duwde hij de wetenschap lichtjaren vooruit. Iets soortgelijks merk je bij Tesla. Hij was een ongewone, alleenstaande wetenschapper die ongewone dingen deed.’
Wat we aan Tesla te danken hebben
• de transformator
• de inductiemotor
• de tl-buis
• de eerste waterkrachtcentrale voor tweefasige wisselstroom, ontworpen voor de Niagarawatervallen
• experimenten met röntgenstraling
• het principe van draadloze energieoverdracht, bekend als het ‘tesla-effect’
• het principe van de radio, door hem in 1894 gedemonstreerd en later door Guglielmo Marconi verder uitgewerkt
• een meertrapstransformator (‘teslatransformator’, die tot vrij recent werd gebruikt in elke tv-beeldbuis)
• een vroege vorm van de ‘theorie van alles’, waarbij hij het verband probeerde aan te tonen tussen elektriciteit, magnetisme en zwaartekracht