Het vliegtuig of de auto: welke manier van reizen heeft de laagste CO2-uitstoot?
Vliegen is vooral problematisch omdat we met het vliegtuig enorme afstanden afleggen. Voor kortere reizen is het vliegtuig niet altijd de slechtste optie. Neem als voorbeeld een enkele reis Brussel-Barcelona (1.300 kilometer). Een vliegreis is goed voor ongeveer 94 kilogram CO2 per passagier. Een middenklasse benzine-auto stoot op dat traject zo’n 256 kilogram CO2 uit. Zit je met vier in de auto, dan doe je het met 64 kilogram per persoon beter dan met het vliegtuig. Rijd je alleen, dan doe je het slechter. Reis je met de bus, dan stoot je 29 kilogram CO2 uit, met de trein 41 kilogram (op basis van de Europese energiemix voor stroomproductie).
Bovenstaande vergelijking houdt geen rekening met de opwarming die vliegtuigen op korte termijn veroorzaken. Dat doen ze vooral door de uitstoot van stikstofoxiden, condenssporen en de vorming van cirruswolken. Onder wetenschappers bestaat onenigheid over de grootte van die effecten en over de beste manier om hun impact op langere termijn te berekenen. Of en in welke mate met die effecten rekening wordt gehouden, verklaart deels de verschillende resultaten van online tools om de impact van je vlucht te berekenen.
Oostenrijkse en Noorse wetenschappers vergeleken in Environmental Science & Technology de impact op het klimaat van reizen over een afstand tussen de 500 en 1.000 kilometer en hielden zowel rekening met de CO2-uitstoot als met effecten op kortere termijn. Vliegen is dan altijd slechter, met de trein reizen altijd beter. De impact van een autorit kan zowel die van een vlieg- als treinreis benaderen, afhankelijk van de efficiëntie van de auto en hoeveel personen erin zitten.
En als we minder ver reizen?
Stel dat we het op termijn wat minder ver zoeken. Wat zijn daarvan de gevolgen? Voor veel landen is toerisme een belangrijke pijler van de economie. Op sommige eilanden loopt die op tot meer dan de helft van het bruto nationaal product. Kunnen we het dan wel maken om daar niet meer heen te gaan?
Paul Peeters en Eke Eijgelaar (NHTV Breda) simuleerden welke impact minder ver reizen heeft. Er zouden ongeveer evenveel winnaars als verliezers zijn, zowel in industrielanden als in ontwikkelingslanden. De verliezen zijn niet van die aard dat we ze niet kunnen opvangen. In het slechtste scenario, als we onze reizen beperken tot een straal van 1.500 kilometer, lopen de minst ontwikkelde landen 1,4 miljard dollar inkomsten mis. ‘Een bedrag dat we prima kunnen opvangen met compensaties of de ontwikkeling van andere sectoren’, zegt Peeters. Dat de negatieve gevolgen al bij al beperkt blijven, komt doordat toeristen dichtbij de toeristen van veraf deels vervangen.
De klimaatverandering brengt mogelijk veel grotere kosten met zich en die treffen vooral de ontwikkelingslanden. Bovendien speelt ze de toeristische sector zelf parten. Bas Amelung (Wageningen Universiteit) bestudeert de impact van de opwarming op de aantrekkelijkheid van het klimaat in vakantiebestemmingen. ‘In een warmere wereld worden vooral de gebieden op hogere breedtegraden aantrekkelijker, door betere en langere zomers. De tropen worden minder aantrekkelijk.’