Deze maand opende meststoffenfabrikant ICL een fabriek in Amsterdam waar fosfaathoudende kunstmest wordt gemaakt uit verbrandingsas van rioolslib en beendermeel. Veel duurzamer dan het (eindige) fosfaaterts uit de natuur te halen.
ICL maakt normaliter meststoffen voor de landbouw op basis van kalium en fosfaten. Fosfaten uit de natuur zijn moeilijk winbaar en zeer beperkt beschikbaar. Maar fosfaat is onmisbaar voor de productie van minerale meststoffen. Daarom gooit ICL het over een andere boeg en gebruikt reststromen van andere bedrijven. Rioolslib blijft over bij zuivering van afvalwater en beendermeel is een restant van de vleesverwerkende industrie.
Na verbranding blijft as over dat rijk is aan fosfaten. Dat poeder wordt, in plaats van fosfaaterts, in de nieuwe fabriek toegevoerd aan het bestaande proces voor kunstmest. Hierbij reageren de fosfaten met fosforzuur en zwavelzuur tot een fosfaathoudende meststof die de boer over zijn land kan strooien. De ‘circulaire korrels’ van de nieuwe lijn zullen overigens eerst in bestaande kunstmestproducten terechtkomen. Het nieuwe proces levert namelijk lagere fosfaatgehaltes op dan bij gebruik van natuurlijke erts. Maar de hoeveelheid hergebruikt fosfaat kan door een betere procestechniek hoger worden in de toekomst, aldus de producent.