Corona had een grote impact op ons leven. Ook als het gaat om digitale toestellen en apps, zo blijkt uit de jaarlijkse Digimeter-bevraging. Ons technologiegebruik stijgt, maar daarmee neemt ook onze argwaan toe.
De Vlaming heeft technologie helemaal omarmd. En dan vooral technologie in de vorm van smartphones en apps. Deels omdat we daarop tijdens de coronapandemie nog meer dan vroeger waren aangewezen – denk maar aan de covid safe-app.
Maar is het stijgende gebruik van die technologieën echt een teken van een duurzame verandering? ‘Ik denk het wel’, zegt Lieven De Marez, onderzoeksdirecteur bij imec-mict-UGent. We zitten langer dan ooit naar een scherm te loeren, regelen nog meer via apps en streamen erop los, dat blijkt allemaal uit de recentste editie van de Digimeter.
Als je de resultaten van deze jaarlijkse bevraging bekijkt, valt er op eerste gezicht dus weinig te klagen over het digitale gebruik van de Vlaming. Bijna iedereen (99 procent) heeft toegang tot minstens één slim toestel, de meesten zelfs tot drie. Dat is wellicht een smartphone, al zijn ook tablets, computers, smart tv’s en wearables populair.
Zeker die laatste categorie kent een sterke groei, opnieuw met dank aan corona – een factor waarnaar wel vaker wordt verwezen in het Digimeter-rapport. Niet alleen zijn er veel meer wearables, we gebruiken ook meer gezondheidsapps. Vaak in combinatie met elkaar.
Nog een coronagerelateerd kantelpunt: online dienstverlening mag of moet via apps, vindt de Vlaming, ook als het over overheidsdiensten gaat. Slechts 27 procent van de Vlamingen vindt een fysiek loket nog noodzakelijk (min 5 procent tegenover 2020) en het gebruik van de identificatie-app Itsme is geëxplodeerd. Zeventig procent gebruikt hem al om zich aan te melden op online diensten.
Die ‘appificatie’ is echt een massafenomeen geworden. De smartphone is voor steeds meer toepassingen het scherm waarlangs Vlamingen het liefst werken. Betalen via een QR-code (51 procent), bankapps gebruiken (61 procent) en via de telefoon schoppen (22 procent) zitten op vergelijkbare wijze in de lift.
Digitale kloof
Is de digitale kloof dan helemaal gedicht? Dat nu ook weer niet, zegt De Marez. ‘In deze sprint geraken sommige mensen achterop.’ In 19 procent van de huishoudens is er een tekort aan schermen, en in 5 procent is de internetverbinding ontoereikend. Dat is vooral zo bij huishoudens met een lager inkomen. Opvallend is ook dat veel meer jongeren naar de bibliotheek trokken om daar een computer te gebruiken. De stijging is opmerkelijk, zelfs als je in rekening neemt dat veel bibliotheken in 2020 gesloten waren wegens lockdowns.
De resultaten tonen dat er nog een andere digitale kloof bestaat. Jongeren zijn niet altijd zo vaardig met technologie als je zou verwachten. ‘Digital by birth wil nog niet zeggen digital by nature’, luidt het. Opvallend veel jongeren gaven in de bevraging aan dat ze bepaalde termen, zoals 5G of tweestapsverificatie, niet kennen. Ze gaven zelfs aan dat ze technologie vermijden omdat ze die niet kenden. Op het vlak van technologievaardigheid lopen ze niet per se voorop bij andere generaties.
De impliciete verwachting dat jongeren technologie wél verstaan levert stress op. Dat zien we bij jongeren van alle achtergronden en opleidingen, zegt De Marez. ‘Dit is een generatie die nog een leven lang moet meedraaien in een digitale economie. Dit moet een aandachtspunt worden voor het onderwijs’.
Opvallend veel jongeren gaven aan dat ze bepaalde termen, zoals 5G of tweestapsverificatie, niet kennen
Te vaak wordt verondersteld dat IT overal in het onderwijs aanwezig is, vindt De Marez. Dat zou niet altijd kloppen. ‘Op heel veel scholen hebben lesgevers de voorbije paar jaren geworsteld met online lesgeven. Je mag dus niet veronderstellen dat alle leerkrachten mee zijn met zaken als de blockchain.’
Jongeren spelen ook een disruptieve rol. Ze jongleren nog wel op dagelijkse basis met vier social media-apps, maar ze zitten veel minder op Facebook – de Digimeter toont een daling van 9 procent bij 2020. De grote winnaar? TikTok, een app die op het snijpunt zit van social media en videodiensten.
‘Jongeren zijn zich trouwens meer bewust van de impact van desinformatie’, zegt De Marez. ‘Ze tonen zich bezorgd. Ze lezen minder dan vroeger, maar als ze informatie nodig hebben gaan ze die tenminste niet op sociale media of zoekmachines zoeken. Ze kijken eerder op apps van nieuwsmedia.’
Latrelatie
Ook opvallend in deze Digimeter-editie: de groei in het aantal personen dat een zogenaamde latrelatie heeft ontwikkeld met technologie. Deze individuen hebben wel een goede kennis van technologie maar kiezen er toch voor om een zekere afstand in te bouwen. Uit de bevraging blijkt dat een kwart van de Vlamingen zich met die omschrijving identificeert.
In 2020 viel al te bespeuren dat velen het moeilijk hebben met technologie, en dat was in 2021 niet anders. ‘De Vlaming lijkt alsmaar nadrukkelijker te worstelen met een paar paradoxen’, merkt De Marez op. Gebruikers vinden sociale media en de smartphone over het algemeen goede ontwikkelingen, maar zien er tegelijk valkuilen in. Ze vrezen dat ze er te afhankelijk van worden, ze worden achterdochtig over de informatie die erop rondgaat, en ze maken zich zorgen om hun privacy.
‘We hebben drie à vier apps voor social media, en nog eens evenveel voor nieuws. Onze schermtijd neemt toe’
Die laatste paradox hangt samen met wat ‘platformisering’ heet. Heel wat van de apps en diensten die we gebruiken zijn afkomstig van hetzelfde bedrijf of platform. Die instantie krijgt zo een brede toegang tot persoonlijke informatie. Van de weeromstuit kiezen sommige gebruikers ervoor om helemaal niet meer te participeren, en het liefst al die apps en diensten af te zweren.
Uit de bevraging komen naast het latrelatieprofiel nog andere types gebruikers naar voren. De onderzoekers plaatsen ze op een spectrum, met aan de ene kant de passionele minnaars van technologie, en aan de andere de mensen die helemaal geen relatie hebben met technologie.
‘We zijn professionele jongleurs geworden’, zegt De Marez. ‘We hebben drie à vier apps voor social media, en nog eens evenveel voor nieuws. Daardoor stijgt onze schermtijd naar iets meer dan 3 uur per dag. Dat doet het gevoel van afhankelijkheid toenemen. Veel mensen zijn het afgelopen jaar toch wat op de rem gaan staan in hun enthousiasme over technologie.’
Knip de kabel door
En hoe zit het met cord-cutting, het fenomeen waarbij mensen traditionele tv-aanbieders verlaten voor streamingdiensten en videosites waar je op een eigen ritme naar content kijkt? Streamingdiensten als Netflix en Disney+ zijn ongetwijfeld populair. 55 procent van de Vlamingen heeft toegang tot zo’n dienst. Dat is 5 procent meer dan in 2020 en 10 procent meer dan in 2019.
Het klassieke tv-abonnement blijft nog veel aanhang genieten: 79 procent heeft het nog. Maar bij de 25- tot 34-jarigen kijkt bijna een kwart enkel via een betalende streamingdienst. Ook 35-plussers lijken steeds meer voor cord-cutting te kiezen. ‘In 2021 werd het in Vlaanderen zelfs gangbaar om meerdere betalende streamingabonnementen te nemen’, zegt De Marez. ‘Vorig jaar had 23 procent toegang tot meerdere diensten, een stijging van 8 procent ten opzichte van 2020. Netflix heeft nog steeds met grote voorsprong de meeste gebruikers.’
Corona heeft veel trends op technologievlak aangewakkerd, maar een ding is inmiddels wel afgenomen: de nieuwshonger. Uit de bevraging blijkt dat minder mensen – over alle leeftijdscategorieën – dagelijks het nieuws volgen. Positief daarbij is wel dat er een zekere bewustwording is dat er foute informatie rondzweeft. De traditionele nieuwsmedia blijven daarom veel bekeken worden.
Corona heeft veel trends op technologievlak aangewakkerd, maar een ding is inmiddels wel afgenomen: de nieuwshonger
En hoewel het online shoppen sinds de lockdowns heel populair is geworden (60 procent doet het minstens maandelijks) vervangen online winkels niet zomaar de fysieke handelszaken. Een ‘echte’ winkel bezoeken blijft aantrekkelijk, en sommige groepen vinden online shoppen moeilijk.
‘De Vlaming werd zich naast de voordelen ook bewuster van de beperkingen van online shoppen. Noodgedwongen gingen we met z’n allen meer online aankopen doen, maar die ervaringen waren niet altijd even positief. Problemen met betalingen, laattijdige leveringen en phishing deden de attitude omtrent online shoppen terug dalen’, concludeert het rapport.
- De schermtijd neemt toe tot 188 minuten per dag, maar de smartphone wordt ‘maar’ 72 keer per dag bekeken. Dat is minder dan het jaar ervoor.
- We brengen dagelijks gemiddeld 75 minuten door in social apps, een forse stijging.
- 43 procent van de Vlamingen heeft een wearable.
- 63 procent heeft een smart tv.
- Smarthometoestellen groeien minder snel. Het populairste apparaat is een slimme speaker, te vinden bij 16 procent van Vlamingen.
- 35 procent heeft toegang tot een spelconsole, bij 16 tot 24jarigen is dat zelfs twee op de drie.
- 85 procent gebruikt dagelijks een chatdienst of sociaal mediaplatform.
- 82 procent gebruikt elke dag een app van Meta, een daling van 1 procent.
- 62 procent van de Vlamingen vindt sociale media te tijdsintensief.
- Bijna een op de drie Vlamingen betaalde in 2021 voor een muziekdienst. Meestal was dat Spotify.
- 37 procent speelde maandelijks een game op de smartphone.
- 52 procent regelt zijn bankzaken via de smartphone.