Luierrecycling, wordt het nog wat?
19 juli 2015 door MRHet zag er zo veelbelovend uit, kort na de eeuwwisseling. De enorme stroom van luierafval die jaarlijks geproduceerd werd door huishoudens, kinderdagverblijven en zorgcentra voor ouderen, kon eindelijk gerecycled worden.
Maar het liep anders: het wijd en zijd inzamelen van genoeg luierafval viel tegen, evenals de verkoop van recycleproducten. Toen in 2007 na een rapport van het Delftse bureau CE ook nog twijfels ontstonden over de milieuwinst – CE stelde dat verbranden met energieterugwinning feitelijk nog beter was – mocht een tegenonderzoek, dat de beperkte aanpak van CE blootlegde niet meer baten. Voor Knowaste viel in Nederland het doek. Iets soortgelijks overkwam het bedrijf in Engeland. Hardnekkige pogingen van Knowaste om het tij te keren, lopen telkens spaak.
Verbranden is in Nederland anno nu nog altijd goedkoper dan recycling: 90 versus 110 euro per ton luierafval. Slechts en kleine, en slinkende stroom wordt in zekere zin gerecycled door Orgaworld in Lelystad, waar luiers worden mee-vergist met GFT-afval tot compost.
De kwaliteit van die compost staat bovendien ter discussie. Ten dele vanwege aanwezige plasticresten, maar meer nog omdat urine en ontlasting in met name volwassenenluiers nogal wat medicijnresten bevatten, zoals hormoonveranderende stoffen en antibiotica. Antibioticaresten in het milieu worden mede verantwoordelijk gehouden voor de toenemende medicijnresistentie bij bacteriën.
In Nederland en België mag compost uit luiervergisting of –compostering niet gebruikt worden voor landbouwdoeleinden. In Duitsland is toepassing verboden. De Europese Commissie werkt aan vergelijkbare regelgeving.
Toch is de stemming rond luierrecycling weer omgeslagen. Oorzaak is het Europese streven om een kringloop-economie te creëren. Zo wil Nederland in 2020 driekwart van alle afval recyclen. Nu zitten zowel België als Nederland rond de 65 procent, waarbij België het iets beter doet. Willen we de 75 procent halen, dan zullen we een paar grote stromen alsnog in kringlopen moeten opnemen, betoogt de afvalwereld. Geen wonder dat luiers (ruim 5% procent van onze afvalstroom) opnieuw in beeld verschijnen.
De kunst is om het geheel winstgevend te maken. En dat valt niet mee. Het aandeel cellulose in luiers neemt snel af: steeds meer is de luier een bouwplaat van verschillende kunststofonderdelen. Die moeten secuur en kosteneffectief uit elkaar gepeuterd worden, voordat hoogwaardig hergebruik mogelijk is.
Of luierrecycling een nieuwe kans maakt, hangt dus vooral af van kostenbesparing en het vinden van goede kopers voor de eindproducten. Recente, relatief kleinschalige technieken als de compostering van HotRot/Envirocomp in samenwerking met Huggies-fabrikant Kumberly-Clark en de recyclingmodules van het Italiaanse Fater, in samenwerking met K-C’s grote tegenspeler Procter & Gamble, bieden misschien perspectief op nuttige eigen luierverwerking op regionale of gemeentelijke schaal.
Maar uiteindelijk is het woord aan fabrikanten. Pas wanneer zij luiers zodanig ontwerpen dat recyclage winstgevend wordt, ontstaat er een nieuw perspectief. Of dat zo ver komt? Op dit moment ziet de koepelorganisatie Edana er weinig in, evenmin als fabrikanten. Teveel investeringskosten en –moeite, voor weinig doorslaggevend milieurendement, zo menen zij.
Het luierproject van Eos Magazine kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.