Kind en Gezin voert jaarlijks meer dan 90.000 oogtests uit. Dat gebeurt vanaf nu met de smartphone. Zo hoopt de organisatie luie ogen een stapje voor te zijn.
Even in de lens kijken, en klaar. Zo simpel kan een oogtest zijn. Terwijl elke fotograaf foto’s met rode ogen wil vermijden, is dat precies waar de artsen en verpleegkundigen van het Vlaamse agentschap Kind en Gezin op hopen. Het wijst er namelijk op dat met de kinderogen alles in orde is.
Elk jaar test Kind en Gezin de ogen van ruim 90.000 kinderen. Het kijkt daarbij naar het risico op een ‘lui oog’: een verminderd zicht uit één van beide ogen na een verstoorde ontwikkeling in de vroege kinderjaren. Het gezichtsvermogen ontwikkelt zich tot op een leeftijd van acht à tien jaar. De communicatie tussen ogen en hersenen is daarbij cruciaal. Ziet een kind uit één oog minder goed, dan zal het brein het beeld dat uit dat oog binnenkomt negeren.
Het oog verandert tijdens de groei van vorm. Bij- of verziendheid kunnen daardoor tijdelijk zijn. Maar wanneer de hersenverbindingen zich onvoldoende ontwikkelen, dan is het verminderd zicht uit dat oog blijvend. Naar schatting 2 à 5 procent van de volwassenen heeft er last van. ‘Door het risico op een lui oog vroeg te detecteren, kunnen we het voorkomen of het proces terugdraaien’, zegt Kristel Boelaert, adviserend arts bij Kind en Gezin. ‘Dat kan met een bril of door het goede oog tijdelijk af te plakken. Zo dwing je de hersenen om met het minder goede oog rekening te houden.’
Rode ogen
Kind en Gezin startte in 2013 met oog-screenings. De organisatie biedt de oogtest twee keer aan: een eerste keer als het kind een jaar oud is, en een tweede keer als het 2,5 jaar oud is. Van alle Vlaamse kinderen ondergaat 85 procent minstens één test. Dat gebeurde tot dusver met een zogenoemde autorefractor, een toestel dat de breking van infrarood licht door het oog analyseert.
Nu doet een nieuwe app hetzelfde, met behulp van het licht van de flits op de smartphone. ‘Bij een normale breking weerkaatst het licht van de flits recht op het netvlies en lichten de pupillen rood op’, legt Boelaert uit. ‘Bij een brekingsafwijking, zoals bij verziendheid of bijziendheid, waaiert het licht uit en zie je halve maantjes op de foto. De grootte en positie van die maantjes bepaalt om welk soort afwijking het gaat en wat het risico op een lui oog is.’
De app is ontwikkeld door het Amerikaanse bedrijf Gobiquity. De diagnose gebeurt automatisch: boven vooraf bepaalde waarden worden kinderen naar de oogarts doorverwezen voor nader onderzoek. Een algoritme checkt of alle foto’s aan de kwaliteitseisen voor een diagnose voldoen. Vervolgens voert een werknemer van de firma een extra controle van dubieuze beelden uit. Onherkenbaar en geanonimiseerd, benadrukt Kind en Gezin.
Kinderen buiten
De nieuwe methode heeft als voordeel dat ze goedkoper is, en dat de test makkelijk op verplaatsing kan plaatsvinden. De enige vereiste is een voldoende verduisterde kamer, zodat de pupil zo groot mogelijk is.
Voorlopig werkt de app enkel op de iPhone 7 Plus – door verschillen tussen smartphonecamera’s moet de test aan elk toestel worden aangepast. Leo Van Loo, afdelingshoofd ICT bij Kind en Gezin, verwacht dat het in de toekomst ook met andere, goedkopere toestellen kan. Van Loo is ervan overtuigd dat de smartphone een steeds grotere rol zal spelen bij de opvolging van kinderen. ‘We onderzoeken of we met camerabeelden objectiever de ontwikkeling van een kind kunnen opvolgen. In de toekomst kunnen de ouders wellicht zelf met de smartphone aan de slag.’
Er is nog iets dat ouders kunnen doen: hun kinderen het huis uit sturen. Kind en Gezin lanceerde recent een campagne om buiten spelen te stimuleren. Boelaert: ‘Dat is niet alleen leuk en gezond, het stimuleert ook de ontwikkeling van het zicht en verkleint het risico op bijziendheid.’