Toen blogger Hannelore zocht naar informatie over de diepzee, werd ze door algoritmes geleid naar video’s met ‘echte’ zeemeerminnen. Desinformatie is vaak minder onschuldig dan dat. Wat kunnen we eraan doen?
In de vorige blogpost ging ik op zoek naar de geheimen van de diepzee. Tijdens mijn vooronderzoek stuitte ik op enkele eigenaardigheden. Deze keer waren het niet de vissen die me een wenkbrauw op deden trekken, maar de artikels die Google me aanraadde. Waar ik naar op zoek was, was uitleg over biologie en fysica diep onder de golven. Wat Google begreep, was dat ik behoefte had aan een top 40 van rare dieren. Het maakte niet uit hoe concreet ik mijn vraag stelde, of hoe goed ik mijn zoekwoorden koos. Google moest en zou me zover krijgen dat ik me ging verdiepen in die top 40.
Uit nieuwsgierigheid naar wat er zou gebeuren als ik toegaf, klikte ik op zo’n video. Het filmpje zelf interesseerde me weinig. Het was de recommended-lijst die mijn aandacht trok. Daarin waren nu titels verschenen waarin men beweerde zeemeerminnen en aliens op film te hebben.
Hoeveel jonge Hannelores zou online worden wijsgemaakt dat zeemeerminnen echt zijn?
Ik geloof al jaren niet meer in dat soort onzin, maar er was een tijd waarin ik die filmpjes heilig zou hebben verklaard. Ik kan niet anders dan me afvragen hoeveel jonge Hannelores vandaag het internet in duiken om wat meer te weten te komen over de diepzee, en vervolgens worden wijsgemaakt dat meerminnen echt zijn.
Ook in combinatie met cookies kan er best wat misgaan. Zo komt het dat elke keer dat ik wat meer inzicht probeer te krijgen in een onderwerp dat we in de les behandelen, ik reclame voorgeschoteld krijg van een jongeman die me aanraadt te stoppen met school en te verkopen op bol.com, terwijl hij me een rondleiding geeft in zijn villa. Verschrikkelijk irritant vind ik dat. Ik ben nog lang niet schoolmoe, maar dat geldt niet voor iedereen. Zelfs al krijgen ze je niet zover dat je je inschrijft voor hun ‘gratis’ cursus (ze verkopen ze als zijnde gratis, maar ik vermoed dat er altijd wel een addertje onder het gras zit), dan bestaat nog altijd de kans dat je wel gaat overwegen te stoppen met school. Dat kan voor heel wat jongeren op lange termijn problemen gaan opleveren.
Clickfarms
Deze voorbeelden deden me denken aan een Netflix-documentaire die ik op school bekeek. Met het nodige drama dat gewoonlijk gepaard gaat met documentaires op Netflix, werd uitgelegd hoe de algoritmes op sociale media kwalijker zijn dan we soms denken. Hoewel ik de film zwaar overdreven vind, maakt hij wel degelijk een punt: de algoritmes werken foutief. Het basisprincipe van elk algoritme op sociale media is het analyseren van onze geschiedenis om ons in de toekomst content aan te kunnen bieden die ons langer online houdt. Hoe langer we op sociale media blijven, hoe meer advertenties we zien, en hoe meer de socialemediabedrijven verdienen.
Allereerst wil ik het hebben over de eigenschap die ervoor zorgt dat de meest bekeken content vaker wordt aangeraden. Met het bestaan van clickfarms is dat een bijkomend probleem. Een bedrijf kan zo een filmpje samenstellen met bijvoorbeeld 20 recepten die je kan klaarmaken met enkel een strijkijzer, dan een clickfarm betalen om het filmpje te boosten, en hup, het staat bovenaan de verkennen-pagina van Instagram. Niet alleen is dat irritant, er wordt zo ook massaal misinformatie verspreid. Denk maar aan de kookfilmpjes van Fiveminutescraft of Tasty, die vaak recepten tonen die onmogelijk kunnen werken. Anne van How To Cook That op YouTube heeft een hele reeks waarin ze zulke fakes ontmaskert.
Geld willen verdienen is een wens die ik kan begrijpen. Zeker als je een gratis service zoals Facebook of YouTube wil creëren. Mensen urenlang aan hun scherm gekluisterd houden en doelbewust verslavingen doen ontstaan door nieuwsgierigheid op te wekken met clickbait vind ik echter niet correct. Zeker niet als je algoritme fout zit.
Het algoritme op YouTube, bijvoorbeeld, gebruikt niet alleen jouw online gedrag om je content aan te bevelen, maar ook dat van anderen. Dat maakt het aan de ene kant nauwkeuriger, maar het heeft ook nare bijwerkingen. Stel je voor dat je twijfelt aan de veiligheid van het vaccin tegen covid-19. Je wil er wat meer over weten, en trekt met je vragen het internet op. Het zal niet lang duren voor je in antivaxkringen terechtkomt. Wie twijfelt over de maatregelen omtrent corona is volgens de cijfers blijkbaar meer geneigd te twijfelen aan de medische wetenschap in het algemeen.
Utopie
Het algoritme zelf maakt geen onderscheid tussen schadelijke en onschuldige content. Als het je zover krijgt ergens op te klikken, heeft het zijn werk uitgevoerd. Zelfs al heeft het een drugsverslaafde voorgesteld aan een nieuw verdovingsmiddel, een pedofiel naar een family vlog geleid, of een jongere geïntroduceerd tot terrorisme. (Dit gebeurt echt, trouwens, dat zeg ik niet zomaar om je aandacht te trekken).
Het wordt tijd dat de wetten meer conform zijn met de werkelijkheid waarin we nu leven
Dit zijn problemen die moeten worden verholpen. In mijn opinie zou het hele algoritme gewoon geschrapt moeten worden, zodat je enkel te zien krijgt waar je naar op zoek bent gegaan, maar dat is puur utopisch. De algoritmes zijn verantwoordelijk voor een groot deel van de opbrengsten, en we kunnen niet verwachten dat Google of Facebook die zomaar gedag kussen.
Wat wel kan, is de algoritmes onder toezicht plaatsen van mensen. Zij kunnen wel goed van kwaad onderscheiden en voorkomen dat kwetsbare groepen in neerwaartse spiralen terechtkomen. Alleen moeten we de bedrijven achter de sociale media wel zover krijgen die stap te zetten.
Het internet is piepjong. Zelfs met waar we vandaag zijn, is het potentieel in de verste verte nog niet bereikt. De wetgeving loopt sterk achter. Het begint stilaan tijd te worden dat er wetten worden geschreven zijn die conform zijn met de werkelijkheid waarin we nu leven.