Een mix van bewerkt polyethyleen en katoen koelt het lichaam.
Kledij is niet uitgevonden om ons koel te houden, maar met het recente warme weer van de laatste tijd zou een afkoelend t-shirt of hemd toch welgekomen zijn.
Een groot deel van onze lichaamswarmte geven we af aan onze omgeving via infraroodstraling – dat is ook de reden waarom we ’s nachts onder de wol kruipen, want dekens en lakens kaatsen die straling terug. Als dat (onzichtbare) infrarode licht integendeel los doorheen onze kledij kon gaan, dan zouden we ons minder dus snel moeten wenden tot een ventilator of de airconditioning om het lekker koel te hebben.
Materialen die infraroodstraling doorlaten zijn er nochtans in overvloed. Het bekendste en eenvoudigste (en goedkoopste) is wellicht polyethyleen, waaruit simpele huishoudfolie bestaat. De kunststof laat bovendien ook nog eens waterdamp door, tevens een vereiste voor afkoelende kledij – een eigenschap die traditionele stoffen als katoen trouwens al bezitten. Het enige probleem is echter dat polyethyleen doorzichtbaar is, waardoor het niet voldoet aan de tweede belangrijkste reden waarom kledij dragen, namelijk om ons lichaam te bedekken.
Amerikaanse wetenschappers hebben daar echter wat op gevonden. Ze wisten al van het bestaan af van een speciale vorm van polyethyleen die opaak is voor zichtbaar licht maar infrarood licht wél doorlaat. Met die stof gingen ze aan de slag: ze boorden er microscopisch kleine gaatjes in (poriën) waardoor de stof beter kon ademen en vervolgens legden ze tussen lagen van dat bewerkte polyethyleen een laagje katoen om een stevige stof te verkrijgen waarmee de kleermaker zo aan de slag kan.
De onderzoekers namen de proef op de som. Een testlichaam van een robot dat ‘gekleed’ was in het polyethyleen had het gemiddeld twee graden Celsius frissen dan wanneer het gehuld was in conventionele kledij met een vergelijkbare dikte of dekkingsgraad. (sst)