Een levensechte hulp in het huishouden, een extreem antropomorfe Alexa… Waarom blijft het zo’n creepy gevoel oproepen?
Het Engels heeft er een woord voor waarvan de klankkleur alleen al het gevoel oproept: creepy. Die ongemakkelijk makende mix van angst en onbehagen die zoveel mensen in zijn greep krijgt wanneer ze geconfronteerd worden met robots die waarheidsgetrouwe replica’s zijn van mensen. In sciencefictionfilms, denk maar aan de androids in Blade Runner en Ex Maxchina, maar ook in domotica-voorspellingen die almaar dichterbij lijken te komen.
Een levensechte hulp in het huishouden, een extreem antropomorfe Alexa… Waarom blijft het zo’n creepy gevoel oproepen? De Japanse robotica-pionier Masahiro Mori wees in de jaren 70 van de vorige eeuw al op een mogelijke verklaring: een proces in onze hersenen dat hij ‘de griezelvallei’ (uncanny valley) noemde. Voortbouwend op o.m. Freud stelde hij, kort samengevat, dat we robots positiever ervaren naarmate ze meer op mensen lijken. Tot de gelijkenis op een bepaald moment té groot wordt: de top is bereikt, en ons gevoel stort zich de diepte in. Een punt dat nogal wat mensen bereiken wanneer zo’n robot naar de affectie van een mens hengelt.
De griezelvallei van Mori is een onderbouwde hypothese, maar bestaat ze ook echt? Ja, is de conclusie van een gezamenlijke studie van Duitse en Britse neurowetenschappers en psychologen aan de hand van functionele kernspintomografie (fMRI). Proefpersonen kregen beelden te zien van robots die in verschillende mate antropomorf waren. In een eerste fase werd hen gevraagd hoe groot de gelijkenis volgens hen bij elk beeld was en welke robots ze sympathiek vonden, in een tweede fase welke robot ze het meest vertrouwden. Daarbij registreerde fMRI-apparatuur wát er wáár gebeurde in hun hersenen.
Onderzoeker Fabian Grabenhorst (University of Cambridge) in The Times: ‘We stelden vast dat de omslag van positieve naar negatieve reactie in de ventromediale prefrontale cortex waar te nemen was. Maar wat ons het meest verraste, was dat het patroon precies zo verloopt als de griezelvallei-hypothese vooropstelde: wanneer de antropomorfie extreem hoog wordt, gaat het gevoel de dieperik in. Waarmee de theorie van Mori neurowetenschappelijk bevestigd is.’
De vervolgvraag ligt voor de hand, maar een deel van het antwoord is opnieuw knap creepy. Hoe kunnen domotica en robotica ervoor zorgen dat consumenten in een hoogtechnologische toekomst niet wegzinken in de griezelvallei? Grabenhorst: ‘Door er rekening mee te houden bij het ontwerp van de robot of door in te grijpen in de ventromediale prefrontale cortex van de mens.’