Waterstof is een groene brandstof die we kunnen winnen uit water via elektrolyse. Als dat met groene stroom gebeurt, is de broeikasuitstoot nagenoeg nul. Maar zoet water is natuurlijk ook een kostbaar goed. Lukt het ook met zout zeewater?
Als er van iets op deze planeet geen tekort is, dan is het wel zeewater. Dus waarom wordt zeewater niet massaal gebruikt om waterstof aan te maken, in plaats van zoet water – dat in tal van gebieden een almaar schaarser goed wordt? Simpel, het zout in zeewater is zo agressief dat een elektrolyseopstelling het nauwelijks langer dan een etmaal volhoudt. Na een tiental uur is de positief geladen anode (die de negatief geladen zuurstofionen aantrekt, maar in zeewater dus ook de chloorionen) compleet weggeroest.
Amerikaanse techneuten hebben daar nu wat op gevonden. Ze deden dit door de anode van een elektrolyseapparaat te coaten met een metaallaag die eveneens rijk is aan negatief geladen ionen. Dit in de hoop dat deze ionen de corroderende chloorionen zou weghouden van de anode – net zoals de noordpolen van twee magneten elkaar afstoten.
Hun aanpak blijkt te werken. De onderzoekers konden dit demonstreren in een opstelling in het lab. Niet alleen hield de anode het veel langer uit (minstens duizend uur), de elektrische stroom bleef ook goed op peil, waardoor de waterstofproductie (bij de kathode) niet stilviel.
De wetenschappers denken dat ze met hun uitvinding het wereldrecord ‘zeewater splitsen’ hebben gebroken – al zal het Guinness Book of Records dit nog moeten verifiëren. Tegelijk hopen ze dat meer toegepast ingestelde collega’s met hun vinding aan de slag gaan om deze zo goed mogelijk op te schalen naar industrieel niveau.