Een kwallenchipje, iemand?
02 augustus 2017 door MVSWe raken eraan gewoon dat we nieuwerwetse voeding als zeewier en insecten moeten gaan eten als we in de toekomst het toenemend aantal monden op de wereld willen voeden. Kwal op ons bord zou dan ook moeten kunnen, toch?
Al duizenden jaren is kwal een delicatesse in Azië, maar het is nooit een succes geweest in het Westen. Wellicht heeft onze afgunst te maken met de glibberige textuur voordat het onderworpen is aan de traditionele verwerkingsprocedure in Azië.
Een Deense gastro-fysicus heeft nu een methode ontwikkeld om kwal te drogen tot het het zijn glibberige structuur heeft verloren en flinterdun en knapperig is geworden. Een beetje als aardappelchips dus.
Niet alleen kan de methode kwal aantrekkelijker maken voor westerlingen, het kan ook de Aziatische procedure een stuk korter maken, waardoor de efficiëntie ervan toeneemt.
Elk jaar worden er verschillende honderden tonnen kwal gedroogd en geproduceerd. Dat is geen simpel proces. Het duurt tussen de dertig en veertig dagen voordat de kwal klaar is om gedistribueerd te worden naar winkels.
De methode van de Deense neemt slechts enkele dagen in beslag. In het kort komt het erop neer dat de kwal in alcohol wordt geweekt, waardoor de alcohol de kwal van vocht onttrekt. In het daaropvolgende verdampingsproces van de alcohol, worden de stukken kwal kurkdroog. Bij het traditionele proces wordt keukenzout en aluin gebruikt om de kwal van zijn vocht te ontdoen.
De kwallenchips heeft geen erg uitgesproken smaak, maar de onderzoekster denkt dat de chips gastronomisch potentieel heeft door het mondgevoel en het aantrekkelijke uiterlijk.
Er zijn meer dan voldoende kwallen in de wereld en het worden er waarschijnlijk alleen maar meer. Door hun toename beginnen kwallen overlast te veroorzaken bij vissers. Als er te veel kwallen in een visnet zitten, wordt het net te zwaar om aan boord te trekken en de vissers zijn dan genoodzaakt om het net in de zee te legen, waardoor gevangen vissen verloren kunnen gaan.