Duidelijke labels, hogere prijzen en minder frisdrank op school zijn de meest effectieve manieren om mensen minder frisdrank te doen drinken.
Wie veel frisdrank drinkt, komt makkelijk bij. Minder frisdrank drinken is dan ook een standaard advies voor wie wil afvallen of overgewicht wil vermijden. Maar hoe krijg je dat voor elkaar? Wetenschappers van de Cochrane Collaboration gingen in de wetenschappelijke literatuur op zoek naar de meest effectieve maatregelen. Het Cochrane netwerk bestaat uit onafhankelijke experts die de massa onderzoek rond geneeskunde en gezondheid wikken en wegen om er betrouwbare adviezen uit te destilleren.
De wetenschappers selecteerden 58 studies naar maatregelen om de consumptie van gesuikerde dranken te beperken, zowel bij kinderen, adolescenten als volwassenen. Alles samen goed voor meer dan een miljoen proefpersonen.
‘Drie maatregelen springen eruit’, zegt hoofdauteur Peter von Philipsborn (Universiteit München). ‘In de eerste plaats duidelijke verkeerslichtlabels (waarbij producten een groen tot rood label krijgen, red.). Daarvan is de Nutri-Score momenteel wellicht het best beschikbare systeem. Ook prijsverhogingen werken, bij voorkeur op grote schaal, bijvoorbeeld door een taks. En frisdranken weghalen uit scholen is ook effectief.’
Voor andere interventies, zoals calorieën weergeven op menukaarten, gratis drinkwater aanbieden in scholen of de vestiging van fastfoodketens aan banden leggen, was de bewijskracht minder sterk. Algemeen was de bewijskracht van de studies in het beste geval matig. Een gevolg van de strenge criteria die de wetenschappers hanteerden. De hoogste score is enkel weggelegd voor gerandomiseerde studies met controlegroep – waarbij een willekeurig groep aan een maatregelen wordt onderworpen en een andere niet – en die zijn in dit onderzoeksdomein schaars.
Korrel zout
Hoe effectief de maatregelen zijn, is moeilijk te zeggen. Verkeerslichtlabels deden de verkoop van dranken met een rood label met 25 tot meer dan 50 procent dalen. Hogere prijzen zorgden voor een daling van 10 à 30 procent. ‘Maar die cijfers moeten we met een korrel zout nemen’, licht Von Philipsborn toe. ‘Het werkelijke effect kan veel kleiner zijn als die maatregelen in de praktijk worden ingevoerd – onder andere omstandigheden, op grotere schaal of op langere termijn. We zijn er vrij zeker van dat ze de consumptie van gesuikerde dranken doen dalen, maar we zijn veel minder zeker over de mate waarin ze dat doen.’
Von Philipsborn merkt op dat er nog potentieel effectieve maatregelen bestaan, waarnaar geen onderzoek van goede kwaliteit beschikbaar was. ‘Zoals beperkingen voor reclame en marketing. Gesuikerde dranken worden intensief gepromoot via traditionele en sociale media, in het bijzonder gericht op kinderen en jongeren. Daar paal en perk aan stellen, en het effect daarvan met betrouwbare methodes onderzoeken, zou een prioriteit moeten zijn voor overheden en wetenschappers. Om de opmars van obesitas, diabetes en andere welvaartsziektes te stoppen, zullen we een combinatie van maatregelen nodig hebben.'