Mais bemest zichzelf

Een maisvariëteit heeft dankzij samenwerking met bacteriën minder mest nodig.

Het is een heilige graal in de gewasveredeling: planten die in staat zijn de benodigde stikstof uit de lucht te halen, zodat ze minder mest nodig hebben. Een bepaalde maisvariëteit kan dat, melden Amerikaanse wetenschappers in PLOS Biology.

Bij veldproeven blijken de maisplanten in staat om 29 tot 82 procent van hun stikstof uit de lucht te halen. Uit haarwortels die boven de grond groeien, druipt een suikerachtige vloeistof. Die trekt bacteriën aan die stikstof uit de lucht omzetten in een vorm die de planten kunnen gebruiken.

Van zogenoemde vlinderbloemigen zoals bonen is al langer bekend dat ze door samenwerking met bacteriën stikstof uit de lucht kunnen halen. De uitdaging is om ook belangrijke gewassen zoals mais en tarwe die eigenschap mee te geven.

De wetenschappers verwachten dat het mogelijk moet zijn om het percentage stikstof dat de maisplanten uit de lucht halen op te krikken. Negentig à vijfennegentig procent moet mogelijk zijn, zegt onderzoeker Alan Bennett ( UC Davis).

De maisvariëteit in kwestie groeit in Mexico en is commercieel niet interessant. Ze groeit langzaam en verdraagt geen hoge plantdichtheden, aldus Bennett. Maar als we deze eigenschap in andere variëteiten zouden kunnen kruisen, zou dat de behoefte aan bemesting kunnen verminderen en opbrengsten kunnen verhogen op arme bodems.

De onderzoekers willen nu onderzoeken welke genen verantwoordelijk zijn voor de bijzondere eigenschap.