Dat je om sterk te zijn veel vlees moet eten, is een fabeltje.
Het was de coach van de Olympische damesvolleybalploeg die begin juli – na vier opeenvolgende nederlagen – hard aan de alarmbel trok. Sinds het vleesverbod zouden zijn atletes er erg verzwakt bijlopen en ondermaats presteren. De coach vreest een complete afgang op de Olympische Spelen als zijn meisjes niet snel terug rood vlees mogen eten.
Het ‘gedwongen vegetarisme’, zoals de coach het noemt, geldt sinds maart en volgt op een waarschuwing van het wereldantidopingagentschap (WADA) dat alle atleten die in aanmerking komen voor een dopingcontrole de consumptie van in China en Mexico geproduceerd vlees zoveel mogelijk moeten beperken. Het WADA wil op die manier dubieuze dopinggevallen zoals die van wielrenner Alberto Contador en de Chinese judokampioene Tong Wen – die hun positieve plas wijten aan een besmette biefstuk - vermijden.
Onderzoek van de universiteit van Keulen bevestigt immers dat zo’n besmetting wel degelijk kan gebeuren als het vlees uit China afkomstig is. Hoewel clenbuterol – een vleesgroeibevorderaar - in de Chinese veeteelt officieel verboden is, bevat toch meer dan de helft van de vleesproducten in Peking sporen van het middel. Met gevolgen voor atleten die er vlees zouden eten: van de 28 vrijwilligers die de onderzoekers van de universiteit van Keulen vier maanden naar China stuurden, keerden er maar liefst 22 terug met duidelijke sporen van clenbuterol in de urine – een positieve dopingplas dus.
Het resultaat pleit atleten die eerder op clenbuterol betrapt werden niet vrij, maar moet collega’s wijzen op de gevaren van ongecontroleerd vlees. De kans op besmet vlees in Europa is volgens dopingexpert Peter Van Eenoo van het Gentse dopinglab verwaarloosbaar klein: ‘Binnen de EU is het gebruik van clenbuterol strikt gereglementeerd. Er wordt heel nauwlettend op gecontroleerd, waardoor de kans dat een atleet per ongeluk clenbuterol in zijn of haar lichaam krijgt extreem klein is.’
Je presteert wat je eet
Het lijkt erop dat de Chinese overheid zijn atleten die garantie niet kan geven, en hen daarom verbiedt om varken, schaap of rund te eten. De sporters mogen het vlees wel vervangen door eiwitsupplementen en vis. Strikt vegetarisch zijn de Chinezen dus zeker niet, maar er zijn voorbeelden van andere atleten die het wel – en vrijwillig – zonder vlees doen. De Nederlandse profrenner Maarten Tjallingii van Rabobank bijvoorbeeld, en in het verleden ook atleet Carl Lewis en tennisster Martina Navratilova. Hadden zij als omnivoor nog beter gepresteerd?
Vaak aangehaalde tekorten in een vegetarisch dieet zijn eiwitten, ijzer, calcium, vitamine A, riboflavine, zink en vitamine B12. Van de meeste van deze voedingscomponenten hebben topatleten inderdaad meer nodig dan gewone mensen. Eiwitten en aminozuren zijn bijvoorbeeld betrokken bij de opbouw en het herstel van spieren en de aanmaak van rode bloedcellen, hormonen en neurotransmitters.
De Nederlandse profrenner Maarten Tjalingii doet het zonder vlees.
IJzer wordt ingebouwd in hemoglobine, het eiwit dat bloed haar rode kleur geeft en zuurstof naar de spieren vervoert. Vooral duursporters hebben er daarom baat bij voldoende ijzer op te nemen. Deze cruciale voedingsstoffen zitten in producten van dierlijke oorsprong, zoals vlees, melk of eieren, maar ze kunnen ook in voldoende mate gehaald worden uit heel wat vegetarische alternatieven, zoals sojabonen en granen, of voedingssupplementen.
Twee overzichtstudies in de vakbladen Nutrition en Journal of Sports Medicine besluiten daarom dat een goed uitgebalanceerd vegetarisch dieet, eventueel aangevuld met supplementen, volstaat om topsportprestaties te leveren. De klassieke vegetarische tekorten zijn bij ‘gewone’ vegetariërs vooral het gevolg van een slechte dieetplanning, iets wat bij atleten op eliteniveau niet het geval zou mogen zijn.
In een – omnivoor of vegetarisch – topsportdieet is een tekort aan vitaminen of mineralen zelden een probleem, en sowieso krijgen atleten ook veel cruciale stoffen binnen via hun voedingssupplementen. De zogenaamde proteïne shakes (dranken rijk aan eiwitten en aminozuren) maken vandaag bijvoorbeeld zo goed als deel uit van een normaal topsportdieet, en worden daarom bijna niet meer als supplement gezien.
De onderzoekers focussen hun vergelijking tussen beide voedingsstijlen niet enkel op de mogelijk tekorten van een vegetarisch dieet. Er zijn immers ook belangrijke voordelen aan een plantaardig dieet. Vegetariërs krijgen over het algemeen minder (ongewenst) verzadigd vet en cholesterol binnen, en meer (energierijke) complexe koolhydraten, vezels, magnesium, foliumzuur en de vitamines C, E en betacaroteen. Deze vitamines beschermen het lichaam tegen oxidatieve stress veroorzaakt door zware inspanningen.
Creatine
Daarnaast zijn er een aantal specifieke stoffen die in vlees zijn ontdekt – carnitine, carnosine en creatine – en cruciaal zijn bij het leveren van energie in de spieren, vooral bij sterke kortdurende krachtinspanningen. De stoffen komen hoofdzakelijk voor in vlees maar kunnen ook via supplementen worden opgenomen. Inspanningsfysioloog Wim Derave (UGent) doet onderzoek naar de functie van deze stoffen bij intensieve, fysieke inspanningen: ‘Vegetariërs hebben gemiddeld lagere concentraties van deze stoffen in hun spieren, wat zeker bij krachtinspanningen een verschil in prestatie zou kunnen verklaren. We zien geen verschil tussen atleten die weinig of veel vlees eten. Het lijkt er dus op dat een minimale hoeveelheid vlees kan volstaan.’
Vegetarische atleten kunnen deze stoffen ook halen uit supplementen (creatine staat niet op de dopinglijst) van niet-dierlijke oorsprong. Ook omnivore atleten uit explosieve sporten zoals sprinten en gewichtheffen maken gebruik van deze supplementen. Onderzoek toont aan dat vegetariërs een groter prestatie-effect van deze middelen ondervinden, vermoedelijk door een compensatie van hun lagere startconcentratie.
De meeste wetenschappelijke studies over dit onderwerp beperken zich tot een vergelijking van de voedingscomponenten in een vegetarisch of omnivoor dieet, en hoe een tekort of een teveel van bepaalde componenten prestaties zouden kunnen beïnvloeden. Langdurige onderzoeken, waarbij atleten met een specifiek voedingspatroon voor een bepaalde tijd worden gevolgd, zijn heel beperkt. Wim Derave: ‘Daarom gaan we binnenkort een groep vrijwilligers zes maanden omnivoor of strikt vegetarisch laten eten, al dan niet met voedingssupplementen die specifieke stoffen (zoals creatine) uit vlees aanvullen. Door de progressie van de vrijwilligers op te volgen, hopen we een beter inzicht te krijgen in het belang van specifieke stoffen op fysieke prestaties.'
Dat je om sterk te zijn veel vlees moet eten, is een fabeltje. Maarten Tjallingii is daarvan het levende bewijs. De renner zelf vat het in een recent interview alvast goed samen: 'Onze ploegkok kookt gewoon iets anders dat genoeg eiwitten bevat. Natuurlijk moet je als vegetariër genoeg variëren, maar dat moet je altijd doen, ook als je vlees eet.