Rundvlees voor het avondeten - zonder dieren te doden of het milieu te schaden
Stel je voor dat je in een sappige hamburger bijt die gemaakt is zonder dieren te doden. Vlees dat uit gekweekte cellen in een laboratorium is ontstaan, realiseert deze visie. Verschillende start-ups ontwikkelen rundvlees, varkensvlees, kippenvlees en zeevruchten die in een lab groeien, bijvoorbeeld Mosa Meat, Memphis Meats, SuperMeat en Finless Foods. Deze branche trekt miljoenen aan fondsgelden aan. In 2017 kreeg Memphis Meats bijvoorbeeld $17 miljoen van zijn donors, waaronder Bill Gates en landbouwbedrijf Cargill.
Een aantal start-ups wil in de komende paar jaar hun kweekvlees op de markt brengen
Als het over een groot gebied overgenomen wordt, zou kweekvlees, ook ‘clean meat’ genoemd, veel van de wrede, onethische behandelingen van dieren die gefokt worden voor de voedselvoorziening kunnen uitsluiten. Het zou ook de grote milieukosten van de vleesproductie kunnen verminderen; hulpbronnen zouden enkel nodig zijn om gekweekte cellen te verwekken en te onderhouden, geen volledig organisme vanaf de geboorte.
Het vlees wordt gemaakt door allereerst een spiermonster van een dier te nemen. Technici verzamelen dan stamcellen van het weefsel, vermeerderen ze spectaculair en laten ze differentiëren tot primitieve vezels die dan opzwellen en spierweefsel vormen. Mosa Meat zegt dat één monster koeienweefsel genoeg spierweefsel kan voortbrengen om 80 000 hamburgers van te maken.
Een aantal start-ups zeggen dat ze hopen om in de komende paar jaar hun producten op de markt te brengen. Maar kweekvlees zal een hoop hindernissen moeten overwinnen als het commercieel haalbaar wil zijn.
Twee van die hindernissen zijn de prijs en de smaak. In 2013, toen een kweekvleesburger aan journalisten werd gepresenteerd, kostte de ‘hamburger’ meer dan $300.000 om te maken en was hij heel droog (omdat hij te weinig vet bevatte). Sindsdien zijn de kosten gedaald. Memphis Meats meldde dit jaar dat een hamburger van hun gehakt ongeveer $600 kost. Als deze trend zich voortzet, zou kweekvlees binnen enkele jaren met traditioneel vlees kunnen concurreren. Bijzondere aandacht voor textuur en een voorzichtige aanvulling met andere ingrediënten kan twijfel over de smaak wegnemen.
Om op de markt te mogen komen, zal kweekvlees veilig moeten zijn bevonden om te eten. Hoewel er geen reden is om te denken dat laboratoriumvlees een gezondheidsrisico vormt, denkt de FDA nu pas na over hoe het gereguleerd moet worden. Ondertussen verweren de traditionele vleesproducenten zich. Ze pleiten dat gekweekte producten absoluut geen vlees zijn en dat ze zo ook niet benoemd mogen worden. Ze zeggen ook dat enquêtes laten zien dat de mensen maar een lauwe belangstelling hebben voor het eten van laboratoriumvlees. Ondanks deze uitdagingen maken de kweekvleesbedrijven gestaag vorderingen. Als ze slagen in het creëren van producten die authentiek smaken en betaalbaar zijn, zou clean meat onze dagelijkse eetgewoontes ethischer en milieuvriendelijker kunnen maken.