Algemeen

Academische uitgevers aangeklaagd wegens uitbuiting van wetenschappers

De Amerikaanse neurowetenschapper Lucina Uddin klaagt zes grote uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften aan. De uitgevers zouden samenspannen om op een onwettige manier miljarden dollars te verdienen.

Dit is een artikel van:
Eos Wetenschap

De aangeklaagde uitgevers zijn Elsevier, Wolters Kluwer, Wiley, Sage Publications, Taylor & Francis, en Springer Nature. Ze bezitten samen ongeveer 53 procent van alle academische tijdschriften en genereerden in 2023 meer dan tien miljard dollar aan inkomsten. Bovendien behalen ze enorme winstmarges die zelfs ver boven de meest succesvolle ondernemingen liggen. Zo behaalde Elsevier in 2023 een winstmarge van 38 procent en Taylor & Francis een van 35 procent. Ter vergelijking: Apple en Google behaalden dat jaar winstmarges van respectievelijk 30 en 25 procent.

De uitgevers zouden deze enorme winsten boeken door onderling afspraken te maken om hun marktpositie te versterken. Volgens de aanklacht zouden ze dit doen via de International Association of Scientific, Technical, and Medical Publishers (STM). Dat is een organisatie die de belangen behartigt van uitgevers van academische tijdschriften. De leden van de associatie publiceren samen 66% van alle gepubliceerde papers. Iedere organisatie die lid wil worden, moet zich schikken naar de regels van STM. Volgens de aanklagers worden deze regels grotendeels door de zes beklaagden bepaald, die ze gebruiken om wetenschappers uit te buiten.

Drie regels

In de aanklacht gaat het vooral over drie specifieke regels. De eerste stelt dat peerreview vrijwilligerswerk is. Wetenschappers worden dus niet vergoed om andere papers na te kijken.

Tegelijk voegt STM eraan toe dat wetenschappers geacht worden om artikels te reviewen als ze willen dat hun papers in tijdschriften gepubliceerd worden. Volgens de aanklagers betekent dit dat de uitgevers wetenschappers dwingen om gratis voor hen te werken.

De tweede regel stelt dat wetenschappers hun paper naar slechts één tijdschrift per keer mogen sturen. Dit zou de concurrentie tussen de uitgevers verminderen en ook de druk verlagen om de papers snel na te lezen, wat het publicatieproces vertraagt.

De derde regel stelt dat er geen informatie bekendgemaakt mag worden over het ingediende manuscript aan andere partijen dan de reviewers of uitgeverij. Volgens de aanklagers beschouwen de uitgeverijen de ongepubliceerde papers dus als hun eigendom, en verhinderen zij wetenschappers om hun eigen onderzoek te bespreken met anderen, tenzij met explicitie toestemming. Dit vertraagt het wetenschappelijk proces aanzienlijk, aangezien het maanden of zelfs jaren kan duren voor papers gereviewd worden.

De vertragingen in het publicatieproces zouden bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe kankerbehandelingen of klimaatoplossingen kunnen vertragen

Volgens de aanklagers schaden deze regels niet alleen de carrières van wetenschappers, maar ook de maatschappij. De vertragingen in het publicatieproces zouden bijvoorbeeld de ontwikkeling van nieuwe kankerbehandelingen of klimaatoplossingen kunnen vertragen. Daarnaast beweren ze dat de bovengenoemde regels in strijd zijn met het mededingingsrecht (wetten met betrekking tot concurrentie). Ten slotte klagen ze aan dat er door deze regelgeving jaarlijks miljarden dollars aan belastinggeld naar uitgeverijen vloeien in plaats van naar wetenschappelijk onderzoek. De uitgeverijen maken volgens de aanklacht namelijk winst door het werk van wetenschappers, dat grotendeels door belastinggeld betaald wordt, gratis te laten reviewen, te publiceren en vervolgens geld te vragen aan universiteiten om toegang te krijgen tot deze gepubliceerde papers.

De aanklagers hopen dat de rechtszaak een einde zal maken aan wat zij zien als uitbuiting van wetenschappers en belastingbetalers door grote academische uitgevers. Ze eisen niet alleen schadevergoeding voor alle in de VS verblijvende wetenschappers die sinds 2020 peerreviews hebben uitgevoerd voor de zes beklaagde uitgeverijen, maar ook een gerechtelijk bevel om de huidige regels van STM aan te passen.

De woordvoerder van Wiley zei in een verklaring dat de aanklachten ‘ongegrond zijn’. De andere beklaagden hebben nog niet gereageerd.

De volledige aanklacht kan je hier lezen.