Dieren bepalen hoe de natuur eruit ziet. Hoe doen ze dat?

Dieren zijn echte bouwmeesters van de natuur. Meer dan 600 soorten helpen mee om de wereld om ons heen te vormen. Ze graven, bouwen, stampen en sleuren, en zo veranderen ze het landschap op verassende manieren. 

Dieren als natuurontwerpers 

De natuur is niet enkel het huis van vele dieren, het is ook hun speeltuin en werkplek. Wetenschappers in Londen hebben ontdekt dat meer dan 600 diersoorten, zoals insecten, vissen, vogels en zoogdieren, het landschap beïnvloeden.  

Bevers zijn misschien wel de bekendste landschapsarchitecten. Zij bouwen dammen in rivieren waardoor het waterniveau stijgt. Zo kunnen er nieuwe vijvers ontstaan. Dit biedt een thuis voor vele andere dieren en planten. Maar er zijn nog zoveel meer dieren die hun stempel op de natuur drukken. 

Olifanten: met hun sterke lichamen duwen ze bomen omver, waardoor open graslanden ontstaan. Dat zorgt voor meer ruimte voor andere planten en dieren. 

Zalmen: tijdens het leggen van hun eitjes graven ze kuiltjes in de rivierbodem, wat de waterstroom en het landschap onder water verandert. 

Schietmotlarven: deze piepkleine insectenlarven bouwen huisjes, van zand en plantenresten op het water. Als ze die huisjes verlaten, zinken die naar de bodem en helpen ze de rivier sterker te maken. 

Bulten gemaakt door gele weidemieren in Hertfordshire, Verenigd Koninkrijk.

Waarom is dit belangrijk? 

Hoe beter we de natuur begrijpen, hoe beter we ze kunnen beschermen. Als bepaalde diersoorten verdwijnen, kan het landschap drastisch veranderen. Elk dier heeft zijn eigen rol in de natuur, en als een soort verdwijnt, kan dat grote gevolgen hebben voor het landschap. Door goed voor deze dieren te zorgen, beschermen we ook hun natuurlijke ontwerpen en de vele andere soorten die daarvan afhankelijk zijn. Dus, de volgende keer dat je een dier aan het werk ziet in de natuur, denk dan eens na: hoe helpt het mee om het landschap te vormen? 

Photo by Niklas Hamann on Unsplash