Leer de 8 planeten uit ons zonnestelsel kennen

Ons zonnestelsel bestaat uit acht planeten: Mercurius, Venus, Aarde, Mars, Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus. Van Venus met zijn ijzeren kern tot de ringen van Saturnus; elke planeet heeft haar eigen kenmerken. Leer ze hier kennen!  

Wat is een zonnestelsel? 

Voor we over planeten kunnen praten, moeten we begrijpen wat een zonnestelsel is. Een zonnestelsel is een groep van sterren en de objecten die om die sterren draaien. In ons geval draait alles om de zon, je weet wel die grote, gloeiende bal van vuur. Maar er zijn ook acht planeten die rond de zon draaien.  

Verschillende soorten planeten 

De acht planeten kunnen nog eens opgedeeld worden in twee verschillende categorieën. Ons zonnestelsel bestaat uit ‘gasreuzen’ en ‘aardachtige planeten’. De ‘gasreuzen’ - Jupiter, Saturnus, Uranus en Neptunus - krijgen hun naam niet door veel scheetjes te laten, maar bestaan voornamelijk uit dikke lagen gas. De ‘aardachtige planeten’ - Mercurius, Venus, Aarde en Mars – zijn het tegenovergestelde en bestaan uit rotsachtig materiaal.  

De acht planeten 

Mercurius: Mercurius is de kleinste en dichtstbijzijnde planeet bij de zon. Het kan er op sommige momenten wel 450°C worden. Maar 's nachts is het ook superkoud, tot wel -180°C. Een echt temperatuur-avontuur! 

Eerste foto van Mercurius van Mariner 10 vanaf ruim 5 miljoen kilometer (NASA via Unsplash)

Venus: Venus is onze buur. Toch kun je daar beter niet gaan wonen. Het regent er zwavelzuur en de gemiddelde temperatuur is 350°C.  

Het ruimtevaartuig Mariner 10 maakte deze foto van Venus tijdens zijn nadering van de planeet begin 1974 (NASA via Unsplash)

Aarde: Dit is de planeet waar wij wonen. Hier is water en lucht. Het is ook de enige planeet waar leven is. Of tenminste, zover we weten.  

De Apollo 17 bemanning maakte deze blik op de aarde toen ze richting de maan reisden (NASA via Unsplash)

Mars: Mars is misschien wel de bekendste planeet. De rode planeet krijgt zijn kleur door het verroest ijzer in de lucht. Het is er ook even koud als de winters in Antarctica, met een gemiddelde temperatuur van -63 graden. Astronauten denken dat daar ooit wel leven is geweest. Wie weet, misschien ga jij wel een keer naar Mars.  

Een gesimuleerde weergave van Mars zoals deze zou worden gezien vanuit het Mars Global Surveyor-ruimtevaartuig (NASA via Unsplash)

Jupiter: Jupiter is de grootste planeet. Hij is zo groot dat de Aarde er 1.300 keer in past. Hij heeft een enorme rode vlek, dat is een storm die al honderden jaren woedt. Niet echt fijn om te wonen, toch?  

Jupiter gezien vanaf de Hubble-ruimtetelescoop (NASA via Unsplash)

Saturnus: Saturnus is beroemd om zijn prachtige ringen. Deze ringen zijn gemaakt van ijs en steen. Ze glinsteren als sterren in de lucht.  

Saturnus gezien vanaf de Cassini-Huygens ruimteonderzoeksmissie (NASA via Unsplash)

Uranus: Uranus is een speciaal geval. Hij is de enige planeet die op zijn zij draait, met de aardas richting de zon gericht. Daarom is het op Uranus warmer aan de Noord- en Zuidpool. Stel je voor: Inuits in een bikini.  

Uranus zoals gezien door Voyager 2 (NASA via Unsplash)

Neptunus: Neptunus is de verste planeet en ook de koudste. Hij staat op 4.500 miljoen kilometer van de zon. Er zijn krachtige winden die tot wel 2.000 km/u gaan.  

Neptunus gezien vanaf Voyager II in 1989

De vergeten dwergplaneet  

Een leuk ezelsbruggetje om de planeten en hun volgorde te onthouden is: ‘Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nachthemd’. Vroeger moesten mensen nog een extra planeet onthouden, want er waren er toen 9. Ontdek: Pluto. Pluto is niet zomaar verdwenen uit ons zonnestelsel, maar is gedoopt tot ‘dwergplaneet’. Er zijn voorwaarden waar een hemellichaam aan moet voldoen voor hij planeet mag worden genoegd, en Pluto slaagde maar voor 2 van de 3 voorwaarden. Maar de naam ‘dwergplaneet’ is ook best schattig, toch? 

Pluto gezien vanuit het New Horizons-ruimtevaartuig in 2015 op een afstand van 476.000 mijl (NASA via Unsplash)

Blijf ontdekken 

Er is nog zoveel meer te ontdekken over de ruimte en de sterren. Lees veel boeken, kijk naar documentaires en stel vragen aan je leraar. Wie weet, misschien word jij wel een echte ruimte-expert!