Via deze wetenschappelijke projecten kan iedereen de biodiversiteit in België mee in kaart brengen, om ze beter te beschermen.
Tellen, tellen en nog eens tellen. Om de natuur in België te beschermen, moeten we eerst weten wat er allemaal is en hoe goed of slecht het met deze dier- en plantensoorten gaat. Biologen hebben maar één paar ogen en kunnen niet overal tegelijk zijn. Daarom rekenen ze op jou en mij om de biodiversiteit in het hele land in kaart te brengen. Daar hoef je overigens geen kenner voor te zijn, er bestaan apps (zoals Obsidentify) en eenvoudige online veldgidsjes die je een eind op weg helpen. Daarenboven moeten ook ‘makkelijke soorten’ als merels of koolwitjes geteld. Alles wat je ziet – in de tuin, op wandel of op straat – kun je melden op waarnemingen.be. Via de data op dat platform van Natuurpunt kunnen kaarten worden gemaakt van meldpunten, en kunnen trends tevoorschijn komen. Daarnaast kun je ook via specifieke projecten meehelpen. We lijsten er een paar op.
Safari in eigen tuin
Wie de smaak te pakken heeft, kan z’n tuin het jaar rond observeren via deelname aan Mijn Tuinlab. Dat project van Natuurpunt, KU Leuven en Kenniscentrum Tuin+ wil een zicht krijgen op de biodiversiteit in de Vlaamse tuinen. Erg waardevol, als je weet dat tuinen goed zijn voor negen procent van de Vlaamse grondoppervlakte. Ter vergelijking: de Vlaamse bossen nemen ongeveer tien procent van de oppervlakte in. In privé-tuinen hebben biologen niet de mogelijkheid om een steekproef te komen doen, dus daar zijn meldingen van eigenaars of huurders bijzonder waardevol. Bovendien krijg je als deelnemer aan Mijn Tuinlab gerichte tips om je tuin diervriendelijker en ecologischer te maken. Soortenspecifieke projecten voor in de tuin zijn er onder meer rond spinnen en Aziatische hoornaars (een exotische wespensoort).
Onderweg
Wie de wandelschoenen aantrekt, heeft genoeg aan een smartphone om waarnemingen te melden. Je kunt uiteraard elk dier en elke plant melden die je ziet, maar ook focussen op specifieke soorten, zoals exoten of trekkende lepelaars. Vergeet ook niet om dierlijke verkeersslachtoffers te melden. Aan zee kun je dan weer kwallen tellen. Zijn er tegenwoordig inderdaad meer van die vervelende glibberaars dan vroeger, door de klimaatverandering en door overbevissing? Ook kun je merkwaardige strandvondsten melden en de kleur van de zee onderzoeken – wat een indicator is van de samenstelling van het water.
Nog meer projecten kun je vinden op www.iedereenwetenschapper.be