Wat is het doel van het project MamaMito?
Maarten Larmuseau: ‘Stamboomkunde is vandaag een mannenzaak. Vooral mannen zoeken hun stamboom uit, en zij zoeken vooral naar de paternale lijn – die van hun achternaam. Waarom kennen wij het woord ‘voorvader’ wel, maar de term ‘voormoeder’ niet? Ik wil daar verandering in brengen. Ook over vrouwen kun je heel veel vinden. We willen niet alleen namen en data, maar op termijn ook verhalen van vrouwen in kaart brengen. Daartoe gaan we onder meer samenwerken met het citizen science project Getuigenissen en met een nog op te starten project naar historische doodsoorzaken van Antwerpenaren.’
Hoeveel stambomen heb je nodig voor dit onderzoek?
‘Heel veel, we hopen op honderden maternale stambomen. Het doel is om onder de deelnemers tweehonderd verwantschappen te vinden. Dat moeten mensen zijn die hun stamboom delen, maar minstens zeven stappen van elkaar verwijderd zijn. Dit omwille van privacyredenen. Bij die 200 koppels gaan we ook DNA analyseren. Het kan wel eens gebeuren dat de biologische afstamming er anders uitziet dan die op papier. Iemand in de stamboom heeft een andere vader dan gedacht. Maar is dit ook zo in moederlijke lijn? Dat willen we alvast onderzoeken.’
Hoe kunnen mensen meedoen?
‘Ze kunnen zich inschrijven via onze website. Ze hoeven daarvoor nog niet in hun stamboom te zijn gedoken. Je kunt ook van nul beginnen. We geven heel wat informatie op de website over hoe je stap voor stap een stamboom maakt. Bovendien plannen we tien gratis vormingen over heel Vlaanderen. Daar zullen we vertellen hoe je begint aan stamboomonderzoek. En uiteraard blijven we daarna bereikbaar om vragen te beantwoorden en hulp te bieden. Ook de DNA-analyses zullen we gratis doen voor die tweehonderd duo’s. Zitten we daarover, dan kunnen mensen die ook zelf betalen. Dat zal 150 euro per persoon kosten.’
En? Hoe begin je aan stamboomonderzoek?
‘Voor de moederlijke lijn is dat natuurlijk een stuk moeilijker dan voor de vaderlijke, omdat je niet kunt voortgaan op de achternaam. Tot 1800 is het relatief eenvoudig, en zelfs tot 1600 teruggaan is meestal mogelijk. Ik heb dat voor mijn eigen stamboom ook gedaan. Je start altijd met een graatgenealogie: je zoekt de namen, geboorte-, huwelijks- en sterfdata van je voorouders. Voor de eerste honderd jaar doe je navraag bij familieleden, je zoekt doodsprentjes en trouwboekjes bij elkaar. Akten van die periode zul je niet zomaar vinden, want de Belgische privacywetgeving laat dat niet toe. Heb je die honderd jaar bij elkaar, dan kun je op het internet gaan zoeken in databases van het rijksarchief en van de Mormonen – dat waren pioniers op dit vlak. Je start bijvoorbeeld met de naam van je grootmoeder. Op haar geboorteakte kun je zien wie haar moeder was, en met die naam kun je weer verder teruggaan in de tijd. Het is belangrijk om dit stap voor stap te doen. Op die manier kun je op een paar uur tijd teruggaan tot 1796, het jaar waarop men gestart is met de burgerlijke stand.’
'Met citizen science bereik je nog al te vaak enkel de happy few. Als je historisch onderzoek doet, dan is het belangrijk dat je deelnemers uit alle lagen van de bevolking komen'
‘Daarna wordt het wat moeilijker, want dan heb je alleen de parochieregisters. Die zijn in het Latijn opgesteld en bevatten minder details. Ook die zijn digitaal te raadplegen via het rijksarchief. Voor onze contreien kun je teruggaan tot de 17de eeuw. Daarna ben je aangewezen op andere archiefbronnen, zoals poortersboeken of gerechtelijke documenten. Dan moet je al veel meer geluk hebben. Ben je klaar met die graatgenealogie en heb je alle namen en data, dan kun je de levensverhalen in kaart brengen.’
Hoe zullen jullie selecteren welke tweehonderd koppels gratis kunnen deelnemen?
‘We zullen al blij zijn als we er tweehonderd vinden (lacht)… Als er meer zijn, dan willen we mikken op een goede mix uit heel Vlaanderen. En uiteraard kun je ook nog betalend meedoen, en die gegevens willen we ook nog verwerken in ons onderzoek. Eerder deden we al soortgelijk onderzoek voor de mannelijke lijn, en met analyses van het Y-chromosoom. Toen hebben we gemerkt dat de geïnteresseerden die hebben betaald om mee te doen, voornamelijk voorouders uit de middenklasse en hogere sociale klasse hadden. Door ook gratis analyses aan te bieden, én doordat we zelf actief mensen hebben gerekruteerd hebben we toen toch een redelijk representatieve steekproef van de Vlaamse samenleving bekomen.’
‘Met citizen science bereik je nog al te vaak enkel de happy few. Voor pakweg vlindertellingen is dat niet erg. Maar als je historisch onderzoek doet, zoals ik, dan is het belangrijk dat je deelnemers uit alle lagen van de bevolking komen. Uit ons ‘mannelijke’ stamboom- en DNA-onderzoek is bijvoorbeeld gebleken dat gemiddeld één procent van de Vlamingen een andere vader heeft dan gedacht. En die koekoeksgraad – zoals ik ze noem – bleek hoger dan gemiddeld in de 19de-eeuwse steden, meer bepaald bij de arbeidersklasse. Om dat te weten te komen, moet je heel wat stambomen hebben van mensen die afstammen van die arbeiders. In dit type onderzoek is het daarom essentieel om een groep burgerwetenschappers aan te spreken die representatief is voor de hele bevolking.’
Waarom twijfel je of er genoeg deelnemers zullen zijn?
‘Omdat maternale stambomen niet de evidente optie zijn. En omdat er bedrijven zijn die laten uitschijnen dat je je hele stamboom kunt verkrijgen met één spreekwoordelijke druk op de knop. Maar als je het goed wilt doen, moet je door een leerfase. Wij willen dat deelnemers de originele akten uploaden. Ze mogen niet zomaar aannemen wat er op het internet staat. Veel mensen beginnen aan hun stamboom door te kijken wat er allemaal al op het internet staat. Op die manier kun je snel heel veel namen vinden. Maar hoe betrouwbaar is dat? Je kunt niet zomaar aannemen wat andere mensen schrijven. Als je zeker wilt zijn, moet je naar de originele akten op zoek gaan. Je moet die kunnen lezen. En je mag bovendien niet op één bron vertrouwen. Want je weet nooit of er geen twee naamgenoten op dezelfde dag zijn geboren.’
'We gaan onze deelnemers leren een kritische houding aan te nemen. Op die manier kan citizen science een dam opwerpen tegen fake news'
‘In die zin kan citizen science een dam opwerpen tegen fake news. Door deel te nemen aan ons project, leer je om een kritische houding aan te nemen. Het is mijn stokpaardje bij citizen science: dat mensen iets bijleren en op een wetenschappelijke manier gaan werken. Dat ze zelf de handen uit de mouwen steken, al is het maar een paar avonden. Het kost wel wat energie om te leren hoe het moet. Maar zodra je de microbe te pakken hebt, wordt genealogie verslavend.’
Waarom willen jullie dit stamboomonderzoek combineren met DNA-analyses?
‘We willen een databank aanleggen van Vlaams mitochondriaal DNA. Dat is DNA dat je enkel via de moederlijke lijn overerft. Via de combinatie van DNA met stambomen kunnen we onder andere nagaan of de stambomen biologisch gezien wel kloppen. We gaan ervan uit dat we voor de moederlijke lijn veel meer overeenkomsten zullen vinden tussen DNA en stamboom. Van de moeder ben je immers ‘altijd zeker’. Toch bestaat er zoiets als ‘ondergeschoven kinderen’. Als in koninklijke families de vrouw niet zwanger raakte, voerde men soms een schijnbevalling op en werd een pasgeboren baby onder de doeken geschoven. Misschien zijn sommige geboortes verzwegen en later aangegeven als het kind van een andere vrouw.’
‘Daarnaast kunnen we met het DNA vroege migraties in Vlaanderen onderzoeken. En de databank zal ten slotte gebruikt worden voor medisch onderzoek, omdat ze duidelijk zal maken welke mutaties – ‘foutjes’ – het mitochondriaal DNA bevat en hoe vaak die voorkomen. Mutaties kunnen leiden tot ziektes. Een op de vijfduizend mensen heeft zo’n mitochondriale ziekte. Die kan zich heel verschillend uiten: vermoeidheid, darmklachten, ontwikkelingsproblemen …’
'Commerciële DNA-tests zijn een hype. Je leert hoeveel procent Frans, Nederlands of Brits DNA je hebt. Dat is onzin'
Je kunt tegenwoordig je DNA ook makkelijk opsturen naar een bedrijf om het te laten analyseren en op die manier meer te weten komen over je roots. Goed idee?
‘Commerciële DNA-analyses zijn een hype geworden. Terwijl de bedrijven die dit soort analyses doen meestal niet geïnteresseerd zijn in jouw origine, maar in datacollectie. Ze vergaren op die manier gigantische DNA-databanken, waarvoor ze nog betaald worden ook. Velen denken dat een DNA-analyse een antwoord zal geven op al hun vragen. Maar DNA-onderzoek is pas interessant als je het combineert met stamboomonderzoek. Het belangrijkste antwoord dat het kan geven is: is de voorouder die ik op papier vond wel echt mijn biologische voorouder? Etnische DNA-tests, bijvoorbeeld, zijn grotendeels rommel. Je krijgt te lezen hoeveel procent Frans, Nederlands of Brits DNA je hebt. Ik heb dat met mijn eigen DNA uitgetest bij vijf bedrijven, en kreeg vijf keer andere resultaten. Als je wilt weten waar je voorouders vandaan kwamen, dan moet je simpelweg archiefonderzoek doen. Dat kost meer moeite dan speeksel opsturen, maar je zal veel zekerder zijn.’
Wat brengt al dat individueel stamboomonderzoek bij aan de geschiedenis van Vlaanderen?
‘Eén stamboom is interessant voor één familie. Maar leg je alle stambomen samen en combineer je dat met DNA-analyses, dan krijg je een groter verhaal. Via stamboomonderzoek ontdek je waar gewone mensen mee bezig waren. Op school leer je vooral over oorlogen, koningen en steden. Dit is de geschiedenis van de man en de vrouw in de straat. Zo heeft er eind 16de, begin 17de eeuw een grote Noord-Franse migratie richting Vlaanderen plaatstgehad, dat toen ontvolkt was. Dat kwam aan het licht uit ons onderzoek naar families met Franse achternamen, zoals ikzelf. Historici waren op de hoogte van die Franse migratie, maar ze was slecht gedocumenteerd omdat het vooral om boeren en arbeiders ging.’
‘Stamboomonderzoek wordt vaak weggezet als een hobby voor gepensioneerden met te veel tijd. Maar die data zijn bijzonder relevant voor de wetenschap.’
Maarten Larmuseau is als genetisch genealoog verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven en aan Histories vzw. Voor het project MamaMito werkt hij ook samen met de Vrije Universiteit Brussel.
Hier lees je meer informatie over het project en hoe je kunt meedoen.
Hulp bij het uitzoeken van je stamboom kun je vinden via Histories vzw, Familiekunde Vlaanderen en familiegeschiedenis.be
Beluister ook onze podcast met Maarten Larmuseau
Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Het zijn existentiële vragen die iedereen zich stelt. Een stamboom kan antwoorden geven. Maar hoe begin je eraan? Genetisch genealoog Maarten Larmuseau (KU Leuven) zet je op weg in deze aflevering.