Waar lig jij van wakker?

Ik vraag me vaak af waar burgers nu echt wakker van liggen. Welke vragen zij aan ‘de wetenschap’ zouden stellen als ze er de kans toe zouden krijgen.

Ik weet dat ik het beter niet zou doen, maar telkens als ik op radio, tv of in de krant duiding heb gegeven bij (bio)medische onderwerpen, check ik achteraf de sociale media. En dan val ik heel dikwijls van mijn stoel. Erger nog, van sommige commentaren kan ik zelfs nachten wakker liggen.

Voor alle duidelijkheid: de reacties op mijn kledij of kapsel doen me weinig. Maar de replieken waarin beweerd wordt dat ‘de bazen van de wereld’ allang een oplossing tegen kanker hebben maar die niet willen delen uit angst voor overbevolking, dat chemotherapie nog nooit enig nut bewezen heeft, of dat het toch niet kan dat er na al die jaren zoeken nog altijd níéts gevonden is, die raken me wel.

Het doet me telkens weer beseffen dat er best wel een brede kloof gaapt tussen wetenschappers en het grote publiek. Die afstand komt niet alleen op sociale media tot uiting. Ook op feestjes bij familie of vrienden wordt al eens geponeerd dat we toch nooit een medicijn tegen kanker zullen hebben omdat de farmaceutische industrie anders failliet zou gaan. Al leeft er ook heel wat nieuwsgierigheid: of ik al artificiële intelligentie gebruik in mijn kankeronderzoek? En of een oplossing voor alzheimer dichterbij zal komen door meer geld, meer onderzoekers, krachtigere computers of een combinatie van dat alles? 

Al vaak heb ik me afgevraagd waar burgers nu echt wakker van liggen. Welke vragen zij aan ‘de wetenschap’ zouden stellen als ze er de kans toe zouden krijgen. Dat zullen we eindelijk te weten komen. Nog tot 27 mei loopt het eerste deel van de gloednieuwe campagne ‘Vraag voor de wetenschap’. Elke Vlaming kan een vraag indienen, waarna een honderdtal experts alle vragen zullen bundelen tot een aantal overkoepelende thema’s. In het najaar volgen dan ‘Nachten van de wetenschap’, waarin burgers te horen krijgen waar de wetenschap staat en welke uitdagingen er nog zijn. En voor alle duidelijkheid: beschouw wetenschap gerust in de allerbreedste zin van het woord.

Kunnen we een dino opnieuw tot leven wekken? Wellicht niet.

Nu al is op de website duidelijk dat de vragen uiteenvallen in twee grote groepen: vragen waarop we al min of meer het antwoord kennen, en vragen waarop we nog helemaal géén antwoord hebben. De eerste groep is handig om aan te grijpen binnen wetenschapscommunicatie. Om onduidelijkheden, misverstanden of onwetendheden aan te pakken. Of om gewoon honderduit te vertellen over de schoonheid, verwondering en dynamiek van wetenschap. Maar ook vragen die nog geen antwoord hebben, zijn boeiend. Razend boeiend zelfs.

En ja, ook ik was blij te horen dat dit geen financieringsinstrument wordt. De overheid zal de komende jaren niet alleen onderzoek bekostigen naar de vragen die hieruit voortkomen. En gelukkig maar – geef wetenschappers vooral ook de vrijheid om onbegrensd onderzoek te doen. Het is wél een inspiratie-instrument dat kan blootleggen welke thema’s voor de burger belangrijk zijn, en waarvoor ze in de richting van de wetenschap kijken.

Sommige critici doen wat neerbuigend over de vragen. Hoe haalbaar het is om een dino opnieuw tot leven te wekken, bijvoorbeeld. We kennen het antwoord daarop al: dat lukt wellicht nooit. Maar de vraag proberen te beantwoorden, brengt je wel naar de waanzinnig fascinerende en razendsnel evoluerende krochten van DNA-onderzoek, bio-ethiek en het terugbrengen van wolharige mammoeten. En daarvan hebben we het einde nog niet gezien.

Het is de eerste keer dat deze campagne loopt. Als één van de ambassadeurs ervan ben ik vooral benieuwd naar waar dit ons kan brengen. De initiatiefnemers hebben geprobeerd de grootste valkuil te vermijden: alleen maar een nichepubliek bereiken dat toch al in wetenschap, nuance en duiding is geïnteresseerd. Eigenlijk zie ik het ook gewoon als een experiment, dat evengoed anders kan uitdraaien dan verwacht. Maar dat is geen reden om het niet te proberen. En dat maakt het net zo boeiend, natuurlijk.

Wie weet kunnen we op een dag de kloof tussen wetenschap en burger een stuk verkleinen. Zolang u met z’n allen Eos blijft lezen, zijn we alvast op de goede weg. Maar stuurt u straks ook nog even uw vraag door naar vraagvoordewetenschap.be?