60 jaar geleden vond mijnramp Marcinelle plaats

De mijnramp van Marcinelle vond vandaag (8 augustus) precies 60 jaar geleden plaats. Het was de grootste mijnramp uit de Belgische geschiedenis. Er vielen 262 doden, waaronder 136 Italianen.

In de lift van de steenkoolmijn Le bois du Cazier in Marcinelle bij Charleroi raakte op 8 augustus 1956 om 8 uur ‘s ochtends een wagentje met kolen klem. Daarop ontstond een hevige brand die zich via het ventilatiesysteem razendsnel naar alle schachten verspreidde. Slechts zes kompels ontsnapten aan de dood, 262 van hun collega’s stierven onder de grond.

De infrastructuur in Marcinelle voldeed aan de wettelijke voorschriften, maar was in alle opzichten verouderd. Pas na de ramp stelde de overheid de veiligheidsregels grondig bij. De ‘directeur des travaux’ Adolphe Calicis werd opgeofferd als zondebok. De rechtbank veroordeelde hem in 1961 in beroep tot zes maanden met uitstel en een boete omdat hij een slecht communicatiesysteem had getolereerd. Het mijnbestuur en de overheid bleven buiten schot. Antonio Ianetta, de man die het fatale wagentje had geladen, kreeg kort na de ramp papieren om naar Canada te emigreren.

Veel mijnwerkers wilden achter niet terug naar Le bois du Cazier. De mijn zou sluiten in 1961, maar mijnbouwkundigen stootten op een nieuwe, rijke laag steenkool. Pas in 1967 ging de mijn definitief dicht. De Italianen zegden na de ramp het migratiecontract met België op. Daarop trok ons land vooral gastarbeiders aan uit Griekenland, Spanje, Portugal, en later Marokko en Turkije. (fe)

Om op de hoogte te blijven van ons historisch nieuws, kan je inschrijven op de nieuwsbrief van Eos geschiedenis.