Begrepen neanderthalers basisgeneeskunde?

Neanderthalers waren geen pure vleeseters, zoals wel eens wordt beweerd. Ze aten noten, kookten groenten, en begrepen mogelijk zelfs de geneeskrachtige eigenschappen van planten en kruiden.

Spaanse, Britse en Australische wetenschappers analyseerden het tandplak van vijf neanderthalers afkomstig van de grote archeologische vindplaats El Sidron in Spanje. De tanden bevatten sporen van zetmeel en koolhydraten, en bewijzen van noten, grassen, kruiden, gekookte groenten en zelfs medicinale planten. Deze geneeskrachtige planten (kamille en duizendblad) hebben een verwaarloosbare voedingswaarde en smaken zeer bitter. De neanderthalers aten deze planten dus mogelijk om andere redenen dan smaak.

De vondst toont aan dat de neanderthaler geen pure vleesjager was, zoals eerdere botanalyses suggereren, maar over een uitgebreide kennis van zijn omgeving beschikte. Daarmee sneuvelt volgens de onderzoekers nog maar eens een vooroordeel over de mogelijkheden van de neanderthaler. Eerder onderzoek toonde al aan dat onze ongeveer 30.000 jaar geleden uitgestorven neef zijn zieken verzorgde, doden begroef en over artistieke vaardigheden (zoals lichaamskunst) beschikte. Het onderzoek is deze week gepubliceerd in het blad Naturwissenschaften. (kv)